Электронная библиотека » Morgan Rice » » онлайн чтение - страница 5

Текст книги "Begeerd"


  • Текст добавлен: 28 августа 2019, 07:00


Автор книги: Morgan Rice


Жанр: Книги про вампиров, Фэнтези


Возрастные ограничения: +12

сообщить о неприемлемом содержимом

Текущая страница: 5 (всего у книги 17 страниц) [доступный отрывок для чтения: 6 страниц]

Шрифт:
- 100% +

HOOFDSTUK ACHT

Polly schreed snel door de gangen van Versailles, haar hakken echoden op de marmeren vloer, en zij haastte zich door een eindeloze gang met hoog opgaande plafonds, sierlijsten, marmeren openhaarden, enorme spiegels, en laaghangende kandelaars. Alles blonk.

Maar ze merkte het amper; het was haar tweede natuur geworden. Ze woonde hier al jaren, ze kon zich moeilijk een ander bestaan voorstellen.

Wat ze wel opmerkte, dus – en zelfs heel erg – dat was Sam. Een bezoeker zoals hem, maakte helemaal geen deel uit van het dagelijkse leven – en, in feite was dat heel ongebruikelijk. Ze hadden bijna nooit vampierenbezoek, en al zeker niet uit een andere tijd, en wanneer het wel gebeurde, dan leek Aiden er zich nooit iets van aan te trekken. Sam moest wel heel erg belangrijk zij, zo realiseerde ze zicht. Hij intrigeerde haar. Hij leek een beetje jong, en hij leek een beetje rond te lummelen.

Maar er was iet met hem, iets dat ze niet direct kon thuisbrengen. Ze voelde het op een of andere manier, dat ze een band met hem had, dat ze hem vroeger al had ontmoet, of dat hij een band had met iemand die belangrijk was voor haar.

En dat was zo vreemd, want net de nacht voordien, had ze een levendige droom gehad. Over een vampierenmeisje dat Caitlin heette. Ze kon haar gezicht zien, haar ogen, haar haar, zelfs nu. In de droom werd haar verteld, dat dit meisje haar beste vriendin voor heel het leven was geweest, en doorheen de hele droom, leek het alsof ze vriendinnen waren voor altijd. Toen ze wakker werd, voelde het zo echt aan, dat het meer een ontmoeting was dan een droom. Ze kon het niet begrijpen, maar ze werd wakker en kon zich alles herinneren over dit meisje, alle keren dat ze samen de tijd hadden doorgebracht.

Het hield geen steek, omdat Polly wist dat ze nooit op een van die plekken geweest was. Ze vroeg zich af of dat ze misschien op een of andere manier in de toekomst aan het kijken was geweest? Ze wist dat vampiers elkaar bezochten in dromen en dat ze soms de kracht hadden om in de toekomst en in het verleden te kijken. Maar deze krachten waren ook onvoorspelbaar. Het kon een wereld van illusies zijn. Men wist het nooit: was iemand nu in de toekomst aan het kijken, of in het verleden of was iemand gewoon aan het dromen?

Na de droom, was Polly wakker geworden en op zoek gegaan naar Caitlin, alsof ze haar echt kende. Ze ontdekte dat ze haar miste wanneer ze door de hall wandelde. Het was gek. Een meisje missen dat ze zelfs nog nooit ontmoet had.

En dan daagde deze jongen op, Sam. En om een gekke reden, voelde Polly dat zijn energie aan die van haar verbonden was. Hoe was het mogelijk dat ze dit wist? Was ze zich dat ook enkel aan het inbeelden?

Behalve dit alle, ontdekte ze dat ze gevoelens had voor Sam. Ze wou niet zeggen dat ze hals over kop verliefd was op hem. Maar ze vond hem ook niet onaantrekkelijk. Hij had iets. Het was niet het gevoel van iemand te houden. Het was meer een gevoel van… geïntrigeerd te zijn. Meer te willen weten.

