Электронная библиотека » Блейк Пирс » » онлайн чтение - страница 5

Текст книги "Op de Vlucht voor Hogere Krachten "


  • Текст добавлен: 9 сентября 2019, 11:40


Автор книги: Блейк Пирс


Жанр: Триллеры, Боевики


Возрастные ограничения: +16

сообщить о неприемлемом содержимом

Текущая страница: 5 (всего у книги 17 страниц) [доступный отрывок для чтения: 6 страниц]

Шрифт:
- 100% +

HOOFDSTUK TWAALF

In snelschrift noteerde hij alles heel nauwkeurig op een blaadje papier en toen hij klaar was nam hij elk detail nog eens door. Een camera in die straat. Vrouw met grote neus die altijd ’s avonds haar hond uitlaat. Gebouw nummer twee is streng beveiligd en is uitgerust met camera’s.

Hij zag de uitwerking van het hele plan duidelijk voor zich. Het was als het universum, met schitterende sterren tegen een zwarte achtergrond. De sterren waren de mensen en de beveiligingscamera’s en de verdachte plaatsen. De straten en de gebouwen waren de zwarte achtergrond, maar die vond hij helemaal niet belangrijk.

Opeens kreeg hij stuiptrekkingen over zijn hele lichaam, een onwillekeurig reactie als gevolg van de vele medicijnen die niets uithaalden. Dokters, mompelde hij binnensmonds. Allemaal leugenaars die enkel uit zijn op geld. Ik heb een veel beter recept.

Om elf uur tweeëntwintig ’s avonds liep hij een paar straten in noordelijke richting. Hij liep duidelijk mank, in de richting van het station aan Charles Street in het West End van Boston. Het station was omgeven met een ultramoderne glazen structuur. Ondanks het late uur was het nog vrij druk in het station. De menigte stoorde de moordenaar niet. Geen enkele van deze naamloze lichamen wist wat hij van plan was en niemand kon zijn lot ontlopen. Hij kon het wel, want hij had de tekens gezien.

Hij hield zijn hoofd gebogen om zijn gezicht te verbergen voor de eerste camera en haalde zijn kaartje door de machine om het station binnen te gaan. In plaats van op de trein te wachten, bleef hij uit het zicht van de camera staan, tegen de glazen wand en met zijn rug naar de sporen.

Hij keek op zijn horloge.

Halftwaalf.

Door de blauw getinte ramen van het station kon hij in de verte heel duidelijk het lage appartementsgebouw zien.

Om elf uur negenendertig precies zag hij iets op het dak, een persoon en een lang voorwerp dat voor die persoon uitstak.

Uit zijn rugzak haalde hij zijn militaire verrekijker tevoorschijn en hield deze voor zijn ogen.

Hij zag duidelijk een grote, slanke, blonde vrouw op het dak. Ze hield haar handen om een telescoop. Af en toe draaide ze aan de lens en richtte ze de kijker op een bepaalde plaats aan de hemel, ze keek nogmaals en stelde de telescoop weer bij. Toen ze eenmaal had gevonden wat ze zocht, leek ze duidelijk tevreden en staarde ze een lange tijd door de lens.

Hij richtte zijn verrekijker op dezelfde plaats als de telescoop van de vrouw.

De sterren kon hij moeilijk zien. Hij legde zijn verrekijker neer en staarde door de blauw getinte ramen naar de hemel. De sterren maakten hem rustig.

Met het blote oog keek hij weer naar de vrouw.

Het spijt me, dacht hij. Ik kan niet anders.

En toen, plotseling, werd alles rood in zijn hoofd, een bloedrode kleur die zijn hart sneller deed kloppen van de pure adrenaline. Je moet je niet verontschuldigen aan haar, dacht hij. Zij is het probleem en binnenkort zal ze ook de oplossing zijn.

HOOFDSTUK DERTIEN

Een zoemend geluid wekte Avery uit een diepe slaap.

Duf en met een gigantische kater gluurde ze boven de lakens uit. Zacht zonlicht viel de kamer binnen. Ze lag op haar buik en had alleen haar T-shirt aan.

Het zoemende geluid bleef maar doorgaan.

