Текст книги "Verraden "
Автор книги: Морган Райс
Жанр: Книги про вампиров, Фэнтези
Возрастные ограничения: +16
сообщить о неприемлемом содержимом
Текущая страница: 1 (всего у книги 14 страниц) [доступный отрывок для чтения: 5 страниц]
Morgan Rice
Verraden (Boek #3 van De Vampierverslagen)
Lof voor DE VAMPIERVERSLAGEN
“VERRADEN is een geweldig deel van deze serie. Morgan Rice heeft echt gevonden wat goed is voor deze serie. Het tempo is hoog en het boek zit vol met actie, liefste, spanning en intrige. Als je de eerste twee boeken nog niet hebt gelezen, lees die dan en koop dan VERRADEN. Ik heb deze boeken op volgorde gelezen, maar elk van deze boeken is ook geschreven om apart gelezen te worden, dus zelfs als je de eerste twee niet hebt gelezen kun je VERRADEN lezen. Ik weet zeker dat je daarna toch de eerste twee zult kopen – ze zijn het allemaal waard om een keer gelezen te worden… of twee!”
–VampireBookSite
"VERANDERD is een boek dat op kan tegen TWILIGHT en THE VAMPIRE DIARIES, en zorgt ervoor dat je tot de laatste letter door wilt lezen! Als je avontuur, liefde en vampiers zoekt, is dit het boek voor jou! "
–Vampirebooksite.com
“Rice trekt je meteen vanaf het begin in het verhaal met een enorme beschrijvende kwaliteit die meer doet dan alleen de situatie schetsen….Goed geschreven en leest enorm snel weg, dus VERANDERD is een goed begin van een nieuwe vampierserie die zeker een hit wordt bij lezers die een licht, maar vermakelijk verhaal zoeken.”
–Black Lagoon Reviews
Over Morgan Rice
Morgan Rice #1 bestsellerauteur van DE VAMPIERVERSLAGEN, een serie voor jongvolwassenen die bestaat uit elf boeken (en er worden nog meer delen geschreven); van de bestsellerserie DE OVERLEVINGSTRILOGIE, een post-apocalyptische thriller waarvan tot nu toe twee boeken zijn verschenen; en de #1 epische fantasy-bestsellerserie DE TOVENAARSRING, waarvan nu dertien boeken zijn verschenen (en er worden nog meer boeken geschreven).
Morgans boeken zijn verkrijgbaar als audioboek en boekvorm, en er zijn vertalingen verkrijgbaar in het Duits, Frans, Italiaans, Spaans, Portugees, Japans, Chinees, Zweeds, Nederlands, Hongaars, Tsjechisch en Slowaaks (en er komen meer talen aan).
VERANDERD (Boek #1 van De Vampierverslagen), ARENA EEN (BOEK #1 van de Overlevingstrilogie) en EEN ZOEKTOCHT VAN HELDEN (Boek #1 van De Tovenaarsring) zijn allemaal gratis te downloaden via Google Play!
Morgan hoort graag van jullie, dus bezoek www.morganricebooks.com om je voor de nieuwsbrief in te schrijven, een gratis boek te ontvangen en gratis spullen te winnen, de gratis app te downloaden en daarmee het laatste, exclusieve nieuws te lezen. Volg haar ook op Facebook en Twitter om in contact met haar te blijven
Boeken van Morgan Rice
DE TOVENAARSRING
EEN ZOEKTOCHT VAN HELDEN (Boek #1)
EEN MARS VAN KONINGEN (Boek #2)
EEN LOT VAN DRAKEN (Boek #3)
EEN EREKREET (Boek #4)
EEN EED VAN EER (Boek #5)
EEN AANVAL VAN MOED (Boek #6)
EEN RITUEEL VAN ZWAARDEN (Boek #7)
EEN SCHENKING VAN WAPENS (Boek #8)
EEN LUCHT VOL SPREUKEN (Boek #9)
EEN ZEE VAN SCHILDEN (Boek #10)
EEN STALEN BEWIND (Boek #11)
EEN LAND VAN VUUR (Boek #12)
EEN HEERSCHAPPIJ VAN KONINGINNEN (Boek #13)
EEN BROEDEREED (Boek #14)
EEN DROOM VAN STERFELIJKEN (Boek #15)
EEN STEEKSPEL VAN RIDDERS (Boek #16)
DE OVERLEVINGSTRILOGIE
ARENA EEN: SLAVENDRIJVERS (Boek #1)
ARENA TWEE (Boek #2)
DE VAMPIERVERSLAGEN
VERANDERD (Boek #1)
GELIEFD (Boek #2)
VERRADEN (Boek #3)
VOORBESTEMD (Boek #4)
BEGEERD (Boek #5)
VERLOOFD (Boek #6)
GEZWOREN (Boek #7)
GEVONDEN (Boek #8)
HERREZEN (Boek #9)
VERLANGD (Boek #10)
VOORBESCHIKT (Boek #11)
Luister naar de serie DE VAMPIERVERSLAGEN in audioboekformaat!