En dit maakte dat ze nog meer geagiteerd was omdat Kendra al haar zinnen op hem had gezet. Het was niet noodzakelijk dat ze hem voor zich alleen wilde. Het was te vroeg voor haar om dit te weten. Maar meer omdat hij zo onschuldig leek, naïef, beïnvloedbaar. En Kendra was een aasgier. Ze was een lid van de Koninklijke familie, iemand die nog nooit een Nee had gekregen in haar leven, en ze kon op magische wijze alles gedaan krijgen wat ze maar wilde, van wie ze maar wilde.

Polly had altijd aangevoeld dat Kendra altijd verborgen slechte bedoelingen had gehad. Jarenlang had ze geprobeerd bij iedere vampier in de coven om haar te laten veranderen. Natuurlijk, was dat verboden, en niemand wou aan haar wensen voldoen. Maar nu, en ze kon dat zien, had ze haar zinnen op Sam gezet. Er was vers bloed aangekomen, en ze was vastbesloten om het opnieuw te proberen. Polly huiverde, en ze hield niet van de gedachte aan wat er zou kunnen gebeuren met Sam, als Kendra vastbesloten was.

Ja, dit was zeker een ongewone dag voor haar. Haar geest was vervuld met emoties toen ze in de hall liep, en ze realiseerde zich dat ze al laat was. De nieuwe zanger waar iedereen het over had, gaf een privéconcert voor Marie en haar entourage. De zanger verbleef hier al weken, en al de andere meisjes, bleven het maar hebben over niet alleen zijn stem, maar ook over zijn uiterlijk. Ze verlangde ernaar om zelf een glimp van hem op te vangen. Polly had hier naar uitgekeken, en nu voelde ze zich dubbel zo verveeld dat ze op dit gebied helemaal achteraan bengelde.

Dat was nu eenmaal het probleem met deze plek, dacht ze, terwijl ze door nog een andere gang liep. Het was gewoon te groot. Het was onmogelijk om ergens op tijd te geraken.

Polly versnelde haar tred, en eindelijk bereikte ze het einde van de gang, en twee bewakers opende de immense deuren voor haar. Ze liep er dwars doorheen, en terwijl ze de deuren achter haar sloten, voelde ze zich onmiddellijk in de verlegenheid gebracht.

De hele kamer draaide zich om en keek haar aan; terwijl de zanger verder deed met zijn optreden, realiseerde ze zich dat ze het concert onderbroken had. Haar gezicht liep rood aan, en ze zonk weg achteraan in de kamer, en zette zich op een plaats tussen haar vrienden.

Iedereen keerde zich langzaam terug om, en toen dat gebeurde, voelde ze zich op haar gemak, en kwam ze erachter dat het concert bijna gedaan was.

Ze keek op, en zocht de zanger, en wanneer ze de eerste glimp kon opvangen van zijn gezicht, en het bekeek, was ze gechoqueerd. Hij was zelfs nog knapper dan dat iedereen gezegd had. Hij zag er donker uit, met donkere ogen, en donker, golvend haar. Zij gezicht was perfect gebeeldhouwd. Hij was zo koninklijk gekleed, van kop tot teen, in een zwarte fluwelen jas, met witte kousen, en glimmende zwarte schoenen. Hij stond in het midden van het kleine podium, en zag er zo zelfverzekerd uit, zo beheerst. Hij zag eruit alsof hij misschien…Russisch zou kunnen zijn.

Maar nog meer dan dat: zijn stem was betoverend. Terwijl hij zong, was Polly helemaal gefixeerd. Ze was compleet aan de grond genageld, hulpeloos om iets anders te kunnen doen dat te luisteren. Te hulpeloos om naar iets anders te kijken.

Polly was verloren in een roes, wanneer het zingen stopte, en ze was nog aan het staren, nog aan het luisteren naar zijn laatste noten, terwijl alle anderen opstonden, en klapten, en hem benaderden. De hele kamer verzamelde zich rond hem, en hij stond daar, glimlachend, en badend in de aandacht.

Polly baande zich langzaam een weg door de massa. Ze kon de aanbidding van de andere meisjes aanvoelen, en ze liep zelf ook een beetje sneller om een kijkje te nemen.