Ze nam haar telefoon. Het was al over negenen, veel later dan ze had willen opstaan en heel veel later dan ze in een heel lange tijd had geslapen. Ze zag vijf gemiste oproepen en een heleboel berichtjes. Ze waren van haar dochter, Rose. Gaat onze afspraak vanochtend nog steeds door? Ik ben onderweg naar jou. Hé, was is je adres ook al weer? Ik ben er! Waar ben je? Je auto staat hier geparkeerd, dus ik weet dat je er bent! Mam! Antwoord nou eens!

Shit, dacht Avery.

Het was donderdagmorgen, de eerste dag van haar weekend, en Rose zou langskomen om haar te helpen met het uitpakken van al haar spullen.

Avery sprong op en trok een short aan.

Toen ze de voordeur opende, verdween haar opgewektheid meteen toen ze de verveelde uitdrukking zag op het gezicht van Rose.

“Waar was je nou?” klaagde Rose. “Ik ben hele ochtend al aan het bellen en sms’en.”

Rose was een perfecte kopie van Avery: beiden hadden lichtbruine haren die ze blond verfden, blauwe ogen, een smalle neus en hoge jukbeenderen. Rose was iets kleiner dan Avery en was helemaal voorbereid op vandaag in een overall en een T-shirt .

“Het spijt me echt heel erg,” zei Avery verontschuldigend. Ze gaf Rose een knuffel en trok haar binnen.

Rose snuffelde om zich heen. “Ben je dronken?” fronste ze. “Je ruikt naar alcohol.”

“Nee,” zei Avery. “Gisteravond ben ik iets gaan drinken met de jongens. Ik ben net wakker. Ik heb mijn tanden nog niet eens gepoetst.”

“Wat is er met je gezicht gebeurd?”

“Ehm,” aarzelde Avery. “Een gevecht met een bende.”

“Heb jíj met een bénde gevochten?”

Avery leunde naar achteren en zette haar handen in haar zij. “Weet je,” zei ze, “tijdens mijn eerste drie jaren als agent, toen wij nauwelijks met elkaar praatten, heb ik met heel wat bendes gevochten, en meestal was ik het die won.”

“Wie won er deze keer?”

“Wie denk je?” lachte Avery.

Rose knikte. “Cool.”

Ze staarden elkaar een tijde aan. Uiteindelijk begon Rose te blozen, keek de andere kant op en wapperde met haar handen alsof ze het begin van hun ochtend wilde uitwissen. “Oké, oké,” zei ze, “het gaat wel weer. Laten we aan de slag gaan.” Ze liep langs Avery de flat in, voor de eerste keer. “Je nieuwe flat is gigantisch!”

De grote ruimte was roomwit geschilderd. De vloeren waren van hout. De huiskamer stond vol met dozen, een bank en een boekenkast. Links was een grote open keuken, die ook vol stond met dozen. Rechts was een gang met twee slaapkamers en twee badkamers.

Rose opende de terrasdeur en liep naar buiten. “Dit terras is zelfs groter dan het vorige. Hoe kun je dit allemaal betalen?”

Avery liep ook naar buiten. “Toen ik jonger was, heb ik een paar interessante investeringen gedaan,” antwoordde ze. “Daar moeten jij en ik het maar eens over hebben als je eenmaal zo ver bent dat je een baan gaat zoeken. Dat is belangrijk.”

“Had je dan nog steeds geld toen je papa verliet?”

Avery hield haar hoofd wat schuin en trok een gezicht. “Ja. Ik bedoel, ik moest natuurlijk alimentatie betalen, wat me zowat de helft van mijn loon kostte, maar hij heeft wel al die jaren dat het slecht met mij ging voor jou gezorgd. Maar het is nu allemaal op. De nieuwe auto en deze flat hebben al het geld verslonden. Nou ja, behalve jouw studiegeld.” Ze glimlachte.

Rose leunde over de reling van het balkon en wendde haar blik af. Ze schopte speels met haar voet naar achteren en draaide zich toen om zodat ze naar Avery keek. “Papa is weer alleen,” zei ze.