Auteursrecht © 2012 Morgan Rice
Alle rechten voorbehouden. Behalve zoals toegestaan onder de Copyright Act uit 1976 in de VS, mag geen enkel deel van deze publicatie worden gereproduceerd, verspreid of uitgezonden worden in welke vorm en door welk middel dan ook, of opgeslagen in een database of terugzoeksysteem, zonder toestemming vooraf van de auteur.
Dit e-book is uitsluitend voor uw persoonlijke amusement uitgegeven. Dit e-book mag niet worden doorverkocht of weggegeven aan andere mensen. Als u dit boek met een andere persoon wilt delen, koop dan alstublieft een ander exemplaar voor elke ontvanger. Als u dit boek leest, en het niet gekocht heeft, of het niet uitsluitend voor uw amusement is aangeschaft, stuur het dan alstublieft terug en koop uw eigen exemplaar. Bedankt voor het respect voor het harde werk van deze auteur.
Dit werk is fictie. Namen, karakters, bedrijven, organisaties, plaatsen, gebeurtenissen en incidenten zijn óf het product van de geest van de auteur óf worden gebruikt in een fictionele context. Elke gelijkenis op echte personen, levend of dood, is volledig toevallig.
Jacket art ©iStock.com /© Jen Grantham
FEIT:
95 kilometer ten noorden van Manhattan ligt een eiland in de Hudsonrivier, waarop een vervallen Schots kasteel staat. Dit eiland staat bekend als Pollepel, vernoemd naar een jong meisje, Polly, die honderden jaren geleden strandde op het ijs van de Hudson en op het eiland terechtkwam. Volgens de legende werd ze romantisch gered door haar geliefde, die op dit eiland met haar trouwde.
“Driemaal twintig en tien kan ik goed onthouden,
Binnen het volume van tijd waarin ik heb gezien
Vreselijke uren en vreemde dingen; maar deze zere nacht
Heeft de vorige kennis klein gemaakt.”
–William Shakespeare, Macbeth
EEN
Het eiland Pollepel, Hudsonrivier, New York
(Heden)
“Caitlin?” klonk de zachte stem. “Caitlin?”
Caitlin Paine hoorde de stem en had moeite haar ogen te openen. Maar ze waren zo zwaar; hoeveel ze het ook probeerde, ze kreeg haar oogleden niet omhoog. Uiteindelijk kreeg ze ze een kort moment open, en zag ze waar die stem vandaan kwam.
Caleb.
Hij zat op zijn knieën naast haar, met haar hand in zijn handen en een bezorgd gezicht.
“Caitlin?” vroeg hij opnieuw.
Ze probeerde bij haar positieven te komen en de enorme spinnenwebben uit haar hoofd te krijgen. Waar was ze? Ze zag genoeg om te zien dat deze kamer kaal was, en van steen gebouwd. Het was nacht en het raam liet het licht van de volle maan binnen. Stenen vloer, stenen muren en een gewelfd, stenen plafond. Het steen zag er glad en eeuwenoud uit. Was ze in een middeleeuws klooster?
Naast het maanlicht werd de kamer slechts verlicht door een kleine toorts aan de muur aan de andere kant, die niet veel licht gaf. Het was te donker om meer te zien.
Ze probeerde zich te concentreren op Calebs gezicht, zo dichtbij, nog geen halve meter verwijderd; hij staarde haar hoopvol aan. Zijn ogen leken op te lichten terwijl hij wat harder in haar hand kneep. Zijn handen voelden warm aan. Die van haar waren zo koud. Ze kon ze niet eens voelen.
Ondanks haar inspanning kon Caitlin haar ogen geen seconde langer openhouden. Ze waren zo zwaar. Ze voelde zich… ziek was niet het juiste woord. Ze voelde zich… zwaar. Ze voelde zich alsof ze rondzweefde, alsof ze in het vagevuur zat; vastzat tussen twee werelden. Ze voelde zich niet verbonden met haar lichaam, voelde zich geen deel van de aarde meer. Maar ze voelde zich ook niet dood. Ze voelde zich alsof ze probeerde te ontwaken uit een heel, heel erg diepe slaap.
