Электронная библиотека » Nederland » » онлайн чтение - страница 1

Текст книги "Kieswet – KW"


  • Текст добавлен: 2 июля 2019, 19:41


Автор книги: Nederland


Жанр: Юриспруденция и право, Наука и Образование


сообщить о неприемлемом содержимом

Текущая страница: 1 (всего у книги 10 страниц) [доступный отрывок для чтения: 3 страниц]

Шрифт:
- 100% +

Kieswet

KW


28.09.1989


Geldend op 01-03-2012


Aanhef

(Tekst geldend op: 01-03-2012)

Wet van 28 september 1989, houdende nieuwe bepalingen inzake het kiesrecht en de verkiezingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe bepalingen inzake het kiesrecht en de verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer der Staten-Generaal, alsmede van de leden van provinciale staten en de gemeenteraden, vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Afdeling I. Algemene bepalingen

Hoofdstuk A. De Kiesraad

Artikel A 1

Er is een Kiesraad, gevestigd te 's-Gravenhage.


Artikel A 2

1. De Kiesraad heeft tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal van advies te dienen in uitvoeringstechnische aangelegenheden die het kiesrecht of de verkiezingen betreffen.

2. De Kiesraad treedt voorts op als centraal stembureau in de gevallen waarin de wet dat voorschrijft.

3. De Kiesraad bestaat uit zeven leden.


Artikel A 3 [Vervallen per 01-01-1997]


Artikel A 4 [Vervallen per 01-01-1997]


Artikel A 5 [Vervallen per 01-01-1997]


Artikel A 6 [Vervallen per 01-01-1997]


Artikel A 7 [Vervallen per 01-01-1997]


Artikel A 8 [Vervallen per 01-01-1997]


Artikel A 9 [Vervallen per 01-01-1997]

Afdeling II. De verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van provinciale staten en van de gemeenteraden

Hoofdstuk B. Het kiesrecht

Artikel B 1

1. De leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal worden gekozen door degenen die op de dag van de kandidaatstelling Nederlander zijn en op de dag van de stemming de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, met uitzondering van degenen die op de dag van de kandidaatstelling hun werkelijke woonplaats hebben in Aruba, Curaзao of Sint Maarten.

2. Deze uitzondering geldt niet voor:

a. de Nederlander die gedurende ten minste tien jaren ingezetene van Nederland is geweest;

b. de Nederlander die in Nederlandse openbare dienst in Aruba, Curaзao of Sint Maarten werkzaam is, alsmede zijn Nederlandse echtgenoot, geregistreerde partner of levensgezel en kinderen, voor zover dezen met hem een gemeenschappelijke huishouding voeren.


Artikel B 2

De leden van provinciale staten worden gekozen door degenen die op de dag van de kandidaatstelling ingezetenen zijn van de provincie, mits zij Nederlander zijn en op de dag van de stemming de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt.


Artikel B 3

1. De leden van de gemeenteraden worden gekozen door degenen die op de dag van de kandidaatstelling ingezetenen zijn van de gemeente en op de dag van de stemming de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt.

2. Zij die geen onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie zijn, dienen om kiesgerechtigd te zijn op de dag van de kandidaatstelling tevens te voldoen aan de vereisten dat:

a. zij rechtmatig in Nederland verblijven op grond van artikel 8, onder a, b, d, e of l, van de Vreemdelingenwet 2000 of op grond van een overeenkomst tussen een internationale organisatie en de Staat der Nederlanden inzake de zetel van deze organisatie in Nederland, en

b. zij onmiddellijk voorafgaand aan de dag van de kandidaatstelling gedurende een onafgebroken periode van ten minste vijf jaren ingezetene van Nederland waren en beschikten over een verblijfsrecht als bedoeld onder a, dan wel rechtmatig in Nederland verbleven op grond van artikel 8, onder c, van de Vreemdelingenwet 2000 dan wel op grond van artikel 3 of artikel 6 van de Wet toelating en uitzetting BES.

3. Niet kiesgerechtigd zijn zij die geen Nederlander zijn en, als door andere staten uitgezonden leden van diplomatieke of consulaire vertegenwoordigingen, in Nederland werkzaam zijn, alsmede hun niet-Nederlandse echtgenoten, geregistreerde partners of levensgezellen en kinderen, voor zover dezen met hen een gemeenschappelijke huishouding voeren.


