Текст книги "Kieswet – KW"
Автор книги: Nederland
Жанр: Юриспруденция и право, Наука и Образование
сообщить о неприемлемом содержимом
Текущая страница: 3 (всего у книги 10 страниц) [доступный отрывок для чтения: 3 страниц]
Artikel I 4
Op de derde dag na de kandidaatstelling beslist het hoofdstembureau in een openbare zitting die om zestien uur aanvangt, over de geldigheid van de lijsten en over het handhaven van de daarop voorkomende kandidaten, alsmede over het handhaven van de daarboven geplaatste aanduiding van een politieke groepering, en maakt deze beslissingen op de zitting bekend.
Artikel I 5
Ongeldig is de lijst:
a. die niet op de dag van de kandidaatstelling tussen negen en vijftien uur bij de voorzitter van het hoofdstembureau of het door deze aangewezen lid is ingeleverd;
b. waarbij, indien ten behoeve van de lijst een waarborgsom moet worden betaald, niet gevoegd is het bewijs dat deze betaling is verricht;
c. waarbij, indien bij de lijst verklaringen van ondersteuning moeten worden overgelegd, niet ten minste het aantal geldige verklaringen, genoemd in artikel H 4, eerste lid, is overgelegd;
d. die niet voldoet aan het bij ministeriële regeling vastgestelde model;
e. die niet persoonlijk is ingeleverd door een kiezer, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing;
f. waarbij, voor zover vereist, niet is overgelegd de verklaring van burgemeester en wethouders dat de inleveraar als kiezer is geregistreerd in hun gemeente en bevoegd is aan de verkiezing deel te nemen;
g. waarop door toepassing van artikel I 6 alle kandidaten zijn geschrapt.
Artikel I 6
1. Het hoofdstembureau schrapt, in de volgorde in dit lid aangewezen, van de lijst de naam van de kandidaat:
a. die niet is vermeld overeenkomstig het bepaalde krachtens artikel H 8;
b. van wie niet is overgelegd de verklaring dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op de lijst;
c. wiens woonplaats buiten het Europese deel van Nederland is gelegen, indien de aanwijzing van een gemachtigde ontbreekt;
d. die tijdens de zittingsperiode van het orgaan waarvoor de verkiezing zal plaatshebben, niet de voor het zitting nemen in dat orgaan vereiste leeftijd bereikt;
e. die bij een verkiezing van de leden van provinciale staten of van de gemeenteraad geen ingezetene is van de provincie, onderscheidenlijk de gemeente, en ten aanzien van wie de verklaring dat hij voornemens is zich bij benoeming te vestigen in de provincie, onderscheidenlijk gemeente, ontbreekt;
f. die heeft verklaard dat hij voornemens is zich bij benoeming te vestigen in de provincie, onderscheidenlijk gemeente, en ten aanzien van wie blijkt dat hij tevens een zodanige verklaring heeft afgelegd voor de verkiezing van de leden van de staten van een andere provincie, onderscheidenlijk van de raad van een andere gemeente;
g. die tenzij het kandidatenlijsten betreft als bedoeld in artikel H 2, eerste lid, eerste volzin, voorkomt op meer dan één van de bij het hoofdstembureau ingeleverde lijsten;
h. van wie een uittreksel uit het register van overlijden dan wel een afschrift van de akte van overlijden is overgelegd;
i. die op de lijst voorkomt na het ten hoogste toegelaten aantal.
2. Het hoofdstembureau schrapt, in de volgorde in dit lid aangewezen, de aanduiding van een politieke groepering, indien:
a. een daarop betrekking hebbende verklaring als bedoeld in het tweede of derde lid van artikel H 3 ontbreekt;
b. de aanduiding geplaatst is boven meer dan één van de bij het hoofdstembureau ingeleverde lijsten.
3. Indien de aanduiding van een politieke groepering niet in overeenstemming is met die waaronder zij is geregistreerd, brengt het hoofdstembureau deze ambtshalve daarmee in overeenstemming.