Hij keerde om en keek naar haar, hij focuste zijn ogen op haar. Hij leek een beetje minachtend naar haar te kijken, met een brutaal, arrogant gezicht, alsof hij wou suggereren dat ze naar hem moest opkijken.

“Ik…genoot van uw concert,” zei Polly, en ze was er zich van bewust dat ze nerveus was.

“Natuurlijk,” zei hij. “Waarom zou dat niet het geval zijn?”

De andere meisjes giechelden, en Polly dacht dat zijn opmerking een beetje bot was. Maar kon het nog niet opbrengen om haar blik af te wenden.

“Wel, als je me alleen maar gaat aanstaren, dan kun je me net zo goed je naam vertellen,” zei hij.

Polly stamelde, ze had dit niet verwacht. Nog nooit tevoren had iemand zo tegen har gepraat. Iets in haar vertelde haar, dat ze gewoon weg kon lopen, maar wat anders kon haar er niet toe brengen.

“Polly,” zei ze buiten adem.

“Polly,” zo deed hij haar na, en hij giechelde. “Zoals een vogel.”

Polly werde rood, terwijl de andere meisjes giechelden. Ze wist niet of ze van deze man hield, of dat ze hem haatte. Hoe kon hij zo arrogant zijn?

“Wel, Polly,” zei hij, met een licht accent, “Ik zal je mijn naam laten weten.”

Hij stak langzaam zijn hand uit, en die was zacht en bleek, zoals die van een meisje.

“Sergei,” kondigde hij aan, alsof ze nu opgewonden zou moeten zijn om het te weten.

Zij nam haar hand in dat van hem, ze bleef staren, en vond het onmogelijk om weg te kijken.

“Sergei,” herhaalde ze, ademloos.

En ondanks zichzelf, ondanks het feit dat hij zich plotseling omkeerde en met de andere meisjes praatte, ondanks iedere waarschuwing die haar aanmaande om zich af te keren, wist ze dat ze al helemaal, hopeloos verliefd was.

HOOFDSTUK NEGEN

Caitlin werd zachtjes wakker, en opende traag haar ogen, ze voelde zich volledig uitgerust en gerelaxt. Het was de eerste nacht in zolang ze zich kon herinneren waarin dat ze niet van haar vader gedroomd had – trouwens, waarin ze helemaal niet gedroomd had. Het was ook de eerste keer in zolang ze zich kon herinneren dat ze niet abrupt wakker gemaakt was, en dat ze kon slapen zo lang als ze dat zelf zou willen.

Caitlin werd wakker met zonlicht dat, aan alle kanten, door de vensters straalde, en met het geluid, door de open vensters, van neerslaande golven. Ze kon de frisse oceaan door de kamer voelen stromen.

Ze keek een beetje verder en ze realiseerde zich dat ze aan het slapen was, met haar hoofd dat op Caleb’s borst rustte. Ze waren allebei zonder kleren, onder de dekens, en ze was aan het slapen in zijn armen.

Ze keek op, en zag, dat zijn ogen gesloten waren, en dat hij nog steeds diep aan het slapen was.

Voor het eerst in zolang ze zich kon herinneren, voelde Caitlin zich volledig op haar gemak. Hier, op deze plek, in deze tijd, in de armen van, voelde ze dat niets ooit zou kunnen fout gaan. Ze wilde het moment bevriezen, en zich eraan vastklampen. Eindelijk voelde het alsof er niets bedreigends aan kwam zetten aan de horizon, niets dat zou opdoemen en haar leven veranderen.

Caitlin keek rond in de kamer, en gluurde naar de zilveren kist met de brief van haar vader erin, die ze nog steeds niet geopend had. Toen ze ernaar keek, voelde ze zich een momentlang bezorgd: ze was van mening dat als ze ze geopend had, als ze hem gelezen zou hebben, dat het haar dan ergens naartoe zou leiden, en dat de dingen zouden veranderen. Ze keer er weg van, meer dan ooit vastbesloten, dat ze hem niet zou openen.