Artikel B 4

1. Onder ingezetenen van Nederland, van de provincie en van de gemeente verstaat deze wet hen die onderscheidenlijk in Nederland, in de provincie en in de gemeente werkelijke woonplaats hebben.

2. Zij die als ingezetene met een adres zijn ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van een gemeente, worden voor de toepassing van deze wet, behoudens bewijs van het tegendeel, geacht werkelijke woonplaats te hebben in die gemeente.


Artikel B 5

1. Van het kiesrecht zijn uitgesloten zij die bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak van het kiesrecht zijn ontzet. De uitsluiting wordt beoordeeld naar de toestand op de dag van de kandidaatstelling.

2. Onze Minister van Justitie draagt zorg, dat van elke onherroepelijke rechterlijke uitspraak als bedoeld in het eerste lid zo spoedig mogelijk mededeling wordt gedaan aan de burgemeester van de gemeente waar de betrokkene in de basisadministratie persoonsgegevens is ingeschreven of, als het een persoon betreft die niet in een basisadministratie persoonsgegevens is ingeschreven, aan de burgemeester van de gemeente 's-Gravenhage, met vermelding van naam, voorletters of voornamen, adres en geboortedatum alsmede van de duur van de uitsluiting.

3. De burgemeester stelt na ontvangst van de in het tweede lid bedoelde mededeling betrokkene in kennis van zijn uitsluiting en de duur daarvan.


Artikel B 6

1. Kiesgerechtigde personen aan wie op de dag van de stemming rechtmatig hun vrijheid is ontnomen, oefenen hun kiesrecht uit door bij volmacht te stemmen.

2. Deze beperking geldt niet:

a. voor hen die op de dag van de stemming een zodanige feitelijke bewegingsvrijheid genieten dat zij in persoon aan de stemming kunnen deelnemen;

b. voor hen die op grond van het regime van de inrichting waarin zij verblijven aanspraak hebben op periodiek verlof.

3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende het stemmen bij volmacht door de in het eerste lid bedoelde personen.

Hoofdstuk C. De zittingsduur van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van provinciale staten en van de gemeenteraden

Artikel C 1

1. De leden van de Tweede Kamer worden gekozen voor vier jaren.

2. Zij treden tegelijk af op de donderdag op een door de Voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip in de periode van 10 tot en met 16 maart of, in een schrikkeljaar, op de donderdag op een door de Voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip in de periode van 9 tot en met 15 maart.


Artikel C 2

1. De leden van de Tweede Kamer, gekozen na ontbinding van de kamer, treden tegelijk af op een door de Voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip op de eerstvolgende donderdag in de in artikel C 1, tweede lid, bedoelde periode nadat vier jaren zijn verstreken sedert de zitting van het centraal stembureau waarin de uitslag van de verkiezing is bekendgemaakt.

2. Indien deze vier jaren eindigen in een periode, aanvangend met het in artikel C 1, tweede lid, bedoelde tijdstip en op een door de Voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip eindigend op de donderdag in de periode van 19 tot en met 25 mei, treden zij af met ingang van de eerstvolgende donderdag in de in dat lid bedoelde periode nadat drie jaren zijn verstreken sedert de zitting van het centraal stembureau.


Artikel C 3

1. Indien het in artikel C 1, tweede lid, of in artikel C 2 bepaalde tijdstip valt in een jaar waarin de verkiezingen van de leden van provinciale staten onderscheidenlijk de gemeenteraad worden gehouden, treden de leden van de Tweede Kamer tegelijk af op een door de Voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip op de donderdag in de periode van 19 tot en met 25 mei.

2. De leden van de Tweede Kamer die zijn gekozen ter vervulling van de plaatsen van leden die op het in het eerste lid genoemde tijdstip zijn afgetreden, treden, tenzij zich opnieuw het geval als bedoeld in het eerste lid voordoet, tegelijk af op een door de Voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip op de eerstvolgende donderdag in de in artikel C 1, tweede lid, bedoelde periode nadat drie jaren zijn verstreken sedert de zitting van het centraal stembureau waarin de uitslag van de verkiezing is bekendgemaakt.