Artikel I 7
1. Tegen een beschikking als bedoeld in artikel I 4 kan een belanghebbende en iedere kiezer beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In afwijking van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift vier dagen.
2. Artikel D 9, tweede tot en met vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3. De Afdeling doet uitspraak uiterlijk op de zesde dag nadat het beroepschrift is ontvangen.
4. Indien de uitspraak van de Afdeling strekt tot gegrondverklaring van het beroep, bepaalt zij dat haar uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde beschikking.
5. De voorzitter van de Afdeling stelt partijen en de voorzitter van het hoofdstembureau onverwijld in kennis van de uitspraak.
Artikel I 8
1. Indien beroep is ingesteld tegen een beschikking waarbij het hoofdstembureau een lijst ongeldig heeft verklaard of de naam van een kandidaat dan wel de aanduiding van een politieke groepering heeft geschrapt op grond van een of meer van de verzuimen, vermeld in artikel I 2, eerste lid, zonder dat het hoofdstembureau tevoren overeenkomstig het in dat artikel bepaalde kennis heeft gegeven van het bestaan daarvan aan degene die de lijst heeft ingeleverd, kan deze het verzuim of de verzuimen alsnog herstellen ter secretarie van de Raad van State. Artikel I 2, derde tot en met zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.
2. Indien een verzuim overeenkomstig het eerste lid is hersteld, houdt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij haar uitspraak daarmee rekening.
Artikel I 9
1. Zodra de termijn, bedoeld in artikel I 7, eerste lid, is verstreken zonder dat beroep is ingesteld, of in geval van beroep, zodra aan het vijfde lid van artikel I 7 toepassing is gegeven, deelt de voorzitter van het hoofdstembureau onverwijld aan het centraal stembureau mede, welke geldige lijsten zijn ingeleverd. Hij geeft daarbij aan welke wijzigingen daarin zijn aangebracht na de dag van de kandidaatstelling. Indien gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid, bedoeld in artikel H 2, eerste lid, vindt eenzelfde mededeling plaats aan de overige hoofdstembureaus.
2. Indien het betreft de verkiezing van de leden van de gemeenteraad of van provinciale staten van een provincie die één kieskring vormt, kan de mededeling aan het centraal stembureau achterwege blijven. Voor de toepassing van artikel I 17, eerste lid, wordt zij geacht onverwijld te zijn gedaan.
3. Bij ministeriële regeling wordt voor deze mededeling een model vastgesteld.
§ 2. De verbinding van kandidatenlijsten tot een lijstencombinatie
Artikel I 10
1. Op de dag van de kandidaatstelling, tussen negen en zeventien uur, kunnen kandidatenlijsten van verschillende politieke groeperingen tot een lijstencombinatie worden verbonden door inlevering bij het centraal stembureau van een daartoe strekkende schriftelijke gemeenschappelijke verklaring van de op de lijsten vermelde gemachtigden.
2. Zodanige verbinding kan slechts worden aangebracht tussen politieke groeperingen waarvan de aanduiding ten behoeve van de desbetreffende verkiezing is geregistreerd.
3. Indien het betreft de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer of van provinciale staten van een provincie die uit meer dan één kieskring bestaat, kan een verbinding voorts slechts worden aangebracht indien
a. de onderscheidene groeperingen in alle kieskringen een lijst hebben ingediend en
b. de combinatie betrekking heeft op alle in de onderscheidene kieskringen vanwege een groepering ingediende lijsten.
4. Het bepaalde in het tweede lid is mede van toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen, indien de aldus gevormde aanduiding voorkomt op alle vanwege die groeperingen ingediende lijsten.
5. Bij ministeriële regeling wordt voor de in het eerste lid bedoelde verklaring een model vastgesteld.
Artikel I 11
Het centraal stembureau beslist over de geldigheid van de lijstencombinaties in de zitting, bedoeld in artikel I 12, en maakt deze beslissing op de zitting bekend.
