Электронная библиотека » Nederland » » онлайн чтение - страница 4


  • Текст добавлен: 2 июля 2019, 19:43


Автор книги: Nederland


Жанр: Юриспруденция и право, Наука и Образование


сообщить о неприемлемом содержимом

Текущая страница: 4 (всего у книги 16 страниц) [доступный отрывок для чтения: 5 страниц]

Шрифт:
- 100% +

c. uitvoeringsfase: de fase waarin het bouwwerk materieel tot stand wordt gebracht.

Artikel 2.24. Aanwijzing

Voor de toepassing van artikel 16, achtste lid, van de wet worden aangewezen de opdrachtgever, de ontwerpende en de uitvoerende partij.

Artikel 2.25. Toepasselijkheid

Deze afdeling is niet van toepassing op arbeid verricht in de winningsindustrie in dagbouw, ondergronds of met behulp van boringen als bedoeld in de afdelingen 6 en 6a van hoofdstuk 2 van dit besluit.

Artikel 2.26. Algemene uitgangspunten inzake veiligheid en gezondheid bij het ontwerpen van een bouwwerk

De opdrachtgever zorgt ervoor dat in de ontwerpfase rekening wordt gehouden met de verplichtingen voor de arbeidsomstandigheden die gelden in de uitvoeringsfase, in het bijzonder de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 3, 5, eerste en derde lid, en 8 van de wet.

Artikel 2.27. Kennisgeving

1. De opdrachtgever zorgt ervoor dat de toezichthouder, overeenkomstig het bij ministeriële regeling voorgeschreven model, vóór de aanvang van de werkzaamheden op de bouwplaats in kennis wordt gesteld van de voorgenomen totstandbrenging van een bouwwerk, indien:

a. de geraamde duur van de totstandbrenging van het bouwwerk meer dan 30 werkdagen beslaat en op die bouwplaats meer dan 20 werknemers tegelijkertijd arbeid zullen gaan verrichten, of

b. met de totstandbrenging van het bouwwerk meer dan 500 mensdagen zullen zijn gemoeid.

2. De kennisgeving wordt zichtbaar op de bouwplaats aangebracht. Indien met betrekking tot de in de kennisgeving vermelde gegevens veranderingen optreden, wordt deze dienovereenkomstig gewijzigd.

Artikel 2.28. Veiligheids– en gezondheidsplan

1. De opdrachtgever zorgt ervoor dat ten aanzien van bouwwerken die voor de veiligheid en gezondheid van werknemers bijzondere gevaren met zich meebrengen als bedoeld in bijlage II bij de richtlijn of een bouwwerk ten aanzien waarvan een kennisgeving verplicht is, een veiligheids– en gezondheidsplan wordt opgesteld.

2. Afhankelijk van de voortgang in het bouwproces, worden in het veiligheids– en gezondheidsplan ten minste vermeld:

a. een beschrijving van het tot stand te brengen bouwwerk, een overzicht van de betrokken ondernemingen op de bouwplaats, de naam van de coördinator voor de ontwerp– en uitvoeringsfase;

b. een inventarisatie en evaluatie van de specifieke gevaren die het gevolg zijn van de gelijktijdige en achtereenvolgende uitvoering van de bouwwerkzaamheden en in voorkomend geval van de wisselwerking met doorgaande exploitatiewerkzaamheden;

c. de maatregelen die volgen uit de risico-inventarisatie en – evaluatie, bedoeld onder b;

d. de afspraken met betrekking tot de uitvoering van de maatregelen, bedoeld onder c;

e. de wijze waarop toezicht op de maatregelen wordt uitgeoefend;

f. de bouwkundige, technische en organisatorische keuzen die in verband met de veiligheid en gezondheid van de werknemers in de ontwerpfase worden gemaakt;

g. de wijze waarop voorlichting en instructie aan de werknemers op de bouwplaats wordt gegeven.

Artikel 2.29. Aanstelling coördinatoren

Indien in de uitvoeringsfase werkzaamheden worden verricht door:

a. twee of meer werkgevers;

b. één werkgever en één of meer zelfstandigen of

c. twee of meer zelfstandigen, stelt de opdrachtgever één of meer coördinatoren voor de ontwerpfase aan en stelt de uitvoerende partij één of meer coördinatoren voor de uitvoeringsfase aan.

Artikel 2.30. Taken coördinator voor de ontwerpfase

De coördinator voor de ontwerpfase heeft tot taak om:

a. de uitvoering van artikel 2.26 te coördineren;

b. een veiligheids– en gezondheidsplan als bedoeld in artikel 2.28 op te stellen of te laten opstellen;

c. een dossier samen te stellen dat is bestemd voor degene die beslist over de uitvoering van latere werkzaamheden aan het bouwwerk. In dit dossier staan de bouwkundige en technische kenmerken die van belang zijn voor de veiligheid en gezondheid van werknemers die latere werkzaamheden verrichten.