Ze had moeite het zich te herinneren. Boston… King’s Chapel…het Zwaard. En toen…werd ze neergestoken. Daar lag ze, stervend. Met Caleb aan haar zijde. En toen…zijn tanden. Ze kwamen op haar af.
Caitlin voelde een doffe, kloppende pijn aan de zijkant van haar keel. Daar moest ze gebeten zijn. Ze had erom gevraagd – er zelfs om gesmeekt.
Maar zoals ze zich nu voelde, wist ze niet of dat verstandig was geweest. Het voelde niet goed. Ze voelde ijzig, koud bloed door haar aderen stromen. Ze voelde zich alsof ze was gestorven, maar de volgende stap nog niet had gezet. Alsof ze vastzat.
Maar nog meer dan wat ook, voelde ze pijn. Een doffe, kloppende pijn in haar rechteronderzij en in haar maag. Daar moest ze zijn gestoken.
“Het is normaal wat je nu doorgaat,” zei Caleb zachtjes. “Niet bang zijn. We maken het allemaal mee als we veranderd zijn. Het wordt beter. Dat beloof ik je. De pijn zal weggaan.”
Ze wilde glimlachen, omhoog reiken en zijn gezicht strelen. Zijn stemgeluid maakte alles in de wereld perfect. Het maakte dit alles het waard. Nu zou ze voor eeuwig bij hem zijn, en dat gaf haar hoop.
Maar ze was te moe. Haar lichaam deed niet wat haar brein wilde. Ze niet glimlachen, en ze kon de kracht niet vinden om haar hand op te heffen. Ze voelde zichzelf terug in slaap vallen …
Plotseling verschoten haar gedachten weer, waardoor de wakkerschrok. Het Zwaard… het had daar gelegen, en toen… was het gestolen. Wie had het nu?
En toen herinnerde ze zich haar broertje, Sam. Bewusteloos. En toen werd hij meegenomen door die vampier. Wat was er met hem gebeurd? Was hij veilig?
En Caleb. Waarom was hij hier? Hij zou achter het zwaar aan moeten, hen tegen moeten houden. Was hij hier alleen vanwege haar? Offerde hij alles op om aan haar zijde te blijven?
Vraag na vraag schoot door haar gedachten.
Ze raapte alle kracht die ze had bijeen en opende haar mond een heel klein stukje.
“Het Zwaard,” wist ze te zeggen; haar keel was zo droog dat praten pijn deed. “Je moet gaan…” voegde ze eraan toe. “Je moet…”
“Shhh,” zei Caleb. “Rust maar uit.”
Ze wilde nog meer zeggen. Zoveel meer. Ze wilde hem vertellen hoeveel ze van hem hield. Hoe dankbaar ze hem was. Hoe ze hoopte dat hij nooit van haar zijde zou wijken.
Maar dat moest wachten. Er kwam een nieuwe golf sufheid over haar, en haar lippen weigerden simpelweg van elkaar te komen. Ondanks zichzelf voelde ze zichzelf terug in de zwartheid zinken, terug in haar staat van onsterfelijke slaap.
TWEE
Kyle vloog over noord-Manhattan en voelde zich opgetogen als nooit tevoren. Achter hem vloog Sergei, zijn gehoorzame soldaat, en achter hem vlogen nog eens honderden vampiers die zich onderweg bij hen had gevoegd. Kyle had nu het befaamde Zwaard aan zijn gordel, en verder hoefde er niets gezegd te worden. De kwaadaardige vampiers aan de hele oostkust hadden het nieuws al gehoord, en veel verbonden wilden zich graag bij hem voegen als hij overvloog. Ze wisten dat er een oorlog aankwam, en Kyles reputatie ging hem vooruit. Deze huurlingvampiers wisten dat hij geen goedaardige plannen had, waar hij ook heen ging. En zij wilden daar deel van zijn.
Kyle voelde de opwinding van het groeiende leger achter hem, en voelde zijn vertrouwen omhoogschieten terwijl hij over de stad vloog. Sergei had er goed aan gedaan het Zwaard te grijpen en dat meisje, Caitlin, neer te steken. Kyle was zelfs verrast. Hij had zich niet kunnen voorstellen dat Sergei dat in zich had. Hij had hem onderschat, en als beloning liet hij hem in leven. Hij had beseft dat hij een goede handlanger zou zijn. Hij was vooral onder de indruk van het feit dat Sergei het onmiddellijk aan hem had gegeven nadat ze de King’s Chapel verlieten. Ja, Sergei kende zijn plaats. Als hij dit volhield, zou Kyle hem misschien zelfs promoveren, hem misschien zelfs een klein legioen geven. Kyle haatte de meeste dingen aan de meeste mensen, maar was hij wél kon waarderen, was trouw.