Avery kreunde inwendig. Ze had dit allemaal al eens meegemaakt. Toen Rose nog jonger was en zij en Jack steeds vaker ruziemaakten, had ze dit zo vaak gehoord: “Mam, waarom kun je het niet gewoon oplossen?” “Papa wil helemaal niet scheiden. Kun je niet wat beter je best doen? Alsjeblieft? Voor mij?” “Wil je dan niet dat ons gezin samenblijft?”

Het was een eindeloze strijd geweest.

Het was niet dat Avery niet van Jack hield, en dat deed ze nog steeds. Toen ze elkaar als eerstejaarsstudenten leerden kennen ging er een onbegrensde kracht van hem uit. Hij was grappig en avontuurlijk en hij bekeek het leven altijd van een zonnige kant. Met de komst van Rose werd alles anders. Eigenlijk, moest Avery toegeven, was ík het die veranderde. Jacks energie en enthousiasme waren niet voldoende om te kunnen omgaan met een pasgeboren kind én om een carrière op te bouwen. “Ik wil advocaat worden,” had ze tegen hem gezegd. “De beste advocaat van Boston.” “Hoe moet het dan met Rose?” had hij haar gevraagd. “En met mij? En met ons? Passen wij wel in die grootse plannen van jou?” De waarheid was dat ze er niet in pasten. Het huwelijk en de baby waren veel te snel gekomen en Avery was eenvoudigweg niet bereid om haar eigen dromen op te geven. En uiteindelijk hadden die dromen gewonnen.

“Rose,” zei ze, “ik denk niet dat je vader me terug wil.”

“Hij heeft het de hele tijd over jou,” antwoordde ze. “Je naam stond een maand lang in alle kranten! Hij volgde de zaak op de voet. Ik zweer het, mam, telkens als er over jou gepraat wordt, krijgt hij een verliefde blik in zijn ogen. Niemand kan tippen aan jou!”

Een verrassend gevoel overviel Avery bij de gedachte aan een relatie met Jack: hoop. Toen ze nog samen waren, was hij zo lief en bezorgd en altijd probeerde hij haar blij te maken. Deze eigenschappen leken zo bijzonder toen ze beiden nog studeerden en hun hele leven nog voor zich hadden, maar toen ze op de universiteit zat leek dit alles haar opeens zo saai.

Misschien is hij veranderd, dacht ze. Ik weet dat ík ben veranderd.

“Het is nu niet het juiste moment,” zei ze. “Ik zit midden in een belangrijke zaak. Hé,” zei ze om het gesprek een andere richting in te sturen, “ik dacht dat je hierheen gekomen was om me te helpen met uitpakken.”

Rose draaide zich om en had een vastberaden blik in haar ogen. “Nu nog niet,” zei ze. “Eerst moet je me iets beloven. Je hebt gezegd dat je vrijdag naar de campus zou komen om eens te kijkje te nemen bij Northeastern, toch? Als ik papa nou ook eens vroeg om te komen? Hij heeft me er rondgeleid en hij heeft me geholpen met verhuizen, maar nu ken ik alle leuke plekjes al. We zouden kunnen picknicken. Lekker eten, beetje op het gazon zitten. Wat denk je?”

“Rose…”

“Dat kan toch geen kwaad, mam. Ik bedoel, ik zit op nog geen vijf minuten hiervandaan. Wanneer was de laatste keer dat jullie samen in dezelfde ruimte waren? Dat is jaren geleden, toch? Nou, en jullie hoeven niet eens in een kamer te zitten. Jullie kunnen gewoon in open lucht wat met elkaar praten. Alsjeblieft, mam,” smeekte ze, terwijl ze zich in haar armen wierp. “Een keertje maar? Als jullie het niet leuk vinden, dan zal ik er nooit meer over beginnen.”

Avery schudde glimlachend haar hoofd. “Je kunt heel overtuigend zijn. Weet je dat?”

“Ik lijk op mijn moeder. Wie weet? Misschien word ik op een dag ook advocaat. Ik denk erover na, weet je. Northeastern heeft geweldige faculteit rechten. Dus? Is dit een ja?”

Het kan toch niet zó vreselijk zijn, dacht Avery.

Ze had Jack al jaren niet meer gezien. Zijn positieve houding zou misschien wel een aangename verademing zijn voor de intense realiteit van de onderwereld in Boston. Opeens spookte Ramirez door haar hoofd. Avery zuchtte. Hoe moet het dan verder met hem?