§ 3. De nummering van de kandidatenlijsten
Artikel I 12
Op de tweede dag na de kandidaatstelling nummert het centraal stembureau in een openbare zitting de kandidatenlijsten, en maakt deze beslissing op de zitting bekend.
Artikel I 13
Bij de nummering gelden de lijstengroepen alsmede de niet van een groep deel uitmakende stellen gelijkluidende lijsten als één lijst.
Artikel I 14
1. Eerst worden genummerd de lijsten van politieke groeperingen wier aanduiding was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van het desbetreffende vertegenwoordigend orgaan een of meer zetels zijn toegekend. Aan deze lijsten worden de nummers 1 en volgende toegekend in de volgorde van de bij die verkiezing op de desbetreffende lijsten uitgebrachte aantallen stemmen, met dien verstande dat aan de lijst van de groepering met het hoogste aantal stemmen het nummer 1 wordt toegekend. Bij gelijkheid van het aantal beslist het lot.
2. Het bepaalde in het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen, indien bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van het desbetreffende vertegenwoordigende orgaan, hetzij aan de gezamenlijke groeperingen, hetzij aan ten minste één daarvan, één of meer zetels zijn toegekend. In het geval waarbij aan ten minste één van de betrokken groeperingen één of meer zetels zijn toegekend worden voor de toepassing van het bepaalde in de tweede volzin van het eerste lid, de op de lijsten uitgebrachte aantallen stemmen van de groeperingen waaraan die zetels zijn toegekend, bij elkaar opgeteld.
3. Vervolgens worden, met de nummers volgende op het laatste krachtens het eerste lid toegekende nummer, genummerd de overige lijstengroepen en stellen gelijkluidende lijsten waarvan in alle kieskringen een lijst is ingeleverd, in de volgorde door het lot aangewezen.
4. Daarna worden, met de nummers volgende op het laatste krachtens het derde lid toegekende nummer, genummerd de overige lijstengroepen en stellen gelijkluidende lijsten in de volgorde van het aantal kieskringen waar een daartoe behorende lijst is ingeleverd, met dien verstande, dat het eerstvolgende nummer wordt toegekend aan de lijstengroep of het stel gelijkluidende lijsten waarvan een lijst is ingeleverd in de meeste kieskringen. Bij een gelijk aantal kieskringen beslist het lot.
5. Ten slotte worden ten aanzien van iedere kieskring aan de op zichzelf staande lijsten bij loting toegekend de nummers die nog niet in enige kieskring aan een andere lijst zijn toegekend.
Artikel I 15
1. Onmiddellijk nadat de nummering heeft plaatsgevonden maakt de voorzitter openbaar welk nummer aan de onderscheidene lijsten is toegekend.
2. Indien het betreft de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, geschiedt de openbaarmaking in de Staatscourant.
3. Indien het betreft de verkiezing van de leden van provinciale staten of de gemeenteraad, geschiedt de openbaarmaking op de in de provincie, onderscheidenlijk de gemeente, gebruikelijke wijze.
Artikel I 16
Een beslissing tot ongeldigverklaring van een kandidatenlijst heeft geen gevolg ten aanzien van de nummers, toegekend aan de overige kandidatenlijsten.
§ 4. De openbaarmaking van de kandidatenlijsten
Artikel I 17
1. Nadat van alle hoofdstembureaus de in artikel I 9, eerste lid, eerste volzin, bedoelde mededeling is ontvangen, maakt de voorzitter van het centraal stembureau de lijsten zo spoedig mogelijk openbaar. Daarbij vermeldt hij tevens welke lijsten tot een lijstencombinatie zijn verbonden.
2. De openbaarmaking geschiedt:
indien het betreft de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, door plaatsing van de lijsten naar de kieskringen gerangschikt en met vermelding van hun nummers en, in voorkomend geval, de aanduidingen van de politieke groeperingen in de Staatscourant;
indien het betreft de verkiezing van de leden van provinciale staten of de gemeenteraad, door de van de nummers en, in voorkomend geval, de aanduidingen van de politieke groeperingen voorziene lijsten ter secretarie van de gemeente waar het centraal stembureau is gevestigd, onderscheidenlijk ter secretarie van de gemeente, voor een ieder ter inzage te leggen. Van de terinzagelegging geschiedt tegelijk openbare kennisgeving door de voorzitter van het centraal stembureau.