Zeker na wat zijn volk, het Zwarttijverbond hem had aangedaan. Na duizenden jaren trouw had Rexius, hun opperhoofd, Kyle verstoten alsof hij niets was, alsof zijn duizenden dienstjaren niets betekend hadden. Allemaal vanwege één kleine vergissing. Het was ondenkbaar.
Kyles plan perfect gewerkt. Nu had hij het Zwaard, en niets – maar dan ook niets – zou hem tegen kunnen houden. De oorlog tegen de mensheid en tegen andere vampierrassen zou door hém worden gevoerd.
Terwijl Kyle het stadscentrum naderde – hij vloog boven Harlem – liet hij zich dichter naar de grond zakken. Hij gebruikte zijn vampierzicht om in te zoomen op de details daarbeneden. Zijn grijns werd nog breder.
Zijn plan met de builenpest had echt goed gewerkt. Overal heerste chaos. Die zielige mensen haastten zich elke kant op, reden met hun auto’s tegen het verkeer in op eenrichtingswegen, ruzieden met elkaar en beroofden winkels. Hij zag dat de meeste mensen bedekt waren met gruwelijke bulten die kenmerkend waren voor de pest. Hij zag ook lijken die op bijna elke straathoek hoog opgestapeld lagen. Het leek wel Armageddon daarbeneden. En niets kon hem blijer maken.
Het zou slechts een kwestie van dagen zijn voor elk mens in de stad zou sterven. Op dat moment zouden Kyle en zijn mannen de rest eenvoudig op kunnen ruimen. Ze zouden zich voeden zoals ze zich nog nooit hadden gevoed. En dan zouden ze de rest van het menselijk ras tot slaaf maken.
Het enige kleine obstakel op zijn pad was het Witte Verbond, die zielige vampiers die zich alleen voedden met dieren en dachten dat ze beter waren dan alle anderen. Ja, ze zouden het proberen. Maar ze zouden niets kunnen beginnen tegen het Zwaard. Als hij klaar was met de mensen, zouden zij zijn volgende slachtoffer zijn.
Allereerst het belangrijkste: hij zou zijn plek bij zijn eigen verbond herwinnen… met geweld. Rexius had een fout gemaakt door hem te straffen, dacht Kyle terwijl hij zijn hand over de harde littekens over zijn hele gezicht liet gaan, herinnering aan zijn gruwelijke lot, zijn straf voor de ontsnapping van Caitlin. Rexius zou boeten voor elk litteken van Kyle. Rexius was machtig, maar met het Zwaard was Kyles macht nu nog groter. Kyle zou niet rusten voor Rexius dood aan zijn voeten lag, door zijn eigen hand, en tot hijzelf was verklaard tot het nieuwe opperhoofd.
Kyle glimlachte breed bij die gedachte. Opperhoofd. Na die duizenden jaren. Hij verdiende het. Het was zijn lot.
Kyle en zijn mannen vlogen verder, over Central Park, Midtown, Union Square, Greenwich Village …en uiteindelijk bereikten ze het park bij het Stadhuis.
Kyle landde sierlijk op zijn voeten en de horde vampiers, inmiddels honderden, landde achter hem. Kyles leger was groter geworden dan hij had durven dromen. Wat een manier om terug te keren, dacht hij.
Kyle wilde net naar de poorten van het Stadhuis lopen, de deur intrappen en zijn oorlog beginnen, toen hij iets in zijn ooghoeken zag. Iets dat hem dwarszat.
Kyle gebruikte zijn zicht om enkele straatlengtes in te zoomen en eens goed te kijken naar de chaos voor de Brooklynbrug. Honderden auto’s stonden in de file voor de brug op elkaar gepropt. Ze wilden er allemaal uit.
Maar de brug was afgesloten. Verscheidene tanks en militaire voertuigen blokkeerden de weg, met tientallen soldaten die machinegeweren op de menigte richtten. Er mochten duidelijk geen mensen het eiland Manhattan verlaten. Het leger wilde vast de verspreiding van de pest tegenhouden. Ze hadden waarschijnlijk alle bruggen en tunnels afgesloten.