Artikel 2.31. Taken coördinator voor de uitvoeringsfase

De coördinator voor de uitvoeringsfase heeft tot taak om:

a. coördinerend op te treden, zodat de maatregelen die werkgevers en zelfstandigen nemen ter bescherming van de veiligheid en gezondheid van werknemers op doeltreffende wijze worden toegepast;

b. de samenwerking met het oog op de bescherming van de werknemers te organiseren tussen gelijktijdig of achtereenvolgend aanwezige werkgevers en zelfstandigen op de bouwplaats;

c. de voorlichting van werknemers op de bouwplaats te coördineren;

d. de nodige maatregelen te nemen opdat alleen bevoegde personen de bouwplaats kunnen betreden;

e. ervoor te zorgen dat het veiligheids– en gezondheidsplan, bedoeld in artikel 2.28, en het dossier, bedoeld in artikel 2.30, onder c, worden aangepast indien de voortgang van het bouwwerk of de onderdelen daarvan daartoe aanleiding geven;

f. aanwijzingen te geven indien werkgevers of zelfstandigen naar zijn oordeel niet of in onvoldoende mate of op onjuiste wijze uitvoering geven aan een samenhangende toepassing van hun verplichtingen als bedoeld onder a en b.

Artikel 2.32. Aanvullende verplichtingen opdrachtgever

1. De opdrachtgever neemt zodanige maatregelen dat:

a. de coördinator de taken, bedoeld in artikel 2.30, naar behoren kan vervullen;

b. de coördinator de taken, bedoeld in artikel 2.30, naar behoren uitoefent;

c. het veiligheids– en gezondheidsplan, bedoeld in artikel 2.28, deel uitmaakt van het bestek betreffende het bouwwerk en vóór aanvang van de werkzaamheden op de bouwplaats beschikbaar is.

2. De opdrachtgever zorgt ervoor dat de verplichtingen voor de uitvoerende partij, bedoeld in de artikelen 2.29 en 2.33, zijn vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst met de uitvoerende partij.

Artikel 2.33. Aanvullende verplichtingen uitvoerende partij

De uitvoerende partij neemt zodanige maatregelen dat:

a. de coördinator de taken, bedoeld in artikel 2.31, naar behoren kan vervullen;

b. de coördinator de taken, bedoeld in artikel 2.31, naar behoren uitoefent.

Artikel 2.34. Verplichtingen ontwerpende partij

In het geval van een opdrachtgever-consument zorgt de ontwerpende partij of, indien er sprake is van meer ontwerpende partijen, zorgen de ontwerpende partijen ervoor dat aan alle verplichtingen van de opdrachtgever wordt voldaan.

Artikel 2.35. Verplichtingen werkgever

1. Bij de uitvoering van zijn verplichtingen op grond van de artikelen 3, 5, 8 en 19, eerste lid, van de wet neemt de werkgever, die bij de totstandbrenging van een bouwwerk arbeid doet verrichten, doeltreffende maatregelen ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid van zijn werknemers. Deze maatregelen hebben met name betrekking op:

a. het in goede orde en met voldoende bescherming van de veiligheid en gezondheid van de werknemers in stand houden van de bouwplaats;

b. de veilige plaatsing van de verschillende werkplekken op de bouwplaats, rekening houdend met de toegangsmogelijkheden tot die bouwplaats en de verbindingswegen daarop;

c. het interne transport van de verschillende materialen op de bouwplaats;

d. het onderhoud, de controle vóór inbedrijfstelling en de periodieke controle van installaties en toestellen, teneinde gebreken te voorkomen die de veiligheid en gezondheid van werknemers in gevaar kunnen brengen;

e. de afbakening en inrichting van zones voor definitieve en tussenopslag van verschillende materialen, met name in geval van gevaarlijke materialen of stoffen;

f. de voorzieningen voor de verwijdering van gebruikte gevaarlijke materialen;

g. de opslag en de verwijdering of de afvoer van afval en puin;

h. de aanpassing van de daadwerkelijke duur van de uit te voeren werkzaamheden of de fasen waarin die werkzaamheden worden uitgevoerd, afhankelijk van de voortgang van het bouwwerk;

i. de samenwerking met andere werkgevers en zelfstandigen op de bouwplaats;

j. de wisselwerking met exploitatiewerkzaamheden op of in de nabijheid van de bouwplaats.