“Oké,” zei ze, “waarom niet?”

“Yes!” riep Rose uit.

Avery’s telefoon lag op de terrastafel. Haar telefoon stond op stil, maar van waar ze stond kon ze makkelijk zien wie haar belde: Seymour & Finch. Ze voelde zich opeens misselijk en werd bleek.

“Wat is er, mam?”

Seymour & Finch, het gigantische advocatenkantoor waar ze meteen na haar studie aan de slag gegaan was en waar ze uitgegroeid was tot een topadvocaat. Het kantoor werd gerund door Jane Seymour en Danish Finch en deze miljoenenorganisatie verdedigde zowel de rijkste zakenmensen als de criminele elite van Boston.

“Is dat het kantoor waar je vroeger werkte?” vroeg Rose. “Wat moeten díé nou van je?”

“Daar gaan we nu achter komen,” zei Avery.

Ze beantwoordde de oproep. “Hallo?”

“Hallo, Avery? Met Jane! Ik ben zo blij dat ik je aan de lijn krijg. Hoe gaat het met jou?”

Avery had Jane Seymour altijd al bewonderd en jarenlang had ze geprobeerd net te worden zoals zij: een genadeloze onderhandelaarster, gekleed in een Armani-mantelpakje en met een glimlach waarmee ze, ondanks haar leeftijd, veel mannen het hart op hol bracht.

“Hallo, Jane. Alles prima hier,” zei Avery en ze trok een bang gezicht naar Rose. “Wat is er aan de hand?”

“Luister, Avery. Ik zal maar meteen ter zake komen. We missen je. De laatste jaren is er heel veel gebeurd, maar alles is nu veranderd. We willen je terug.”

“Je wil dat ik weer bij jullie kom werken?”

Rose keek Avery met grote ogen aan, maar hield haar mond.

“We beseffen nu dat het een grote fout was om jou te laten gaan,” voegde Jane eraan toe.

“Jullie hebben me ontslagen, Jane.”

“Je bent nooit ontslágen,” antwoordde Jane. “Ik weet niet of je het je nog goed kunt herinneren, maar deze beslissing hebben we toen samen genomen. Het leek ons allemaal beter dat we even ieder een andere kant uitgingen. Het was nooit de bedoeling dat dat voor altijd zou zijn, maar tot alle publiciteit wat gekoeld was. Nou, en dat is het geval! Je bent bij het grote publiek weer heel geliefd, Avery, en ik ben zo trots op je. Iedereen op kantoor heeft je laatste zaak gevolgd. Maar laten we eerlijk zijn. Wil je echt voor de rest van je leven politieagent blijven? Kom terug! Danish en ik hebben het al besproken. Je kunt terugkomen voor hetzelfde salaris en gewoon verdergaan alsof er niets gebeurd is. Er is net een plaats vrijgekomen en wie weet waar je over enkel jaren kunt staan. Misschien kun je wel partner worden. Wat vind je daarvan? Seymour, Finch en Black. Ik vind het prima klinken, jij niet?”

Het aanbod was indrukwekkend, maar kwam als een volledige verrassing.

Avery had nooit kunnen denken dat ze op een dag een persoonlijk telefoontje zou krijgen van Jane Seymour, een vrouw die altijd als een moeder voor haar was geweest, haar mentor en haar vertrouwenspersoon tijdens de jaren dat ze voor het kantoor werkte. Dat wil zeggen, totdat Avery Howard Randall, de beruchte Harvard-professor, verdedigde en vrij kreeg. Later bleek dat Randall inderdaad de moordenaar was, en hij moordde opnieuw, biechtte alle moorden op en verwoestte daarmee meteen Avery’s leven.

De dagen en weken nadat Howard Randall zich overgegeven had, leefde Avery in een nachtmerrie. Advocatenkantoren uit heel Boston en het hele land waren het doelwit geweest van de pers. “In wat voor maatschappij leven we,” vroeg een krant zich af, “als een misdadiger zomaar door een goede advocaat en een slechte jury vrijgesproken kan worden?” De negatieve publiciteit kwam natuurlijk het hardst aan bij Seymour & Finch, een kantoor dat al eerder de pers haalde vanwege de verdediging van de grootste criminelen van Boston. Howard Randall was de druppel die de emmer deed overlopen en om het kantoor te redden, hadden ze iemand openlijk de schuld moeten geven voor al hun misstappen.