Artikel C 4

1. De leden van provinciale staten onderscheidenlijk gemeenteraden worden gekozen voor vier jaren.

2. Zij treden tegelijk af met ingang van de donderdag in de periode van 10 tot en met 16 maart of, in een schrikkeljaar met ingang van de donderdag in de periode van 9 tot en met 15 maart.


Artikel C 5

Degene die ter vervulling van een opengevallen plaats tot lid is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

Hoofdstuk D. De registratie van de kiesgerechtigdheid

Artikel D 1

Burgemeester en wethouders registreren de kiesgerechtigdheid van de ingezetenen van de gemeente in de gemeentelijke administratie.


Artikel D 2 [Vervallen per 01-01-1998]


Artikel D 3

1. Burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage registreren voor elke verkiezing van de Tweede Kamer de kiesgerechtigdheid van personen die op de dag van kandidaatstelling hun werkelijke woonplaats buiten Nederland hebben, indien dezen daartoe een schriftelijk verzoek hebben ingediend.

2. Het verzoek wordt niet eerder ingediend dan zes maanden voor de dag van stemming.

3. Het verzoek wordt ingediend bij het hoofd van de consulaire post waaronder de woonplaats van verzoeker ressorteert, of rechtstreeks bij burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage. Het hoofd van de consulaire post zendt het verzoekschrift zo spoedig mogelijk door naar burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage.

4. Indien het verzoek wordt gedaan door een persoon als bedoeld in artikel B 1, tweede lid, onder a, wordt het verzoek ingediend bij de vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, in Curaзao of in Sint Maarten, of rechtstreeks bij burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage. De vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, in Curaзao of in Sint Maarten zendt het verzoekschrift zo spoedig mogelijk door naar burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage.

5. Indien het verzoek wordt gedaan door een persoon als bedoeld in artikel B 1, tweede lid, onder b, die niet gedurende ten minste tien jaren zijn werkelijke woonplaats in Nederland heeft gehad, wordt het verzoek ingediend bij Onze Minister onder wiens ministerie de werkzaamheden van de betrokken functionaris ressorteren. Deze zendt het verzoekschrift zo spoedig mogelijk door naar burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage.

6. Indien het verzoek wordt gedaan door een persoon die zijn werkelijke woonplaats heeft in een land waarmee Nederland geen diplomatieke betrekkingen onderhoudt, wordt het verzoek ingediend bij burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage.

7. Het verzoek dient uiterlijk zes weken voor de dag van stemming te zijn ontvangen door het orgaan waarbij het moet worden ingediend.

8. Burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage beoordelen het verzoek naar de vermoedelijke toestand op de dag van de kandidaatstelling. Zij beslissen op het verzoek uiterlijk op de zevende dag nadat zij dit hebben ontvangen.

9. Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren voor de verzoeken, kosteloos, voor de kiezers verkrijgbaar zijn. Bij ministeriële regeling wordt voor de formulieren een model vastgesteld.


Artikel D 3a

1. Burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage houden een bestand bij van personen aan wie voor elke verkiezing van de leden van de Tweede Kamer zonder een afzonderlijk daartoe strekkend verzoek een formulier tot registratie van de kiesgerechtigdheid wordt toegezonden.

2. Opname in het bestand geschiedt op verzoek van de desbetreffende persoon of na een verzoek tot registratie van de kiesgerechtigdheid voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, ongeacht of dat verzoek is ingewilligd.

3. Burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage verwijderen uit het bestand de geregistreerde gegevens, wanneer:

a. de geregistreerde daarom verzoekt;

b. er geen verzoek tot registratie is ingediend voor de laatstgehouden verkiezing van de leden van de Tweede Kamer.

4. Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld welke gegevens in het bestand geregistreerd worden.


Artikel D 4

Burgemeester en wethouders delen aan een ieder op zijn verzoek onverwijld mede of hij als kiezer is geregistreerd. Indien de verzoeker niet als kiezer is geregistreerd, worden hem uiterlijk op de zevende dag na de ontvangst van het verzoek de redenen daarvan meegedeeld.


Artikel D 5

Een ieder kan schriftelijk aan burgemeester en wethouders om herziening van de registratie verzoeken op de grond dat hij niet of niet op de juiste wijze als kiezer is geregistreerd.