Ze ging het bed uit, en liep door de kamer, met haar blote voeten lekker koel op de stenen, en nam de met juwelen bezette kist, en verstopte ze achter een gordijn. Ze wilde er niet naar kijken. Ze wilde niet dat er iets veranderde. Ze was vastbesloten dat niets zou veranderen.

Caitlin kleedde zich langzaam aan, en deed de nieuwe kleren aan die de non haar gegeven had. Ze had ze de vorige avond in de rivier gewassen, en had ze opgehangen om te laten drogen op de rand van een waterspuwer buiten aan haar venster. Ze was nu verbaasd door hoe vlug ze gedroogd waren, hoe fris ze geworden waren, toen ze ze opnieuw aandeed. Ze voelde zich klaar om er die dag tegenaan te gaan.

Caitlin moest er achter komen hoe ze de inhoud van haar kledingkast zou kunnen vervangen. Nu dat ze zich uiteindelijk gesetteld had – en in een enorm kasteel met eindeloos veel ruimte voor kleerkasten – was ze er zeker van dat ze een oplossing zou kunnen vinden. Wanneer het nodig was, zou ze kunnen naaien, breien – wat er maar nodig was. Met al de schapen die overal rondliepen, was ze er zeker van dat er wel een plaatselijke boer zou zijn die iets van kleding verkocht. Het zou geen mode uit de 21ste eeuw zijn, maar, hoe dan ook, dat was niet wat ze nodig had. Ze wilde in de massa opgaan, een deel worden van dit tijdperk, deze plek, deze mensen. Meer dan alles, wilde ze alleen maar hier wonen, en dit haar thuis maken. Wat ze ook droegen, dat zou ze ook met plezier dragen.

Caitlin opende de enorme glazen deuren, en ging naar buiten, op de patio. De door de zon opgewarmde stenen voelden goed aan haar voeten, en ze trok haar kin op en voelde dat ze zelf opgewarmd werd door de zon. De non had haar frisse wikkeljurken gegeven, en nieuwe druppels voor haar ogen, en ze had helemaal geen last van de zon. In tegendeel, het voelde goed aan.

Ze wandelde tot aan de rand van de leuning, en nam ze vast met haar handen, ze staarde naar de horizon. Ze werd gestreeld door de oceaanwind terwijl ze uitkeek op de eindeloze blauwe lucht, voorbij de glooiende heuvels, en zag in de verte de golven neerslaan. Het strand was compleet leeg. Dit scheen zo’n afgelegen plek te zijn, ze vroeg zich af of iemand ooit op het strand kwam.

“Daar ben je,” zei de stem.

Caitlin draaide zich om, en was blij te zien dat Caleb op was, en al gekleed, en dat hij naar haar toe kwam.

Hij liep recht op haar af, met een enorme glimlach op zijn gezicht, en zij begon ook te glimlachen. Ze deed twee passen in zijn richting, en ze kwamen elkaar tegen in een lange zoen, gevolgd door een knuffel.

Het voelde zo goed aan om in zijn armen te liggen, zeker ‘s morgens vroeg.

Langzaam, trok ze terug, en ze keken elkaar in de ogen.

“Ik heb gedroomd van jou,” he said.

“Goede dromen, hoop ik.”

Hij glimlachte nog breder. “Natuurlijk.”

Ze was nieuwsgierig naar wat hij gedroomd had, maar hij liet niet meer los, en ze wilde niet nieuwsgierigen. Dat was het met Caleb: hij kon soms wat mysterieus en stil worden, en soms was het moeilijk om zijn gedachten te lezen. Natuurlijk hadden ze beiden de gave om elkaars gedachten te lezen, maar ze had ook gemerkt dat, paradoxaal genoeg, wanneer ze het dichtste samen waren, dat het dan moeilijker werd om te horen wat de ander aan het denken was. Het was bijna of hoe verliefder ze waren, hoe meer dat hun gaven verborgen werden. Alsof bepaalde dingen bedoeld waren om geheim te blijven.

Ze wilde erg graag alles weten wat hij nu aan het denken was, maar opnieuw, ontdekte ze dat hij gedachten verborgen waren.