§ 5. Slotbepaling
Artikel I 18
1. Van de in de artikelen I 1, I 4 en I 12 bedoelde zittingen wordt proces-verbaal opgemaakt. Het proces-verbaal wordt voor een ieder ter inzage gelegd.
2. De bij de in de artikelen I 4 en I 12 bedoelde zittingen aanwezige kiezers kunnen mondeling bezwaren inbrengen. Van deze bezwaren wordt in het proces-verbaal melding gemaakt.
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden geregeld:
a. de plaats waar de processen-verbaal ter inzage worden gelegd;
b. de bekendmaking van het tijdstip en de plaats van de zitting, bedoeld in artikel I 4 onderscheidenlijk I 12.
4. Bij ministeriële regeling worden voor de processen-verbaal modellen vastgesteld.
5. Terstond na de zitting doet de voorzitter van het hoofdstembureau een afschrift van het proces-verbaal aan het centraal stembureau toekomen.
Hoofdstuk J. De stemming
§ 1. Algemene bepalingen
Artikel J 1
1. De stemming vindt plaats op dedrieënveertigste dag na de kandidaatstelling.
2. De stemming vangt aan om zeven uur dertig en duurt tot eenentwintig uur.
3. Burgemeester en wethouders kunnen voor stembureaus waar dat wenselijk is met het oog op de plaats waar de bureaus zitting houden bepalen dat de stemming in deze stembureaus aanvangt op een eerder of een later tijdstip dan zeven uur dertig en eindigt op een eerder tijdstip dan eenentwintig uur. De burgemeester brengt deze tijdstippen ten minste veertien dagen voor de stemming ter openbare kennis.
4. De stemopneming van de stembureaus, bedoeld in het derde lid, vindt plaats om eenentwintig uur op een door burgemeester en wethouders vast te stellen en bekend te maken plaats. De plaats van stemopneming wordt bekend gemaakt in de openbare kennisgeving, bedoeld in het derde lid.
5. Een stembureau als bedoeld in het derde lid is, met uitzondering van een stembureau als bedoeld in artikel J 4a, op de dag van de stemming ten minste acht uur aaneengesloten geopend.
Artikel J 2
De stemming geschiedt in elke kieskring over de kandidaten wier namen voorkomen op de voor die kieskring geldig verklaarde kandidatenlijsten.
Artikel J 3 [Vervallen per 01-01-2010]
Artikel J 4
1. Burgemeester en wethouders wijzen voor elk stembureau een geschikt stemlokaal aan. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen hieromtrent nadere regels worden gesteld. De burgemeester brengt de adressen van de stemlokalen ter kennis van de kiezer op bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen wijze.
2. Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat tenminste 25 % van de in de gemeente aangewezen stemlokalen zodanig zijn gelegen en zo zijn ingericht dat kiezers met lichamelijke beperkingen zoveel mogelijk hun stem zelfstandig kunnen uitbrengen.
3. Op verzoek van burgemeester en wethouders stellen de besturen van bijzondere scholen de daarvoor in aanmerking komende lokalen en het zich daarin bevindende materiaal voor de inrichting en het gebruik als stemlokaal beschikbaar, desgewenst tegen vergoeding van de daaruit voortvloeiende onkosten.
4. De burgemeester draagt zorg voor de inrichting van het stemlokaal en wijst zo nodig personen aan die het stembureau ten dienste worden gesteld.
Artikel J 4a
1. Burgemeester en wethouders kunnen in hun gemeente mobiele stembureaus aanwijzen. De burgemeester brengt een dergelijke aanwijzing ten minste veertien dagen voor de stemming ter openbare kennis.