Aan de ene kant was dat precies wat Kyle had gewild: het maakte het leven makkelijker, omdat alle mensen vast zouden zitten in Manhattan, en dan kon hij ze makkelijker doden.
Maar aan de andere kant, nu hij het met eigen ogen zag, draaide zijn maag zich om. Hij haatte autoriteit – in welke vorm dan ook. En dat betrof ook het leger. Hij zou zich bijna bij de mensenmassa aansluiten die ervandoor wilden. Ze werden tegengehouden door de autoriteiten. Kyles aderen brandden bij die gedachte.
Op dat moment kreeg hij een nieuw plan. Waarom liet hij niet enkele mensen het eiland verlaten? Dat zou zijn plannen eigenlijk alleen maar goed doen. Ze zouden de pest verder verspreiden. Naar Brooklyn, om te beginnen. Ja, dat zou heel erg goed uitkomen.
Kyle steeg plotseling opnieuw op en vloog naar de aanzet van de Brooklynbrug. Onmiddellijk volgden de honderden vampiers hem op zijn hielen.
Mooi, dacht hij. Ze waren trouw en gehoorzaam en stelden geen vragen. Ze zouden echt een handig leger zijn.
Kyle landde aan het begin van de Brooklynbrug, op de motorkap van een auto, en de honderden vampiers landden op auto’s achter hem. Hun laarzen klikten toen ze landden.
Claxons begonnen te brullen. Het leek erop dat mensen het niet leuk vonden als er mensen over hun auto liepen.
Er kwam een nieuwe golf razernij over Kyle toen hij dacht aan de ondankbaarheid van die zielige mensen. Zomaar claxonneren terwijl hij hen juist kwam helpen!
Hij stond stil op de motorkap van een terreinwagen van Saab die naar hem toeterde. Hij had net naar beneden willen springen om de militairen aan te pakken, maar nu draaide hij zich in plaats daarvan om en keek hij het gezin in de auto aan door de voorruit.
Het was een typisch, bekakt gezin. Voorin zaten de man en vrouw, allebei in de 40, en achter hen zaten hun twee kinderen. De man deed het raam omlaag en schudde zijn vuist naar Kyle.
“Ga verdomme van mijn motorkap af!” schreeuwde de man.
Kyle ging op een knie op de motorkap zitten, haalde zijn arm achteruit en stootte zijn vuist door de voorruit. Hij greep de man bij de kraag van zijn polo en rukte hem in een beweging naar zich toe, recht door de voorruit. Glas sprong alle kanten op terwijl het geschreeuw van de vrouw en kinderen van de man de nacht vulden.
Kyle stond grijnzend op de motorkap, tilde de man op en hield hem hoog boven zijn hoofd.
De man jammerde en huilde met een door het glas bebloed hoofd.
Kyle gooide de man met een brede grijns door de lucht als een papieren vliegtuigje. De man vloog tientallen meters door de lucht en landde ergens achter in de file, op de motorkap van een andere auto. Dood, hoopte Kyle.
Kyle hield zich weer bezig met zijn daadwerkelijke doel. Hij sprong van de auto en stapte richting te enorme tanks die de brug blokkeerden. Achter hem voelde hij zijn honderden soldaten hetzelfde doen.
Terwijl Kyle naderde, verstrakten alle soldaten. Een aantal van hen hieven hun machinegeweren en richtten die op hem.
Er was een gebied van ruim dertig meter rond de tanks waar geen enkele auto of mens stond, een grens die niemand leek te willen oversteken.
Maar Kyle stapte maar al te graag over die grens, liep de open plek op, en liep recht op de tank af.
“Blijf staan!” riep een soldaat door een megafoon. “Kom GEEN STAP dichterbij! We schieten ECHT!”
Kyle begon breder te glimlachen terwijl hij op de tank af marcheerde.
“Ik zei: BLIJF STAAN!” riep de soldaat opnieuw. “Dit is je LAATSTE waarschuwing! Er is een avondklok. We hebben het bevel om ’s nachts op iedereen te vuren!”
Kyle grijnsde nu nog breder.
“De nacht is van mij,” antwoordde hij.
Kyle bleef op hen aflopen en plotseling openden ze het vuur. Tientallen soldaten vuurden hun machinegeweren af op Kyle en zijn mannen.
Kyle voelde de pijn van alle kogels die van hem af stuiterden. De een na de andere stuiterde van zijn borst, armen, hoofd en benen. Ze voelden net als regendruppels, maar dan sterker. Hij glimlachte bij de gedachte aan hoe zwak die zielige, menselijke wapens waren.