2. De mede op grond van het eerste lid te nemen maatregelen voldoen in ieder geval aan de afdelingen 1 en 2 van hoofdstuk 3 van dit besluit.

3. De werkgever is verplicht tot naleving van en medewerking aan het veiligheids– en gezondheidsplan, bedoeld in artikel 2.28, voor zover en op de wijze als daarin ten aanzien van de door hem te doen verrichten werkzaamheden is bepaald en daarbij rekening te houden met de aanwijzingen van de coördinator voor de uitvoeringsfase.

Artikel 2.36 [Vervallen per 01-01-2007]

Artikel 2.37 [Vervallen per 01-01-2007]

Artikel 2.38 [Vervallen per 01-01-2007]

Artikel 2.39 [Vervallen per 01-01-2007]

Afdeling 6. Winningsindustrieën in dagbouw, ondergronds of met behulp van boringen

Artikel 2.40. Toepasselijkheid

1. Deze afdeling is van toepassing op arbeid verricht in winningsindustrieën in dagbouw, ondergronds of met behulp van boringen.

2. In afwijking van het eerste lid is deze afdeling niet van toepassing op arbeid verricht in winningsindustrieën in dagbouw met behulp van baggermaterieel.

Artikel 2.41. Verplichtingen van de werkgever

1. Indien bemande arbeidsplaatsen in de winningsindustrie in gebruik zijn wordt toezicht uitgeoefend door een verantwoordelijke persoon.

2. Werkzaamheden waaraan een bijzonder gevaar is verbonden worden uitsluitend opgedragen aan vakbekwaam personeel met voldoende ervaring en uitgevoerd overeenkomstig de verstrekte instructies.

3. In verband met het veilig gebruik van een helikopterdek op een mijnbouwinstallatie worden werknemers aangewezen, die belast zijn met het toezicht op dit gebruik van het helikopterdek en daartoe over de noodzakelijke vaardigheid en deskundigheid beschikken.

4. Op arbeidsplaatsen in de winningsindustrie worden met regelmatige tussenpozen de nodige veiligheidsoefeningen gehouden.

5. Opdat in geval van nood onmiddellijk hulp-, vlucht-, evacuatie– en reddingsmaatregelen kunnen worden genomen, worden, in aanvulling op artikel 15 van de wet, de nodige alarm– of andere communicatiesystemen ter beschikking gesteld.

6. Indien op een arbeidsplaats in de winningsindustrie slechts één werknemer aanwezig is, beschikt deze over telecommunicatiemiddelen om zich met anderen in verbinding te kunnen stellen.

Artikel 2.42. Samenwerking, veiligheids– en gezondheidsdocument

1. Voor de toepassing van artikel 19, tweede lid, van de wet worden aangewezen de werkzaamheden verricht in de winningsindustrie in dagbouw, de ondergrondse winningsindustrie en de winningsindustrie die delfstoffen wint met behulp van boringen.

2. Voor de aanvang van het werk wordt een veiligheids– en gezondheidsdocument opgesteld, waarin ten minste vermeld worden:

a. de risico-inventarisatie en – evaluatie van de gevaren, bedoeld in artikel 5 van de wet;

b. de maatregelen, bedoeld in artikel 5 van de wet, waarbij met name aandacht is besteed aan de maatregelen die zijn of worden genomen om aan de voorschriften van deze afdeling en de afdelingen 1, met uitzondering van paragraaf 2a van die afdeling, 3, 3A, 3B en 3C van hoofdstuk 3 van dit besluit te voldoen;

c. de maatregelen die zijn genomen om herhaling van ongevallen met ernstig letsel, dodelijke ongevallen of situaties als bedoeld in artikel 2.42c, eerste lid, onder b, te voorkomen;

d. de wijze waarop voldaan is aan artikel 19, tweede lid, van de wet, indien op de arbeidsplaats in de winningsindustrie meerdere werkgevers arbeid doen verrichten;

e. de gegevens waaruit blijkt dat het ontwerp, het gebruik en het onderhoud van de arbeidsplaats in de winningsindustrie alsmede de arbeidsmiddelen veilig zijn;

f. de maatregelen ter beperking en bestrijding van brand.

3. In aanvulling op het tweede lid, onder d, coördineert de werkgever die verantwoordelijk is voor de arbeidsplaats in de winningsindustrie, de uitvoering van alle maatregelen inzake veiligheid en gezondheid en geeft hij in het veiligheids– en gezondheidsdocument het doel, de maatregelen en de wijze van uitvoering van deze coördinatie aan.

4. Het veiligheids– en gezondheidsdocument wordt herzien bij iedere belangrijke wijziging, uitbreiding of verbouwing van de arbeidsplaats in de winningsindustrie.