Artikel D 6

Burgemeester en wethouders beslissen op het verzoek om herziening uiterlijk op de zevende dag na de ontvangst en brengen zo nodig de gemeentelijke administratie hiermee in overeenstemming.


Artikel D 7

Burgemeester en wethouders maken hun beslissing onverwijld aan de verzoeker bekend.


Artikel D 8

Burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage verwijderen de naam van een persoon die ingevolge artikel D 3, eerste lid, als kiezer is geregistreerd, uit de registratie, indien aan hen omstandigheden bekend worden op grond waarvan de desbetreffende persoon niet als kiezer behoort te zijn geregistreerd. Zij maken de verwijdering onverwijld aan hem bekend.


Artikel D 9

1. Tegen een beschikking als bedoeld in de artikelen D 3, achtste lid, D 6 en D 8 kan een belanghebbende beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

2. Artikel 7:1 en titel 8.3 van de Algemene wet bestuursrecht blijven buiten toepassing.

3. In afwijking van artikel 8:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht bedraagt de termijn binnen welke de bijschrijving of storting van het verschuldigde bedrag dient plaats te vinden, twee weken. De voorzitter van de Afdeling kan een kortere termijn stellen.

4. De Afdeling behandelt de zaak met toepassing van afdeling 8.2.3 van de Algemene wet bestuursrecht. Afdeling 8.2.4 blijft buiten toepassing. Aan burgemeester en wethouders wordt terstond een afschrift van het beroepschrift gezonden.


Artikel D 10

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de registratie van de kiesgerechtigdheid.

Hoofdstuk E. Kieskringen en stembureaus

§ 1. De kieskringen


Artikel E 1

1. Voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer wordt Nederland verdeeld in kieskringen, overeenkomstig de bij deze wet gevoegde tabel.


Nummer van de kieskring

Gebied waarover de kieskring zich uitstrekt

Gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd


1.

De provincie Groningen

Groningen


2.

De provincie Fryslân

Leeuwarden


3.

De provincie Drenthe

Assen


4.

De provincie Overijssel

Zwolle


5.

De provincie Flevoland

Lelystad


6.

De gemeenten Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Geldermalsen, Groesbeek, Heumen, Lingewaal, Maasdriel, Millingen aan de Rijn, Neder-Betuwe, Neerijnen, Nijmegen, Tiel, Ubbergen, West Maas en Waal, Wijchen, Zaltbommel.

Nijmegen


7.

De gemeenten van de provincie Gelderland die niet tot kieskring 6 behoren.

Arnhem


8.

De provincie Utrecht

Utrecht


9.

De gemeente Amsterdam

Amsterdam


10.

De gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Beverwijk, Blaricum, Bloemendaal, Bussum, Diemen, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnewoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Ouder-Amstel, Uithoorn, Velsen, Weesp, Wijdemeren, Zandvoort.

Haarlem


11.

De gemeenten van de provincie Noord-Holland die niet tot de kieskringen 9 of 10 behoren.

Den Helder


12.

De gemeente 's-Gravenhage

's-Gravenhage


13.

De gemeente Rotterdam

Rotterdam


14.

De gemeenten Alblasserdam, Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Binnenmaas, Brielle, Cromstrijen, Delft, Dirksland, Dordrecht, Giessenlanden, Goedereede, Gorinchem, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, Hellevoetsluis, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Liesveld, Maassluis, Middelharnis, Midden-Delfland, Nieuw-Lekkerland, Oostflakkee, Oud-Beijerland, Papendrecht, Ridderkerk, Rozenburg, Rijswijk, Schiedam, Sliedrecht, Spijkenisse, Strijen, Vlaardingen, Westland, Westvoorne, Zederik, Zwijndrecht.

Dordrecht


15.

De gemeenten van de provincie Zuid-Holland die niet tot de kieskringen 12, 13 of 14 behoren.

Leiden


16.

De provincie Zeeland

Middelburg


17.

De gemeenten Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Dongen, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Goirle, Halderberge, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Moerdijk, Oisterwijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Tilburg, Waalwijk, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem, Zundert.

Tilburg


18.

De gemeenten van de provincie Noord-Brabant die niet tot kieskring 17 behoren.

's-Hertogenbosch


19.

De provincie Limburg.

Maastricht


20.

De openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Bonaire


2. De kieskringen voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, voor zover gelegen in het Europese deel van Nederland, vormen tevens de kieskringen voor de verkiezing van de leden van provinciale staten. Provinciale staten kunnen voor de verkiezing van de leden van provinciale staten deze kieskringen in meer kieskringen verdelen.

3. Voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad vormt elke gemeente één kieskring.


Artikel E 2 [Vervallen per 01-01-2010]

§ 2. De stembureaus


Artikel E 3

1. Burgemeester en wethouders stellen één of meer stembureaus in de gemeente in.

2. Een stembureau bestaat uit een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen aantal leden, van wie er één voorzitter is.


Artikel E 4

Burgemeester en wethouders benoemen tijdig voor elke verkiezing de leden van elk stembureau en een voldoend aantal plaatsvervangende leden.

§ 3. De hoofdstembureaus


Artikel E 5

1. Voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer wordt voor elke kieskring een hoofdstembureau ingesteld. Het is gevestigd in de gemeente, daartoe aangewezen in de tabel, genoemd in artikel E 1, eerste lid.

2. Het hoofdstembureau bestaat uit vijf leden, van wie er één voorzitter en één plaatsvervangend voorzitter is.

3. Voorzitter is de burgemeester van de gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd. De plaatsvervangend voorzitter en de andere leden, alsmede drie plaatsvervangende leden, worden benoemd en ontslagen door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.


Artikel E 6

1. Voor de verkiezing van de leden van provinciale staten wordt voor elke kieskring een hoofdstembureau ingesteld. Het is gevestigd in de gemeente, daartoe aangewezen door provinciale staten.

2. Het hoofdstembureau bestaat uit vijf leden, van wie er één voorzitter en één plaatsvervangend voorzitter is.

3. Voorzitter is de burgemeester van de gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd. De plaatsvervangend voorzitter en de andere leden, alsmede drie plaatsvervangende leden, worden benoemd en ontslagen door gedeputeerde staten.


Artikel E 7

1. Voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad wordt een hoofdstembureau ingesteld, bestaande uit vijf leden, van wie er één voorzitter en één plaatsvervangend voorzitter is.

2. De burgemeester is voorzitter van het hoofdstembureau. De plaatsvervangend voorzitter en de andere leden, alsmede drie plaatsvervangende leden, worden door burgemeester en wethouders benoemd en ontslagen.


Artikel E 8

De in de artikelen E 5, E 6 en E 7 bedoelde benoemingen geschieden voor vier kalenderjaren. Degene die ter vervulling van een opengevallen plaats is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.


Artikel E 9

Voor het houden van de zittingen van het hoofdstembureau wijzen burgemeester en wethouders een geschikte ruimte aan.


Artikel E 10

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels gesteld worden omtrent inrichting, samenstelling en werkwijze van het hoofdstembureau.

§ 4. De centrale stembureaus


Artikel E 11

1. Er is voor de verkiezing van elk vertegenwoordigend orgaan een centraal stembureau.

2. Voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer treedt de Kiesraad als centraal stembureau op.

3. Voor de verkiezing van de leden van provinciale staten treedt het hoofdstembureau van de kieskring waarin de gemeente is gelegen waar de vergadering van de staten wordt gehouden, tevens als centraal stembureau op.

4. Voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad treedt het hoofdstembureau tevens als centraal stembureau op.

Hoofdstuk F. Het tijdstip van de kandidaatstelling

Artikel F 1

1. De kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, provinciale staten en de gemeenteraad vindt plaats op de dinsdag in de periode van 18 tot en met 24 januari.

2. In het geval, bedoeld in artikel C 3, eerste lid, vindt de kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer plaats op de dinsdag in de periode van 29 maart tot en met 4 april.

3. Bij koninklijk besluit kan, indien zwaarwichtige redenen verband houdend met de dag van stemming daartoe nopen, worden bepaald dat de kandidaatstelling plaatsvindt op de dinsdag, woensdag, donderdag, of maandag vууr de in het eerste onderscheidenlijk tweede lid genoemde dag. Het koninklijk besluit wordt bekend gemaakt uiterlijk zes maanden vууr de in het eerste onderscheidenlijk tweede lid genoemde dag.