Kyle zag de verschrikte uitdrukkingen op de gezichten van de soldaten toen ze zich realiseerden dat hij niets mankeerde. Ze konden zich duidelijk niet voorstellen hoe hij nog steeds kon lopen. Of hoe zijn volgelingen nog konden lopen.
Maar ze hadden geen tijd om te reageren. Kyle liep recht naar de dichtstbijzijnde tank, kroop eronder, plaatse beide handen op het onderstel en tilde hem met zijn bovenmenselijke kracht ver boven zijn hoofd. Hij liep een paar meter met de tank boven zijn hoofd en kwam bij de reling van de brug. Er vielen enkele soldaten van de tank toen ze hun balans verloren. Maar er hingen tientallen anderen aan de tank vast, die zich wanhopig aan het metaal vastklampten.
Grote fout.
Kyle nam een aanloop van drie stappen, trok de tank terug en gooide hem zo hard hij kon weg.
De tank vloog door de lucht, meters ver, over de reling heen.
Hij vloog over de Brooklynbrug en viel tientallen meters naar beneden, richting de rivier. De tank tolde en tolde, en soldaten schreeuwden toen ze van de tank vielen. Uiteindelijk raakte de tank het water met een enorme plons..
Plotseling kwam de file tot leven. Zonder aarzeling gaven de angstige New Yorkers vol gas, en hun auto’s scheurden over de weg die nu open was de brug op. Binnen enkele seconden scheurden honderden auto’s Manhattan uit. Kyle keek naar hun gezichten terwijl ze daar reden en zag dat er velen al besmet waren met de pest.
Kyle grijnsde breed. Dit zou een prachtige nacht worden.
DRIE
Samantha bekeek de enorme dubbele deur die krakend voor haar openging, en voelde een knoop in haar maag. Ze liep de kamer van haar leider binnen, vergezeld door enkele vampierwachters. Ze hielden haar niet vast – dat zouden ze niet durven – maar ze bleven dicht in haar buurt, dus de boodschap was duidelijk. Ze hoorde nog bij hen, maar stond onder huisarrest, in elk geval tot dit gesprek met Rexius. Hij riep haar op als soldaat, maar tegelijkertijd riep hij haar op als gevangene.
De deuren vielen met een klap achter haar dicht, en ze zag dat de enorme kamer vol zat. Ze had al in geen jaren meer zo’n opkomst gezien. Er zaten honderden van haar medevampiers in de kamer. Ze wilden duidelijk allemaal kijken, het nieuws horen, wat er was gebeurd met het Zwaard. Hoe zij het door haar vingers had laten glippen.
Maar waarschijnlijk wilden ze haar nog liever gestraft zien worden. Ze wisten dat Rexius een genadeloos leider was, en dat zelfs de kleinste vergissing bestraft moest worden. Een overtreding van dit formaat zou een uitzonderlijk hoge straf opleveren.
Samantha wist dat. Ze probeerde niet aan haar lot te ontsnappen. Ze had een missie geaccepteerd, en had gefaald. Ze had het Zwaard gevonden, ja, maar ze had het ook verloren. Ze had Kyle en Sergei het onder haar neus vandaan laten stelen.
Het had allemaal perfect kunnen zijn. Ze herinnerde zich het Zwaard duidelijk, zoals het daar lag op de vloer van King’s Chapel, bij het altaar, slechts een klein stukje buiten haar bereik. Ze was er slechts enkele seconden van verwijderd, van het vervullen van haar missie, van het heldendom binnen haar verbond.
En toen waren Kyle en dat verschrikkelijke hulpje van hem, Sergei, komen binnenmarcheren om het uit haar greep te stelen. Het was niet eerlijk. Hoe kon ze dat nu hebben verwacht?
Nu wat was ze nu? De slechterik. Degene die het Zwaard had laten ontsnappen. Degene die gefaald had op haar missie. Oh ja, dat zou haar betaald worden gezet. Dat wist ze wel zeker.
Nu wilde ze alleen maar dat Sam veilig was. Hij was bewusteloos geraakt, en zij had hem weggedragen, helemaal hierheen. Ze had hem dichtbij gewild. Ze was nog niet klaar hem te laten gaan, en ze wist niet waar ze hem anders heen had moeten brengen. Ze was naar binnen geslopen en hem veilig ondergebracht, ver onder de grond in een lege kamer van haar verbond. Niemand had haar gezien, voor zover zij dat wist. Hij zou daar veilig zijn, weg van de nieuwsgierige ogen van deze vampiers. Ze zou verslag uitbrengen aan Rexius, haar straf verduren en daarna zou ze wachten tot de dageraad, als iedereen sliep, en dan zou ze ontsnappen met Sam.