Ze nam zijn hand, en wandelden samen naar het balkon, ze keken in de verte.

“Ik vind het hier leuk,” zei ze. “Ik denk al aan de verschillende manieren waarop we het kunnen opkalefateren.”

Toen ze de woorden uitsprak, merkte ze dat de glimlach op zijn gezicht wegtrok. Het was een subtiele verandering van zijn gelaatsuitdrukking, maar ze stond dicht genoeg bij hem om het te kunnen zien. Ze voelde ook de grip van zijn hand loslaten, enkel een klein beetje. Ze kon zijn gedachten niet lezen, maar ze was een vrouw, ze kon het minste loslaten aanvoelen.

Waarom? Vroeg ze zich af.

“Dat zou fantastisch zijn,” zei hij.

Maar, er was iets in de toon van zijn stem, een subtiel iets dat ze ontdekte, dat haar vertelde dat er iets was dat hem dwarslag. Dat er iets hem zorgen baarde.

Was ze zich iets aan het inbeelden?

Wat was er mis gelopen? Vroeg ze zich af. Is hij zijn mening over ons aan het veranderen?

Ze staarde hem aan, ze keek hem in de ogen, en die keken in de horizon, en ze probeerde erachter te komen wat hij aan het denken was.

“Ben je gelukkig om hier terug te zijn?” vroeg ze, terwijl ze voorzichtig door wou vragen.

“Ja, heel erg,” antwoordde hij.

Ze wilde zeggen: Waarom zie ik dan verdriet achter je ogen? Is het mijn schuld? Hou je niet zoveel van mij dan dat je zelf gedacht had?

Maar ze was te bang om het uit te spreken. En ze wilde hem niet weg duwen.

Dus in de plaats daarvan, viel Caitlin stil. Maar ze voelde dat haar hart langzaamaan aan het breken was.

Ze dacht terug aan hun relatie, aan al de plekken die ze hadden bezocht. New York City. Boston. Edgartown. Venetië. Rome. Ze waren altijd op de vlucht geweest; er was nooit een moment geweest dat ze kalm hadden kunnen zijn, samen. Om te genieten van elkaar zoals een koppel.

Nu, was die tijd gekomen. Misschien waren er nu dan wel geen obstakels meer, maar was er nu niets meer tussen hen. Misschien had hij angst om dichtbij haar te zijn. Misschien was de enige reden waarom hij van haar hield, zo piekerde ze, dat het de omstandigheden waren geweest, het feit dat ze niet samen konden zijn.

Misschien nu dat ze samen waren, dat hij niet wist wat te doen?

En was Caleb echt het type man dat een huishoudelijk leven kon leiden, niet op de vlucht, niet ten strijde trekken? Tevreden om gewoon hier te zitten, en een huis in te richten en erin te wonen?

Ze begon zich zorgen te maken. Misschien was hij het niet. Trouwens, kijk eens naar wat voor leven hij geleid had in de laatste duizend jaar. Was het mogelijk dat hij dat nu allemaal veranderde? Alleen voor haar?

Of, vroeg Caitlin zich af, was haar geest haar gewoon voor de gek aan het houden? Was ze zich alles gewoon aan het inbeelden? Was ze alles buiten proportie aan het opblazen? Was ze gewoon te gevoelig, naar dingen aan het kijken die er gewoon niet waren? Trouwens, hij had gezegd dat het fantastisch zou zijn. Had hij het echt gemeend?

Caitlin wist dat ze dit tot op de bodem moest uitspitten. Ze kon niet in een leugen leven. Als hij om een of andere reden niet in haar geïnteresseerd was, moest zij het weten. Ze moest.

Ze voelde zichzelf traag trillen, alsof ze aan het opladen was om het te vragen.

“Caleb,” begon ze zachtjes, terwijl haar keel droog werd, en haar stem trilde, “Is alles o.k.?”

Hij keek haar aan, alsof hij in de war was.

“Je ziet er…verdrietig uit,” zei ze. “Alsof je niet helemaal gelukkig bent.”

“Ik…” begon hij, en dan ontspoorde hij. Hij stopte zichzelf, en zuchtte diep. “Ik ben erg gelukkig om samen met jou te zijn.”