Artikel F 2

In geval van ontbinding van de Tweede Kamer vindt de kandidaatstelling plaats binnen veertig dagen na de dagtekening van het koninklijk besluit tot ontbinding, op een bij dat besluit te bepalen dag.

Hoofdstuk G. De registratie van de aanduiding van een politieke groepering

Artikel G 1

1. Een politieke groepering die een vereniging is met volledige rechtsbevoegdheid kan aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer schriftelijk verzoeken de aanduiding waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in te schrijven in een register dat door het centraal stembureau wordt bijgehouden. Verzoeken, ontvangen na dedrieënveertigste dag voor de kandidaatstelling, blijven voor de daaropvolgende verkiezing buiten behandeling.

2. Voor de in het eerste lid bedoelde registratie moet een waarborgsom van Ђ 450 dan wel, indien het een groepering betreft die blijkens de statuten haar zetel heeft in Bonaire, Sint Eustatius of Saba, een waarborgsom van USD 450 worden betaald aan de Staat. Degene die de betaling heeft verricht, ontvangt een bewijs daarvan. Na inlevering van een geldige kandidatenlijst voor de eerstkomende verkiezing na de beslissing op het verzoek wordt hem de waarborgsom teruggegeven.

3. Bij het verzoek worden overgelegd:

a. een afschrift van de notariлle akte waarin de statuten van de vereniging zijn opgenomen;

b. een bewijs van inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007 dan wel artikel 2 van de Handelsregisterwet 2009 BES;

c. het in het tweede lid bedoelde bewijs van betaling;

d. een verklaring van de politieke groepering, houdende aanwijzing van haar gemachtigde en plaatsvervangend gemachtigde bij het centraal stembureau, welke geldt zolang zij niet door een andere is vervangen.

4. Het centraal stembureau beschikt slechts afwijzend op het verzoek, indien:

a. de aanduiding strijdig is met de openbare orde;

b. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering, of met een aanduiding waarvoor reeds eerder op grond van dit artikel een registratieverzoek is ontvangen, en daardoor verwarring te duchten is;

c. de aanduiding anderszins misleidend is voor de kiezers;

d. de aanduiding meer dan 35 letters of andere tekens bevat;

e. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met die van een rechtspersoon die bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak verboden is verklaard en deswege is ontbonden;

f. het verzoek op dezelfde dag bij het centraal stembureau is ingekomen als een ander verzoek, strekkende tot inschrijving van een geheel of in hoofdzaak gelijkluidende aanduiding, tenzij dat andere verzoek reeds op een der onder a tot en met e genoemde gronden moet worden afgewezen.

5. De beslissing van het centraal stembureau op het verzoek wordt aan de gemachtigde bekendgemaakt. Van de beslissing wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

6. Een politieke groepering waarvan de aanduiding is ingeschreven in het register, kan schriftelijk een verzoek tot wijziging van deze aanduiding indienen bij het centraal stembureau. De laatste volzin van het eerste lid, alsmede het vierde en vijfde lid zijn op verzoeken tot wijziging van overeenkomstige toepassing.

7. Het centraal stembureau schrapt de aanduiding in het register en doet hiervan mededeling in de Staatscourant, wanneer:

a. de politieke groepering heeft opgehouden te bestaan;

b. de politieke groepering een verzoek daartoe heeft gedaan;

c. de politieke groepering als vereniging bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak verboden is verklaard en deswege is ontbonden;

d. voor de laatstgehouden verkiezing van de leden van de Tweede Kamer geen geldige kandidatenlijst is ingeleverd.

8. Op de veertiende dag voor de kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, alsmede op de veertigste dag voor de kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van provinciale staten of van de gemeenteraad, brengt het centraal stembureau de door hem geregistreerde aanduidingen van politieke groeperingen, voor zover de registratie daarvan onherroepelijk is, alsmede de namen van de gemachtigden en hun plaatsvervangers ter openbare kennis in de Staatscourant.


Artikel G 2

1. Een politieke groepering die een vereniging is met volledige rechtsbevoegdheid en waarvan de aanduiding niet reeds bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer is geregistreerd, kan aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van provinciale staten schriftelijk verzoeken de aanduiding waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in te schrijven in een register dat door het centraal stembureau wordt bijgehouden. Verzoeken, ontvangen na dedrieënveertigste dag voor de kandidaatstelling, blijven voor de daaropvolgende verkiezing buiten behandeling.