Natuurlijk kon ze niet zomaar ontsnappen. Ze zou zich eerst moeten melden voor haar straf, want anders zou haar verbond haar opjagen en zou ze de rest van haar leven op de vlucht moeten gaan. Zodra ze gestraft was, zou niemand haar volgen. Dan kon ze Sam meenemen, ver weg van hier en ergens gaan wonen. Alleen zij tweeën.
Ze had niet verwacht dat dit jochie, Sam, haar gevoelens zo uit balans zou brengen. Ze wilde bij hem zijn. Ze moest bij hem zijn. Sterker nog, hoe gek het ook klonk, zelfs voor haar, ze kon zich geen leven meer voorstellen zonder hem. Ze was woedend op zichzelf. Ze wist niet hoe ze het zover had kunnen laten komen. Verliefdheid op een tienerjongen. Nog erger: een menselijke jongen. Ze haatte zichzelf daarom. Maar het was zoals het was. Het had geen nut om te proberen te veranderen hoe ze zich voelde.
Die gedachte gaf haar kracht terwijl ze langzaam op Rexius’ troon af liep, zich voorbereidend op haar straf. Ze zou onbeschrijflijke pijn lijden, dat wist ze, maar de gedachte aan Sam zou haar erdoorheen helpen. Ze zou iets hebben om naar terug te gaan. En Sam zou beschermd zijn, zou dit alles bespaard blijven. Dat was wat het allemaal draaglijk maakte.
Maar zou hij nog van haar houden nadat ze haar straf had ondergaan? Rexius kennende zou hij haar een behandeling van Iorisch zuur geven, om haar gezicht zoveel mogelijk te beschadigen. Ze zou het grootste deel van haar schoonheid kwijtraken. Zou Sam nog van haar houden? Ze hoopte van wel.
Er daalde een stilte neer over de kamer toen de honderden vampiers dichterbij kwamen; ze wilden alles zo goed mogelijk volgen. Samantha zette enkele stappen verder naar Rexius, ging op één knie en boog haar hoofd.
Rexius, slechts een paar stappen van haar verwijderd, staarde op haar neer vanaf zijn troon; zijn harde, ijsblauwe ogen keken recht door haar heen. Hij staarde haar voor haar gevoel wel enkele minuten lang aan, hoewel Samantha wist dat het waarschijnlijk slechts enkele seconden was. Ze hield haar hoofd omlaag. Ze wist wel beter dan zijn blik te kruisen.
“Dus,” begon Rexius, en zijn schrapende stem sneed door de lucht, “de kip komt naar huis om te rusten.”
Er volgden enkele minuten stilte terwijl hij Samantha bestudeerde. Ze wist dat ze niet hoefde te proberen zichzelf te verdedigen. Ze liet haar hoofd gewoon omlaag gebogen.
“Ik heb je op een heel erg simpele missie gestuurd,” ging hij verder. “Na de mislukkingen van Kyle had ik iemand nodig die ik kon vertrouwen. Mijn meest waardevolle soldaat. Je had me nog nooit teleurgesteld, al in geen duizenden jaren,” zei hij starend. “Maar hierin, op deze simpele missie, heb je op de een of andere manier gefaald. En ook enorm gefaald.”
Samantha boog haar hoofd opnieuw.
“Nou, vertel me eens precies wat er met het Zwaard is gebeurd. Waar is het?”
“Meester,” begon ze langzaam, “ik heb het meisje gevonden. Caitlin. En Caleb. Ik heb ze allebei gevonden. En ik heb het Zwaard gevonden. Ik wist Caitlin zelfs zover te krijgen het op te geven. Het lag op de grond, slechts een stukje buiten mijn bereik. Ik had slechts enkele seconden nodig gehad om het te pakken, en dan zou ik het hebben. Dan had ik het naar u teruggebracht.”
Samantha slikte.
“Ik had niet kunnen weten wat er daarna zou gebeuren. Ik werd verrast, aangevallen door Kyle–”
Er barstte een luid gemompel los onder de vampiers in de kamer.
“Voor ik het Zwaard kon grijpen,” ging ze verder, “had Kyle het al te pakken. Hij vluchtte uit de kerk, en ik kon er niets aan doen. Ik probeerde nog hem te vinden, maar hij was al ver weg. Hij heeft het Zwaard nu in zijn bezit.”
Het gemompel in de kamer werd nog luider. De angst in de kamer was tastbaar.