2. Burgemeester en wethouders stellen de zittingstijden vast en onderscheiden plaatsen waar de mobiele stembureaus gedurende de dag der stemming worden gestationeerd. De tijdstippen en plaatsen worden bekend gemaakt in de openbare kennisgeving, bedoeld in het eerste lid.
3. Alvorens een stembureau als bedoeld in het eerste lid naar een andere standplaats vertrekt, wordt de sleuf van de stembus door de voorzitter van het stembureau in tegenwoordigheid van de aanwezige kiezers afgesloten en verzegeld. De voorzitter bewaart de sleutel waarmee de stembus is afgesloten, tijdens het verplaatsen naar de volgende standplaats. De voorzitter opent na de aankomst van het mobiele stembureau op de nieuwe standplaats de stembus in tegenwoordigheid van de aanwezige kiezers.
4. Artikel J 1, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel J 5
Behoudens in de gevallen, genoemd in de hoofdstukken K, L en M, neemt de kiezer aan de stemming deel in een stemlokaal van zijn keuze in de gemeente waar hij op de dag van de kandidaatstelling als kiezer is geregistreerd.
Artikel J 6
De gemeenteraad kan bepalen dat tegelijk met de stemming in het stemlokaal een andere, door de gemeenteraad uitgeschreven, stemming plaatsvindt. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voorschriften gegeven met het oog op de combinatie van de stemmingen.
§ 2. De oproeping voor de stemming
Artikel J 7
Ten minste veertien dagen voor de stemming ontvangt elke kiezer die bevoegd is aan de stemming deel te nemen, van de burgemeester van de gemeente waar hij op de dag van de kandidaatstelling als kiezer is geregistreerd, een stempas. Op de stempas wordt een volgnummer vermeld. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt bij ministeriële regeling een model vast voor de stempas. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt tijdig voor de verkiezing aan de gemeente de informatie nodig voor het produceren van de stempas.
Artikel J 7a
1. Er is een register van ongeldige stempassen. De burgemeester stelt de dag voor de stemming in zijn gemeente uit het register een uittreksel van ongeldige stempassen vast.
2. Ongeldig is de stempas:
a. waarvoor in plaats daarvan door de burgemeester een kiezerspas of een volmachtbewijs is afgegeven;
b. waarvoor krachtens artikel J 8 een vervangende stempas is verstrekt;
c. van de kiezer aan wie overeenkomstig hoofdstuk M een briefstembewijs is verstrekt;
d. van iemand die niet als kiezer behoort te zijn geregistreerd, dan wel voor het uitbrengen van zijn stem is overleden;
e. waarvan is vastgesteld dat deze stempas is ontvreemd of anderszins onrechtmatig in omloop is.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald welke gegevens het register, alsmede het uittreksel, bedoeld in het eerste lid, bevatten.
Artikel J 8
1. Aan de tot deelneming aan de stemming bevoegde kiezer wiens stempas in het ongerede is geraakt of die geen stempas heeft ontvangen, wordt op zijn verzoek door de burgemeester een nieuwe stempas uitgereikt.
2. De kiezer doet hiervoor een schriftelijk of mondeling verzoek aan de burgemeester.
3. Een verzoek aan de burgemeester als bedoeld in het eerste lid, dient te zijn ontvangen uiterlijk op de tweede werkdag voor de stemming. De burgemeester kan in afwijking van de vorige volzin besluiten dat het verzoek uiterlijk de dag voor de stemming dient te zijn ontvangen. De burgemeester brengt de verlenging van de termijn ten minste veertien dagen voor de stemming ter openbare kennis. De termijn voor het verzoek wordt vermeld op de stempas.
4. De kiezer legt bij zijn verzoek een kopie over van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.
5. Aan de kiezer wiens stempas op grond van artikel J 7a ongeldig is, wordt geen nieuwe stempas uitgereikt.
Artikel J 9
De burgemeester brengt de kandidatenlijsten ter kennis van de kiezers op bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen wijze.