5. Een afschrift van het veiligheids– en gezondheidsdocument wordt gezonden aan de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging of bij het ontbreken daarvan, aan de belanghebbende werknemers.

6. De werkzaamheden worden overeenkomstig het veiligheids– en gezondheidsdocument uitgevoerd.

Artikel 2.42a. Werkvergunning

1. Wanneer de veiligheid en de gezondheid van de werknemers dat vereisen, wordt een systeem van werkvergunningen toegepast voor de uitvoering van gevaarlijke werkzaamheden en voor de uitvoering van gewoonlijk ongevaarlijke werkzaamheden die in combinatie met andere werkzaamheden ernstige risico's met zich mee kunnen brengen.

2. De werkvergunning wordt door een verantwoordelijke persoon gegeven voor de aanvang van de werkzaamheden en daarbij wordt aangegeven aan welke voorschriften moet worden voldaan en welke voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen voor, tijdens en na de werkzaamheden.

Artikel 2.42b. Personenregister

Op doelmatige plaatsen is een register aanwezig waarin van degenen die werkzaamheden verrichten in de winningsindustrie in dagbouw, de ondergrondse winningsindustrie en de winningsindustrie met behulp van boringen zijn vermeld:

a. naam, voornamen, geslacht;

b. aard, nummer en een afschrift van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht;

c. gegevens en data betreffende indiensttreding en tewerkstelling;

d. de onderscheiden functies, waarin zij zijn tewerkgesteld en de data van tewerkstelling daarin;

e. data en aard van geneeskundige onderzoeken en geneeskundige verklaringen, voorzover deze op grond van dit besluit zijn vereist;

f. gegevens van certificaten, voorzover die voor het verrichten van de werkzaamheden op grond van dit besluit en het Mijnbouwbesluit zijn vereist.

Artikel 2.42c. Melding van ongevallen en bijna-ongevallen

1. In aanvulling op artikel 9, eerste lid, van de wet doet de werkgever tevens onverwijld mededeling aan een daartoe aangewezen toezichthouder:

a. van alle belangrijke bij het verkeer of vervoer voorgekomen bijzondere gebeurtenissen die de veiligheid in gevaar hebben gebracht of hadden kunnen brengen;

b. wanneer de veiligheid op enigerlei wijze wordt bedreigd of personen zich in levensgevaar bevinden of bevonden hebben;

c. van alle bij het gebruik, het vervoer of de opslag van ontplofbare stoffen opgetreden voorvallen, die de veiligheid in gevaar hadden kunnen brengen of hebben gebracht.

2. Eenmaal per maand wordt van alle ongevallen en andere voorvallen die de veiligheid in gevaar hebben gebracht of hadden kunnen brengen, opgave gedaan aan een daartoe aangewezen toezichthouder, voorzover er geen melding is gedaan als bedoeld in het eerste lid.

Afdeling 6A. Winningsindustrieën met behulp van boringen

Artikel 2.42d. Schakelbepaling

Op een arbeidsplaats in de winningsindustrie die delfstoffen wint met behulp van boringen zijn naast de voorschriften van afdeling 6 van dit hoofdstuk tevens de voorschriften van deze afdeling van toepassing.

Artikel 2.42e. Veiligheids– en gezondheidszorgsysteem

1. Voor het uitvoeren van een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid, bedoeld in artikel 3 van de wet, is een veiligheids– en gezondheidszorgsysteem aanwezig. Dit systeem omvat het geheel van beleid, organisatie, planning, uitvoering, monitoring, evaluatie, doorlichting en verbetering, dat wordt gehanteerd voor de beheersing van de veiligheid en de gezondheid.

2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het eerste lid.

Artikel 2.42f. Veiligheids– en gezondheidsdocument

1. Onverminderd artikel 2.42 blijkt uit het veiligheids– en gezondheidsdocument dat alle nodige maatregelen zijn genomen om de veiligheid en de gezondheid van de werknemers zowel in normale situaties als in noodsituaties te beschermen. Hiertoe bevat het document het volgende:

a. een opgave van de aan de arbeidsplaats verbonden specifieke risicobronnen, met inbegrip van elke activiteit op die plaats, die ongevallen kunnen teweegbrengen met ernstige gevolgen voor de veiligheid en de gezondheid van de betrokken werknemers;

b. een evaluatie van de risico's van de in onderdeel a bedoelde specifieke bronnen;

c. het bewijs dat afdoende voorzorgsmaatregelen zijn genomen om de in onderdeel a bedoelde ongevallen te vermijden, de uitbreiding van ongevallen te beperken en de arbeidsplaats in noodsituaties op een doelmatige en beheerste wijze te kunnen evacueren;

d. het bewijs dat er een veiligheids– en gezondheidszorgsysteem als bedoeld in artikel 2.42e gehanteerd wordt dat adequaat is om de voorschriften bij of krachtens dit besluit die betrekking hebben op de veiligheid en de bescherming van de gezondheid van de werknemers, zowel in gewone situaties als in noodsituaties na te leven.