Dat was alles dat hij kon zeggen. En het klonk haar geforceerd in de oren.

“Zou je me een moment kunnen excuseren?” Vroeg hij beleefd.

Caitlin knikte terug, te zeer aangedaan om te spreken.

En met deze woorden, draaide hij om en wandelde hij weg naar de patio, en al snel was hij uit het zicht.

Waar was hij naartoe? Waarom was hij plotseling weggegaan?

Caitlin had geen idee, maar het bevestigde haar vermoedens. Hij kon daar niet gewoon staan met haar, en van het uitzicht genieten. Er was iets aan de gang bij hem vanbinnen. Iets dat belangrijk genoeg was om hem te laten weggaan.

Caitlin voelde haar wereld langzaam in duigen vallen.

Wat kon er mogelijk aan de hand zijn?

Dan werd het haar duidelijk. Sera. De laatste keer dat Caitlin hem gezien had, was hij nog getrouwd met haar. Misschien zat dit nog vers in zijn geheugen. Had hij nog gevoelens voor haar? Was hij nu aan haar aan het denken? Deed het feit dat ze de vorige nacht met elkaar geslapen hadden, zijn gevoelens terug opkomen?

Dat zal het zijn, realiseerde Caitlin zich. Ze kon zich geen andere verklaring voorstellen. Caleb moest haar missen. Hij dacht aan haar. Misschien was hij zich wel aan het voorbereiden om te zeggen dat hij moest vertrekken, om Sera te zoeken.

Caitlin kon zijn gedachten niet lezen, maar ze was een vrouw, of niet soms. En zoals elke andere vrouw, voelde ze dat haar hart in een miljoen kleine stukjes aan het breken was.

*

Caleb haastte zich van het balkon en door de kamers van zijn kasteel, hij werd overmand door emoties. Het was sterker dan zichzelf, hij kon niet ophouden met denken aan zijn zoon, Jade. Hij kon niet stoppen met terugkijken naar het plaatje waarop hij zijn dode lichaam in zijn armen hield.

Terwijl hij vlug naar de andere kamer liep, barstte hij in tranen uit. Hij wou niet dat Caitlin hem zo zag. Hij moest zich vlug uit de voeten maken, weg van haar.

Hij had zoveel van Jade gehouden. De jongen leek in zoveel opzichten op hem, en hij was niet alleen aan het opgroeien tot een goede krijger, maar ook tot een beleefde jongeman. Caleb had zich nooit kunnen voorstellen dat hij zijn leven zou lijden zonder hem.

Nu, voelde hij plotseling het verdriet zwaar op hem drukken. Eens Jade overleden was, had Caleb geen spijt over terug in de tijd te reizen. In tegendeel, hij was blij dat hij weg was van Sera, met wie hij nooit een hechte band had gehad, en erg blij dat hij terug met Caitlin was. Hij was erg opgetogen dat hij de kans had gekregen om haar te redden in het Colosseum, en blij dat hij nu aan haar zijde was. Trouwens, het was het enige dat hem recht hield.

Hij was zo opgegaan in de storm van gebeurtenissen, in haar terug te vinden, en haar bij hem thuis te brengen, dat hij tot nu de impact nog niet gevoeld had van het verlies van Jade. Maar nu kwam het eraan, uit het niets, wanneer hij het het minst verwachtte, en het overweldigende hem. Dat is waarom hij Caitlin zo vlug alleen liet. Het was haar eerste dag hier, en ze hadden net een ongelooflijke nacht samen beleefd, en hij wilde dat ze gelukkig was. Hij wilde haar niet meetrekken in zijn verdriet.

Caleb wandelde van de ene kamer naar de andere, en ging toen door een verborgen deur, die leidde naar een smal en draaiend trappenhuis. Hij ging naar boven, al draaiend en kerend, hij ging naar boven in een kleine, ronde toren naar de tweede en hoogste verdieping van het kasteel. Hier op de top, was een klein salon, in openlucht, een openlucht kiosk, in steen, waar hij zich terugtrok wanneer hij zich zorgen maakte. Hij zat op de richel van de steen; en een uitgesleten groef, en keek uit op de oceaan.