Artikel J 10
Iedere werkgever is verplicht te zorgen dat iedere kiezer die bij hem in dienstbetrekking is, de gelegenheid krijgt zijn stem uit te brengen voor zover dit niet kan geschieden buiten de vastgestelde arbeidstijd en mits de kiezer daardoor niet meer dan twee uur verhinderd is zijn arbeid te verrichten.
§ 3. Het stembureau
Artikel J 11
1. De voorzitter en de leden van het stembureau, alsmede de personen die het stembureau ten dienste staan, die in een andere gemeente dan waar zij als kiesgerechtigde zijn geregistreerd aan de stemming deelnemen, kunnen, indien zij kiesgerechtigd zijn voor het orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden, naar keuze bij dit stembureau of bij een stembureau binnen de gemeente waar zij als kiesgerechtigde geregistreerd zijn, aan de stemming deelnemen.
2. Van het uitbrengen van hun stem wordt melding gemaakt in het proces-verbaal.
3. Dit artikel is niet van toepassing bij een verkiezing van de leden van de gemeenteraad.
Artikel J 12
1. Gedurende de zitting zijn steeds de voorzitter en twee leden van het stembureau aanwezig.
2. Het stembureau bepaalt wie als tweede en derde lid van het stembureau optreden.
3. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het tweede lid en bij diens ontstentenis het derde lid als voorzitter op.
4. Bij ontstentenis van een lid treedt een door of vanwege burgemeester en wethouders aan te wijzen plaatsvervangend lid op.
5. Indien geen plaatsvervangend lid beschikbaar is, verzoekt de voorzitter een van de in het stemlokaal aanwezige kiezers die hij daartoe geschikt acht, als zodanig op te treden totdat dit wel het het geval is.
6. Van de wisselingen in de samenstelling van het stembureau wordt in het proces-verbaal aantekening gehouden met opgave van de tijd van de vervanging.
Artikel J 13
Indien bij het nemen van een beslissing door het stembureau de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.
Artikel J 14
De leden van het stembureau geven tijdens de uitoefening van hun functie geen blijk van hun politieke gezindheid.
§ 4. De inrichting van het stemlokaal
Artikel J 15
Het stemlokaal is zodanig ingericht dat het stemgeheim is gewaarborgd.
Artikel J 16
1. In het stemlokaal zijn geplaatst een tafel voor het stembureau, een stembus en een of meer stemhokjes.
2. De toegang tot de stemhokjes moet zichtbaar zijn voor het publiek.
3. In ieder stemhokje bevindt zich een handleiding voor de kiezer. Bij ministeriële regeling wordt voor de handleiding een model vastgesteld.
4. De tafel voor het stembureau is zo geplaatst dat de kiezers de verrichtingen van het stembureau kunnen gadeslaan.
Artikel J 17
1. Op de tafel voor het stembureau ligt het uittreksel van ongeldige stempassen. De burgemeester draagt er zorg voor dat elk stembureau over dit uittreksel beschikt.
2. Ieder stembureau beschikt over de wettelijke voorschriften die op de stemming betrekking hebben.
Artikel J 18
1. De stembus, vervaardigd volgens bij algemene maatregel van bestuur te geven voorschriften, staat bij de tafel, binnen het bereik van het lid van het stembureau dat belast is met de in artikel J 26, derde lid, bedoelde taak.
2. Tijdig voor de aanvang van de stemming sluit het stembureau de stembus, na zich ervan overtuigd te hebben dat zij leeg is.
Artikel J 19
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de inrichting van het stemlokaal.
§ 5. De stembiljetten
Artikel J 20
1. Op bij de verkiezingen te bezigen stembiljetten kunnen kiezers een keuze maken uit de kandidaten over wie de stemming moet geschieden. De stembiljetten zijn voorzien van de handtekening van de voorzitter van het hoofdstembureau alsmede van de naam van het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing geldt en een aanduiding van de kieskring.
2. Bij ministeriële regeling wordt voor de stembiljetten een model vastgesteld.
Artikel J 21
1. De burgemeester van de gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd, draagt zorg dat de stembiljetten alsmede de formulieren voor de processen-verbaal voor alle tot de kieskring behorende gemeenten tijdig in gereedheid worden gebracht.