2. Bij de planning en tenuitvoerlegging van alle in artikel 3.2, eerste lid, tweede volzin, bedoelde fasen worden de in het desbetreffende veiligheids– en gezondheidsdocument vermelde procedures en uitvoeringsbepalingen in acht genomen.

3. De verschillende werkgevers die verantwoordelijk zijn voor de verschillende arbeidsplaatsen werken in voorkomend geval samen bij het opstellen van de veiligheids– en gezondheidsdocumenten, bedoeld in artikel 2.42, en het voorbereiden van de maatregelen die nodig zijn om de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te garanderen.

4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 2.42g. Veiligheidsoefeningen

Op alle normaliter bemenste arbeidsplaatsen worden op gezette tijden veiligheidsoefeningen gehouden die erop gericht zijn:

a. werknemers aan wie in noodgevallen concrete taken worden opgedragen, waarbij noodapparatuur moet worden gebruikt, gehanteerd of bediend, hierin te trainen en na te gaan of zij bekwaam zijn die taken te vervullen;

b. alle bij de oefeningen gebruikte noodapparatuur te controleren, schoon te maken en zo nodig opnieuw op te laden of te vervangen en alle gebruikte draagbare apparatuur opnieuw naar de plaats te brengen waar zij zich normaliter bevindt;

c. na te gaan of de reddingsvaartuigen gebruiksklaar zijn.

Artikel 2.42h. Handelingen in noodgevallen

1. De werknemers worden getraind in het uitvoeren van de handelingen die in noodgevallen moeten worden verricht.

2. Op mijnbouwinstallaties waar werknemers langere tijd verblijven zijn bij helikopterbewegingen op het helikopterdek voldoende werknemers aanwezig die tot taak hebben bij noodgevallen in actie te komen. Deze werknemers zijn hiertoe voldoende getraind.

3. In aanvulling op het eerste en tweede lid worden werknemers die werkzaam zijn op mijnbouwinstallaties ook getraind in het uitvoeren van de handelingen die op een specifieke arbeidsplaats moeten worden verricht. Deze handelingen worden voor de desbetreffende arbeidsplaats nader omschreven in het in artikel 2.42 bedoelde veiligheids– en gezondheidsdocument.

4. Werknemers die werkzaam zijn op mijnbouwinstallaties worden getraind in de toepassing van overlevingstechnieken, met inachtneming van de criteria die zijn vastgesteld in het in artikel 2.42 bedoelde veiligheids– en gezondheidsdocument.

Artikel 2.42i. Raadpleging en deelneming werknemers

Voor zover de Wet op de ondernemingsraden niet van toepassing is, vindt raadpleging en deelneming van de werknemers plaats overeenkomstig artikel 11 van richtlijn 89/391/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en gezondheid van de werknemers op het werk (Pb EG L 183).

Afdeling 7. Nachtarbeid

Artikel 2.43. Arbeidsgezondheidskundig onderzoek

1. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder nachtdienst verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in de Arbeidstijdenwet.

2. Iedere werknemer die voor de eerste keer arbeid in nachtdienst gaat verrichten wordt, in aanvulling op artikel 18 van de wet, in de gelegenheid gesteld om vóór de aanvang van die arbeid een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.

Afdeling 8. Bijzondere sectoren en bijzondere categorieën werknemers

§ 1. Vervoer

Artikel 2.44. Uitzonderingen voor vervoermiddelen

De afdelingen 2 en 7 van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op arbeid verricht in respectievelijk op een luchtvaartuig, een zeeschip of een binnenvaartuig dan wel een voertuig op een openbare weg of een spoorweg.

§ 2. Thuiswerkers

Artikel 2.45. Toepasselijkheid

Op thuiswerk zijn de afdelingen 3 en 4 van dit hoofdstuk van overeenkomstige toepassing.


Страницы книги >> Предыдущая | 1 2 3 4 5 | Следующая
  • 0 Оценок: 0

Правообладателям!

Данное произведение размещено по согласованию с ООО "ЛитРес" (20% исходного текста). Если размещение книги нарушает чьи-либо права, то сообщите об этом.

Читателям!

Оплатили, но не знаете что делать дальше?


Популярные книги за неделю


Рекомендации