Hij keek terug op zijn leven. Hij was gelukkig hier te zijn, in deze tijd en op deze plek. Hij was onvoorstelbaar gelukkig om terug bij Caitlin te zijn. Hij was kapot van verdriet door het verlies van, maar hoe meer hij bleef zitten, en rustig luisterde, hoe meer dat hij voelde dat Jade nog bij hem was, zelfs nu. Hij wist dat hij niet voorwaarts in de tijd kon reizen, en hij wist dat hij hem niet kon terugzien. Hij werd er zich duidelijk van bewust, dat hij gewoon de dingen moest aanvaarden zoals ze nu waren, en hem moest laten gaan. Hij ademde diep, en voelde zich langzaam beter.

Hoe meer hij erover dacht, hoe meer hij zich realiseerde dat hij een ander kind wilde hebben. Deze keer met Caitlin. Het kind dat ze nooit hadden gehad. Hij wist dat het onmogelijk was voor twee vampiers om een kind te hebben. Maar misschien, heel misschien, was er een uitweg.

Sinds hij haar ooit had weergezien, was hij op zoek gegaan naar een moment om haar te vertellen, hoeveel hij van haar hield. En om haar te vertellen dat hij de rest van zijn leven met haar wilde doorbrengen.

Hij zou het onderwerp aansnijden in Parijs, aan de oevers van de rivier, maar hij was op het laatste ogenblik zenuwachtig geworden, en hij had de moed niet kunnen bijeenscharrelen om het haar te vertellen.

Maar nu dat hij hier op deze plaats was, voelde de timing goed aan om het te vertellen volgens hem.

Hij onderzocht de muren van de stenen kiosk, en zocht naar het geheime compartiment dat hij zich herinnerde.

Hij liet zijn vingers langs de steen glijden, en uiteindelijk vond hij het. Hij trok aan de hefboom, en een kleine barst in de steen opende. Hij trok eraan met zijn vingers, en een steen kwam los.

Caleb voelde erin, en hij vond wat hij aan het zoeken was. Hij had het hier verborgen, honderden jaren geleden. Het was een klein zilveren doosje, bezet met juwelen.

Daarin, zat de trouwring van zijn moeder.

Ze had hem ooit aan hem gegeven, en hem verteld dat hij hem alleen mocht geven aan diegene waar hij echt van hield, diegene waarvan hij dacht dat hij er voor altijd bij zou blijven. Omdat hij van dit ras was, kregen de woorden “voor altijd”, een geheel nieuwe betekenis.

Caleb had hem nooit aan Sera gegeven, ondanks het feit dat ze gehuwd ware. Op een of andere manier, was er iets van binnen dat hem tegengehouden had om het te doen. Op een of andere manier, wist hij, toen al, dat de relatie niet zou blijven duren.

Maar met Caitlin, lagen de dingen anders. Hij wou dat ze deze ring kreeg. Hij was zeker dat hij de rest van zijn leven met haar wou doorbrengen. En nu, voelde hij zich er klaar voor.

Het was tijd dat hij haar ten huwelijk vroeg.

Caleb opende het doosje traag, hopende dat de ring er nog altijd in zat.

Dat was zo. Hij was prachtig, zoals hij zich herinnerd had: een enorme saffier van 6 karaat, perfect geslepen, gezet op een band van schitterende robijnen en diamanten.

Hij voelde zich overweldigd door emotie, wanneer hij dacht aan zijn moeder, aan Jade, en nu aan Caitlin.

Aan het gezin dat ze op een dag samen zouden hebben, op de een of andere manier.

Nu hoopte hij enkel dat ze Ja zou zeggen.

*

Caitlin liep terug doorheen het hele huis, en ze zocht overal naar Caleb. Ze was er ondersteboven van, dat zij zomaar weggegaan was.