2. Hij zendt in één of meer verzegelde pakken aan de burgemeester van elke tot de kieskring behorende gemeente tijdig de benodigde stembiljetten en formulieren voor de procesen-verbaal. Op elk pak wordt het aantal zich daarin bevindende stembiljetten of formulieren vermeld.
3. De kosten van het vervaardigen en toezenden van de stembiljetten en de formulieren worden naar evenredigheid over de gemeenten verdeeld.
Artikel J 22
1. De burgemeester draagt zorg dat voor de aanvang van de stemming bij elk stembureau in zijn gemeente de benodigde stembiljetten en formulieren voor de processen-verbaal aanwezig zijn.
2. De stembiljetten worden aan het stembureau ter beschikking gesteld in één of meer verzegelde pakken, op elk waarvan het aantal zich daarin bevindende stembiljetten is vermeld.
Artikel J 23
Het stembureau opent tijdig voor de aanvang van de stemming de pakken met stembiljetten en stelt het aantal biljetten vast.
§ 6. Het uitbrengen van de stem
Artikel J 24
1. Tot de stemming wordt slechts toegelaten de kiezer die bevoegd is aan de verkiezing deel te nemen, voor zover:
a. de voorzitter van het stembureau de identiteit van de kiezer heeft vastgesteld aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht;
b. de kiezer in het bezit is van de hem toegezonden of ingevolge artikel J 8 uitgereikte stempas, dan wel een kiezerspas of een volmachtbewijs.
2. De in het eerste lid, onder a, bedoelde vaststelling van de identiteit kan ook geschieden aan de hand van een kopie van het proces-verbaal dat van een vermissing van het document op ambtseed is opgemaakt door een opsporingsambtenaar van de Nederlandse politie, onderscheidenlijk de politie van Aruba, van Curaзao of van Sint Maarten, in combinatie met een document van de kiesgerechtigde op diens naam en voorzien van zijn foto.
Artikel J 25
1. De kiezer overhandigt aan de voorzitter van het stembureau het in artikel J 24, eerste lid, onder a, genoemde identiteitsdocument, en de stempas.
2. Indien de voorzitter constateert dat de kiezer niet beschikt over een geldig identiteitsdocument, wordt de kiezer niet toegelaten tot de stemming.
3. Indien de kiezer naar het oordeel van de voorzitter over een geldig identiteitsdocument beschikt, controleert de voorzitter de echtheid van de stempas.
4. Indien het stembureau constateert dat de stempas niet echt is neemt de voorzitter de stempas in en wordt de kiezer niet toegelaten tot de stemming.
5. Indien de stempas echt is, noemt de voorzitter vervolgens duidelijk verstaanbaar het volgnummer dat vermeld is op de stempas.
6. Het tweede lid van het stembureau gaat na of het volgnummer van de stempas voorkomt in het uittreksel van ongeldige stempassen, bedoeld in artikel J 7a, tweede volzin. Indien dat het geval is, neemt het tweede lid van het stembureau de stempas in en wordt de kiezer niet toegelaten tot de stemming.
7. Indien het volgnummer van de stempas niet voorkomt in het uittreksel van ongeldige stempassen, controleert de voorzitter vervolgens of de gegevens op het identiteitsdocument overeenkomen met de gegevens op de stempas. Indien de voorzitter constateert dat de gegevens niet overeenkomen, wordt de kiezer niet toegelaten tot de stemming.
8. Indien de kiezer beschikt over een geldig identiteitdocument en een geldige stempas en de identiteit op beide documenten overeenkomt, neemt het tweede lid van het stembureau de stempas in en wordt de kiezer toegelaten tot de stemming.
9. Vervolgens overhandigt de voorzitter aan de kiezer een stembiljet.
10. De voorzitter houdt aantekening van het aantal kiezers dat niet tot de stemming is toegelaten, het aantal ingenomen stempassen en het aantal uitgereikte stembiljetten.