“Pfoe,” zei Avery. “Dit is wel heel onverwacht. Ik weet niet wat ik moet zeggen.”

“Zeg voorlopig maar niets,” raadde Jane haar aan. “Neem gerust de tijd. Denk er eens goed over na. Dit is een mooi aanbod, Avery, een heel mooi aanbod. Wat verdien je nu? Vijfenzestigduizend, maximaal zeventigduizend op jaarbasis? Is dit het leven dat je werkelijk wilt leiden? Je hebt een dochter waar je aan moet denken. Rose, toch? En wees nou eens eerlijk: ik ben ervan overtuigd dat je onze shopping avonturen mist, nietwaar?”

Avery dacht aan de grote geldbedragen.

In vergelijking met wat ze vroeger als advocaat verdiende werd ze nu behoorlijk slecht betaald. Maar geld was niet haar grootste zorg. Rose’s studie was al betaald, en Avery had niet zo veel geld meer nodig. Wat ze nu vooral belangrijk vond was gerechtigheid. Maar zal ik dat vinden als ik weer bij Seymour & Finch werk? vroeg ze zich af. Zeker niet, ik zou mijn geld verdienen door het verdedigen van het grootste gespuis van Boston en dat wil ik niet langer. In gedachten zag ze het gezicht van Howard Randall en zichzelf als de perfect uitgedoste, meedogenloze advocaat die ze vroeger was.

Ze keek rond in het appartement en naar haar kleerkast, en opeens besefte ze dat ze voortaan een verschil wilde maken, ze wilde de zwakkeren beschermen en de doden wreken.

“Luister, Jane,” zei ze, “ik zal eerlijk zijn. Dit aanbod is prachtig en ik waardeer het echt, maar ik heb geen tijd nodig om een beslissing te nemen. Mijn antwoord is nee.”

“Slaap er maar eens een nachtje over.” Jane lachte. “Bespreek het met je gezin. Kijk het even aan. Ik bel je binnen enkele dagen weer op. Ik verzeker je, Avery, je laat je ware roeping liggen. Je was de beste advocaat van het team, na mij, natuurlijk,” zei ze en ze lachte ze. “En maak je vooral geen zorgen om Danish. Hij gaat helemaal akkoord. Voor de volle honderd procent. We willen je allemaal terug.”

Avery keek naar Rose, die haar armen in de lucht hield alsof ze wilde vragen wat er aan de hand was.

Je raakte je hele leven kwijt toen je bij Seymour & Finch werkte, dacht Avery. Je gaf niet om Rose, je negeerde Jack, je huwelijk ging eraan kapot en uiteindelijk ging je er zelf aan kapot. Je hebt jezelf teruggevonden. Maak niet dezelfde fout. Kap het gewoon helemaal af.

“Ik mis inderdaad onze shopping uitjes, Jane. En ik mis je gedrevenheid en je directe aanpak waarmee je iedereen kunt inpalmen. Je bent echt heel bijzonder. Maar je bent dan ook het enige wat ik mis. Mijn antwoord blijft nee, maar als je eens samen wilt lunchen of als je me wilt helpen met het uitkiezen van een nieuwe outfit, dan zeg ik graag ja.”

“Ik vind het echt jammer, Avery. Maar ik begrijp het. En ik weet maar al te goed dat je niet terugkomt op de beslissingen die je neemt. Het aanbod blijft echter geldig. Denk eraan, Avery, als je ooit je oude baan terug wilt, dan ben je meer dan welkom.”

“Dank je wel, Jane.”

“Nee, Avery, ik wil jou bedanken voor alle jaren die je opgeofferd hebt voor ons.”

Avery hing op.

“Heb je zojuist een aanbod van het grootste advocatenkantoor van Boston geweigerd?” vroeg Rose.

“Ja, ik denk het wel.”

“Ben je dan zo graag politieagent?”