“STILTE!” riep een stem.
Langzaam stierf het gemompel weg.
“Dus,” begon Rexius, “na dat alles heb je Kyle het Zwaard laten pakken. Je hebt het praktisch aan hem gegeven.”
Samantha wist wel beter, maar ze kon zichzelf niet inhouden. Ze moest wat zeggen ter verdediging. “Meester, ik kon er niets aan doen—”
Rexius onderbrak haar door simpelweg met zijn hoofd te schudden. Ze vreesde dat gebaar. Het betekende dat er slechte dingen zouden volgen.
“Dankzij jou moet ik me nu voorbereiden op twee oorlogen. Die zielige oorlog tegen de mensen, en nu ook een oorlog tegen Kyle.”
Er viel een zware stilte over de ruimte en Samantha voelde haar straf dichterbij komen. Ze was klaar om hem te accepteren. Ze hield het beeld van Sam stevig vast in haar gedachten, en het feit dat ze haar zeker niet konden doden. Dat zouden ze nooit doen. Er zou een leven zijn na dit alles, iets van een leven, en Sam zou daarbij zijn.
“Ik heb een heel speciale straf voor jou bedacht,” zei Rexius langzaam, en hij begon langzaam te grijnzen.
Samantha hoorde de brede, dubbele deur achter zich opengaan en ze draaide zich om om te kijken.
Haar hart stond stil.
Daar, gesleept door twee vampiers en geketend aan handen en voeten, was Sam.
Ze hadden hem gevonden.
Hij was gekneveld, en hoezeer hij ook worstelde en probeerde geluid te maken, het lukte hem niet. Zijn ogen werden groot van schrik en angst. Ze sleepten hem met ratelende kettingen naar de rand van de kamer en hielden hem stevig tegen de muur, waardoor ze hem dwongen te kijken.
“Het lijkt erop dat je niet alleen het Zwaard bent kwijtgeraakt, maar ook gevoelens hebt ontwikkeld voor een mens, tegen alle regels van ons ras in,” zei Rexius. “Je straf, Samantha, zal zijn het kijken naar het lijden van wat jij het meest liefhebt. Ik voel dat dat wat je het meest liefhebt, niet jezelf is. Het is deze jongen. Deze zielige, kleine, menselijke jongen. Goed dan,” zei hij, en hij leunde grijnzend voorover. “Dan is dat hoe je gestraft zult worden. We zullen deze jongen verschrikkelijke pijnen laten doorstaan.”
Samantha’s hart klopte in haar keel. Dit was iets dat ze niet had voorzien, en ergens kon ze het niet laten gebeuren. Wat er ook voor nodig was.
Ze sprong op in de richting van Sams bewakers. Het lukte haar er een te bereiken, en ze schopte hem hard op de borst. Hij vloog achteruit.
Maar voor ze de andere aan kon vallen, zaten er al verscheidene vampiers op haar die haar tegen te grond hielden. Ze worstelde zo hard ze kon, maar er waren er gewoon te veel, en ze kon de kracht van al die vampiers niet tegelijk aan.
Ze keek hulpeloos toe toen enkele vampiers Sam naar voren sleepten, naar het midden van de ruimte. Ze zetten hem op de plek – precies de plek voor diegenen die een behandeling met Iorisch zuur zouden krijgen. Op een vampier was die straf onbeschrijflijk pijnlijk. Het tekende voor het leven.
Op een mens daarentegen, was de pijn onberekenbaar, en betekende deze straf een zekere, verschrikkelijke dood. Ze leidden Sam naar zijn executie. En ze dwongen haar toe te kijken.
Rexius grijnsde nog breder terwijl Sam vastgeketend werd op de plek. Toen Rexius knikte, rukte een van de dienaren de tape van zijn mond.
Sam keek onmiddellijk met bange ogen naar Samantha.
“Samantha!” gilde hij. “Alsjeblieft! Help me!”
Samantha begon ondanks zichzelf te huilen. Er was niets, helemaal niets, dat ze kon doen.
Zes vampiers rolden een enorme, ijzeren ketel op een ladder naar voren, bubbelend en sissend. Ze zetten hem recht boven Sams hoofd klaar.
Sam keek ernaar.
En het laatste dat hij zag was de vloeistof die uit de ketel stroomde, richting zijn gezicht.
Правообладателям!
Данное произведение размещено по согласованию с ООО "ЛитРес" (20% исходного текста). Если размещение книги нарушает чьи-либо права, то сообщите об этом.Читателям!
Оплатили, но не знаете что делать дальше?