11. De ingevolge dit artikel ingenomen stempassen die niet echt of ongeldig zijn, worden door het stembureau onbruikbaar gemaakt.
Artikel J 26
1. De kiezer gaat na ontvangst van het stembiljet naar een stemhokje en stemt aldaar door een wit stipje, geplaatst vууr de kandidaat van zijn keuze, rood te maken.
2. Hij vouwt vervolgens het stembiljet dicht en gaat daarmee naar het stembureau.
3. Het derde lid van het stembureau ziet erop toe, dat de kiezer het stembiljet in de stembus steekt.
Artikel J 27
1. Indien een kiezer zich bij de invulling van zijn stembiljet vergist, geeft hij dit aan de voorzitter terug. Deze verstrekt hem op zijn verzoek eenmaal een nieuw biljet.
2. De teruggegeven stembiljetten worden door de voorzitter onmiddellijk onbruikbaar gemaakt op bij algemene maatregel van bestuur te regelen wijze.
Artikel J 28
Wanneer aan het stembureau blijkt dat een kiezer wegens zijn lichamelijke gesteldheid hulp behoeft, staat het toe dat deze zich laat bijstaan.
Artikel J 29
Indien een kiezer weigert het stembiljet in de bus te steken, houdt de voorzitter daarvan aantekening. Indien een stembiljet wordt teruggegeven, wordt dit door de voorzitter onmiddellijk onbruikbaar gemaakt op bij algemene maatregel van bestuur te regelen wijze.
Artikel J 30
Zodra de voor de stemming bepaalde tijd verstreken is, wordt dit door de voorzitter aangekondigd en worden alleen de op dat ogenblik in het stemlokaal of bij de ingang daarvan aanwezige kiezers nog tot de stemming toegelaten.
Artikel J 31
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de gang van zaken bij de stemming.
§ 7 [Vervallen per 01-01-2010]
Artikel J 32 [Vervallen per 01-01-2010]
Artikel J 33 [Vervallen per 01-01-2010]
Artikel J 34 [Vervallen per 01-01-2010]
§ 8. De orde in het stemlokaal
Artikel J 35
1. Gedurende de tijd dat het stembureau zitting houdt, zijn de kiezers bevoegd in het stemlokaal te vertoeven, voor zover de orde daardoor niet wordt verstoord en de voortgang van de zitting niet wordt belemmerd.
2. De in het stemlokaal aanwezige kiezers kunnen mondeling bezwaren inbrengen, indien de stemming niet overeenkomstig de wet geschiedt.
3. De bezwaren worden in het proces-verbaal van de zitting van het stembureau vermeld.
Artikel J 36
In het stemlokaal worden geen activiteiten ontplooid die erop gericht zijn de kiezers in hun keuze te beпnvloeden.
Artikel J 37
De voorzitter is belast met de handhaving van de orde tijdens de zitting. Hij kan daartoe de burgemeester om bijstand verzoeken.
Artikel J 38
1. Indien zich naar het oordeel van het stembureau omstandigheden voordoen in of bij het stemlokaal die de behoorlijke voortgang van de zitting onmogelijk maken, wordt dit door de voorzitter verklaard. De zitting wordt daarop geschorst. De voorzitter doet hiervan terstond mededeling aan de burgemeester. De burgemeester bepaalt vervolgens wanneer en waar de zitting wordt hervat.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden hieromtrent nadere regels gesteld.
§ 9. Waarnemers
Artikel J 39
1. Onze Minister van Buitenlandse Zaken kan ter uitvoering van een verdrag of een internationale afspraak personen toelaten die als waarnemer getuige mogen zijn van het verloop van de verkiezingen.
Внимание! Это не конец книги.
Если начало книги вам понравилось, то полную версию можно приобрести у нашего партнёра - распространителя легального контента. Поддержите автора!Правообладателям!
Данное произведение размещено по согласованию с ООО "ЛитРес" (20% исходного текста). Если размещение книги нарушает чьи-либо права, то сообщите об этом.Читателям!
Оплатили, но не знаете что делать дальше?