Rechercheur, dacht Avery. Ik ben nu rechercheur. Het was niet het woord waarvan Avery als kind of zelfs als volwassene vond dat het bij haar paste. Toen ze jonger was, was haar enige doel om zo vlug mogelijk uit Ohio en bij haar ouders weg te zijn. Advocaat worden bood die gelegenheid, en nog veel meer. Na de zaak van Howard Randall was ze de wereld en zichzelf echter anders gaan bekijken. En toen besefte ze dat ze niet op zoek was naar geld of roem, maar naar gerechtigheid. Als rechercheur vond ze deze gerechtigheid en kon ze zich inzetten om de wereld een beetje beter te maken. En bovendien mocht ze een wapen dragen. Wat kon een meisje nog meer verlangen? vroeg ze zich af.

“Ja,” zei ze, “ik denk dat ik het leuk vind om een smeris te zijn.”

Rose knikte ernstig. “Nou,” zei ze, “dan ben ik trots op je, mam. Dat was heel moedig. Ik weet niet of ik zo’n aanbod had kunnen afslaan.”

“Wacht maar,” zei Avery, “hoe langer je leeft, hoe meer je leert, en vertrouw me maar: je weet nooit wat je te wachten staat.”

HOOFDSTUK VEERTIEN

Gedurende de hele ochtend en vroege middag ontving Avery verschillende berichtjes van O’Malley en Connelly. “Heb je het raadsel al opgelost?” “Heb je Venemeers vrienden al gesproken?” En alsof dit nog niet voldoende was, stond in de ochtendkrant weer een artikel over de moord in de haven en de anonieme brief van de moordenaar. Avery probeerde de hele zaak van zich af te zetten. Mijn dochter, die ik bijna nooit zie, is bij me, dacht ze. Het is mijn vrije dag. Toch was het bijna onmogelijk om niet aan het onderzoek te denken.

Het was inmiddels een uur en Rose zat op het balkon te zonnen. “Hé!” riep ze. “Zullen we gaan we lunchen?”

Avery riep in gedachten uit: Lunch?! Je kunt nu niet gaan lunchen, je moet een moordenaar opsporen. Hoe lang gaat dit nog duren? Het is de hoogste tijd om weer aan de slag te gaan.

“Nee, liever niet,” zei Avery. “Ik moet nog wat werk doen.”

“Werk? Ik dacht dat je donderdag en vrijdag vrij had.”

“In theorie is dit inderdaad het begin van mijn weekend,” zei Avery. “Maar in de praktijk? Ik ben een smeris en smerissen sporen moordenaars op, en moordenaars houden geen rekening met vrije dagen.”

“Ingewikkeld, mam.”

Ze kreeg een telefoontje van Ramirez. Gretig om aan de slag te gaan nam Avery op. “Heb je nieuws?” vroeg ze.

“Jazeker,” antwoordde hij. “Ik weet dat het je vrije dag is en zo, dus wilde ik je eigenlijk niet lastigvallen, maar ik heb de twee beste vrienden van Venemeer gesproken.”

“Wacht eens even,” zei Avery, “het is ook jouw vrije dag.”

“Ja, dat is waar,” zei hij. “Maar je inspireert me, Black. Je bent een fantastische rechercheur die zes bendeleden verslagen heeft in hun eigen schuilplaats en daarna kon je jezelf niet eens ontspannen in de kroeg om je overwinning te vieren. Als ik je naaste collega wil zijn, en misschien wel iets meer,” voegde hij er verlegen aan toe, “dan moet ik laten zien dat ik er ook helemaal voor ga, net als jij.”

Avery voelde zich gevleid. Ze had altijd gedacht dat niemand zo gedreven was als zij. Het feit dat Ramirez er ook helemaal wilde voor gaan, zelfs na hun gesprek van vorige avond, gaf haar een warm, fijn gevoel. Misschien trap ik te hard op de rem met onze relatie, dacht ze. Misschien kan het best wel werken.

“Ik ben onder de indruk,” zei ze. “Wat ben je te weten gekomen?”