2. Voor de in het eerste lid bedoelde registratie moet een waarborgsom van Ђ 225 dan wel, indien het een groepering betreft die blijkens de statuten haar zetel heeft in Bonaire, Sint Eustatius of Saba, een waarborgsom van USD 225 worden betaald aan de gemeente waar het centraal stembureau is gevestigd. Degene die de betaling heeft verricht, ontvangt een bewijs daarvan. Na inlevering van een geldige kandidatenlijst voor de eerstkomende verkiezing na de beslissing op het verzoek wordt hem de waarborgsom teruggegeven.

3. Bij het verzoek worden overgelegd:

a. een afschrift van de notariлle akte waarin de statuten van de vereniging zijn opgenomen;

b. een bewijs van inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007 dan wel artikel 2 van de Handelsregisterwet 2009 BES;

c. het in het tweede lid bedoelde bewijs van betaling;

d. een verklaring van de politieke groepering, houdende aanwijzing van haar gemachtigde en plaatsvervangend gemachtigde bij het centraal stembureau, welke geldt zolang zij niet door een andere is vervangen.

4. Het centraal stembureau beslist slechts afwijzend op het verzoek, indien:

a. de aanduiding strijdig is met de openbare orde;

b. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds op de voet van dit artikel of artikel G 1 geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering of met een aanduiding waarvoor reeds eerder op grond van dit artikel een registratieverzoek is ontvangen, en daardoor verwarring te duchten is;

c. de aanduiding anderszins misleidend is voor de kiezers;

d. de aanduiding meer dan 35 letters of andere tekens bevat;

e. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met die van een rechtspersoon die bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak verboden is verklaard en deswege is ontbonden;

f. het verzoek op dezelfde dag bij het centraal stembureau is ingekomen als een ander verzoek, strekkende tot inschrijving van een geheel of in hoofdzaak gelijkluidende aanduiding, tenzij dat andere verzoek reeds op een der onder a tot en met e genoemde gronden moet worden afgewezen.

5. De beslissing van het centraal stembureau op het verzoek wordt aan de gemachtigde bekendgemaakt. Van de beslissing wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

6. Een politieke groepering waarvan de aanduiding is ingeschreven in het register, kan schriftelijk een verzoek tot wijziging van deze aanduiding indienen bij het centraal stembureau. De laatste volzin van het eerste lid, alsmede het vierde en vijfde lid zijn op verzoeken tot wijziging van overeenkomstige toepassing.

7. Het centraal stembureau schrapt de aanduiding in het register en doet hiervan mededeling in de Staatscourant, wanneer:

a. de politieke groepering heeft opgehouden te bestaan;

b. de politieke groepering een verzoek daartoe heeft gedaan;

c. de politieke groepering als vereniging bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak verboden is verklaard en deswege is ontbonden;

d. voor de laatstgehouden verkiezing van de leden van provinciale staten geen geldige kandidatenlijst is ingeleverd.

8. Op de veertiende dag voor de kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van provinciale staten, alsmede op de veertigste dag vууr de kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, brengt het centraal stembureau de door hem geregistreerde aanduidingen van politieke groeperingen, voor zover de registratie daarvan onherroepelijk is, alsmede de namen van de gemachtigden en hun plaatsvervangers ter openbare kennis in de Staatscourant.


Artikel G 3

1. Een politieke groepering die een vereniging is met volledige rechtsbevoegdheid en waarvan de aanduiding niet reeds bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, onderscheidenlijk provinciale staten, is geregistreerd, kan aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad schriftelijk verzoeken de aanduiding waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in te schrijven in een register dat door het centraal stembureau wordt bijgehouden. Verzoeken, ontvangen na dedrieënveertigste dag voor de kandidaatstelling, blijven voor de daaropvolgende verkiezing buiten behandeling.


Страницы книги >> 1 2 3 | Следующая
  • 0 Оценок: 0

Правообладателям!

Данное произведение размещено по согласованию с ООО "ЛитРес" (20% исходного текста). Если размещение книги нарушает чьи-либо права, то сообщите об этом.

Читателям!

Оплатили, но не знаете что делать дальше?


Популярные книги за неделю


Рекомендации