Net op dat moment, horde ze een krakende deur, en zag ze hem naar beneden van de draaitrap komen. Ze wist zelfs niet van het bestaan van die trap af. Ze realiseerde zich dat hij van het dak afkwam, en vroeg zich af waarom hij daar op zou willen gaan.

En dan realiseerde ze zich het. Er was geen reden waarom hij dat zou willen doen, behalve wanneer zij zover mogelijk weg van haar zou willen zijn. Om alleen te zijn. Haar aanwezigheid baarde hem zorgen, daar was ze zich van bewust. Hij wilde afstand scheppen tussen hem en haar, misschien zelfs, zichzelf voorbereiden op iets dat ze niet wilde horen. Dat hij van gedacht veranderd was over hun samenwonen. Of haar vragen om te vertrekken.

Caitlin kreeg bijna een hartverzakking, toen Caleb dichterbij kwam, en ze ving een glimp op van zijn bedrukte gezicht. Ze dacht dat hij zich klaar aan het maken was om het met haar uit te maken. Hij ging haar vertellen dat hij haar hier te vlug uitgenodigd had, dat hij er niet echt goed over nagedacht had. Dat het allemaal te vlug gebeurde. Dat hij niet gemaakt was voor het gezinsleven. Dat hij wilde dat zij wegging.

Terwijl hij dichterbij kwam, kon ze zijn rode ogen zien, en haar hart bonkte. Had hij gehuild? Ongetwijfeld. Hij was zich aan het voorbereiden om haar iets te vertellen dat ze niet wilde horen.

Caitlin voelde zichzelf trillen en was helemaal van streek.

“Caitlin,” zei hij zachtjes, terwijl hij naar de grond keek.

Hij kon haar zelfs niet in de ogen kijken. Dat kon maar een ding betekenen.

Caitlin had zich nog nooit zo van streek gevoeld. Waar zou ze nu naartoe gaan?

“Caitlin – ” begon hij nu opnieuw.

Maar hij reikte haar de hand, en ze stopte hem. Wat ook de woorden waren die hij nu ging uitspreken, ze wilde niet eeuwig zijn afwijzende woorden horen echoën in haar gedachten.

“Ik weet wat je gaat zeggen,” zei ze, met trillende stem.

Hij opende zijn ogen wijd, met verbazing. “Je weet het?” vroeg hij.

Caitlin knikte. “En ik wil het niet horen.”

Caleb zag er teleurgesteld uit. Ze kon niet begrijpen waarom. Ze wou hem de moeite besparen om het met haar uit te maken.

“Het spijt me dat dit allemaal zo snel gegaan is,” zei Caitlin. “Misschien wanneer het langzamer gebeurd was, dat het dan beter afgelopen zou zijn.”

Caleb zag er verward uit.

“Trek het je niet aan,” zei ze. “Ik ga nu vertrekken.”

En met deze woorden, draaide ze om, en liep ze van hem weg.

“Caitlin!” riep hij haar na.

Maar ze wilde het niet horen. Ze wilde hem niet horen vertellen dat hij van haar hield, maar dat hij nog meer van Sera hield. Ze kon het niet verdragen om deze woorden te horen.

Caitlin huilde terwijl ze door de grote hal liep, en liep dan buiten door de deur van zijn huis waarvan ze zo vlug was gaan houden.

Ze keek naar beneden en zag Ruth aan haar voeten zitten, huilend, en ze pakte haar op, en hield haar goed vast, kuste haar, terwijl de tranen over haar wangen liepen.

Caleb volgde haar tot buiten de voordeur.

“Caitlin, wacht, alsjeblief!”

Maar ze kon niet. Ze rende een paar passen, en sprong in de lucht, met Ruth in haar armen, en binnen enkele momenten, was ze aan het vliegen, vliegen, ver weg van deze plek.


Страницы книги >> Предыдущая | 1 2 3 4 5 6 | Следующая
  • 0 Оценок: 0

Правообладателям!

Данное произведение размещено по согласованию с ООО "ЛитРес" (20% исходного текста). Если размещение книги нарушает чьи-либо права, то сообщите об этом.

Читателям!

Оплатили, но не знаете что делать дальше?


Популярные книги за неделю


Рекомендации