“Ik kon niet slapen vannacht,” antwoordde hij. “Ik was al om zes uur op. Dus ik heb Simms gebeld en we hebben de hele zaak besproken. Daarna ben ik teruggegaan naar Venemeers flat, heb haar persoonlijke spullen en foto’s doorzocht en ik heb de lijst met telefoongesprekken die Simms had opgevraagd doorgenomen. Zo kwam ik uit bij twee van haar beste vrienden die ze regelmatig zag en belde. Een van hen is de manager van de boekhandel. Zij vertelde ons dat de meeste medewerkers nieuw waren en pas een jaar of zo in dienst waren, en ze was er zeker van dat geen van hen een moord zou kunnen plegen. Ze raadde ons aan verder terug te gaan in de tijd en contact op te nemen met mensen die er drie tot vijf jaar geleden werkten. Ze beweerde dat er een stelletje mafketels in de boekhandel werkten toen Venemeer die pas opende. En dat ben ik nu van plan.”

Avery keek naar Rose, die nog steeds op het balkon zat.

“Prima gedaan,” zei ze.

“Maar er is nog meer,” ging hij verder. “De tweede vriendin bevestigde alles wat de eerste ons vertelde, en zei ook nog dat Venemeer elk jaar wel weer andere hobby’s en interesses had. Vorig jaar was ze helemaal gek van katten en puppy’s, dus had ze heel wat boeken hierover in haar winkel. Het jaar daarvoor had ze vooral boeken over relatieadvies omdat haar eigen relatie net was stukgelopen. Ze gaf me de naam van haar vorige vriend. Dus die staat ook op mijn lijstje.”

“Je bent een heel eind gekomen,” zei Avery. “Eigenlijk heb je míjn hele to-dolijstje al afgewerkt.”

“Wil je mee?” vroeg hij. “Ik weet dat je je toch niet kunt ontspannen na die brief van de moordenaar. Heb je die tekst al kunnen ontcijferen?”

Nee, dacht Avery. Die heb ik nog niet ontcijferd.

Het gezicht van Howard Randall beheerste haar gedachten: de oude, gerimpelde man met zijn dikke brillenglazen, dunner wordende haren en krachtige ogen waarmee hij elke beweging die ze maakte nauwkeurig observeerde.

“Ik ben nog helemaal niks opgeschoten met die brief,” zei ze. “Ik weet nog niet wat ik de rest van de dag ga doen. Misschien zoek ik wel contact met een expert.”

“Een expert? Wie?”

“Dat wil je echt niet weten.”

“Ik wil het wél weten. Wie?”

“Howard Randall,” zei ze.

“Ben je nou helemaal gek geworden?! Die kerel heeft je leven verwoest. Hij heeft je in de val gelokt. Ik heb nooit begrepen waarom je zijn hulp ingeroepen hebt met de zaak-Peet.”

“Ik kan het niet uitleggen,” zei ze.

“Is het waar wat de kranten beweren?” vroeg hij. “Hebben jullie echt… je weet wel?”

“Nee!” riep Avery. “Dat is het helemaal niet. Hij is voor mij als een… Dit zal wel stom klinken, dus waag het niet om te lachen.”

“Ik zal niet lachen.”

“Ik zie hem als een vaderfiguur.” Nu Avery de woorden hardop had uitgesproken, voelde ze zich opgelucht. “Ik heb nooit een echte vader gekend,” ging ze verder. “Ik weet dat het idioot is. Geloof me. Ik weet het. Maar ergens heb ik het gevoel dat hij op een vreemde manier om me geeft.”

“Ik zal niet liegen en beweren dat ik je begrijp.”

“Dat vraag ik ook niet van je.”

“Maar toch,” zei Ramirez, “ik vertrouw je. Je hebt heel wat doorstaan vanwege die band met hem, dus ga ik ervan uit dat het belangrijk is voor jou. Denk je echt dat hij kan helpen?”

Avery beet op haar nagel. “We zullen zien.”


Страницы книги >> Предыдущая | 1 2 3 4 5 6 | Следующая
  • 0 Оценок: 0

Правообладателям!

Данное произведение размещено по согласованию с ООО "ЛитРес" (20% исходного текста). Если размещение книги нарушает чьи-либо права, то сообщите об этом.

Читателям!

Оплатили, но не знаете что делать дальше?


Популярные книги за неделю


Рекомендации