Электронная библиотека » Джек Марс » » онлайн чтение - страница 15

Текст книги "Alles op alles "


  • Текст добавлен: 9 сентября 2019, 11:40


Автор книги: Джек Марс


Жанр: Триллеры, Боевики


Возрастные ограничения: +16

сообщить о неприемлемом содержимом

Текущая страница: 15 (всего у книги 21 страниц)

Шрифт:
- 100% +
Hoofdstuk 39

22:47 uur

Davis Memorial ziekenhuis – Bethesda, Maryland


De drie mannen kwamen zijn kamer als schaduwen binnen. Ze waren stil, bijna te stil. Ze hadden de lichten op de gang uitgedaan. Dus toen ze de deur naar Ed Newsam’s kamer openden en naar binnen gleden, veranderde het licht bijna niet.

Het maakte niet uit. Ed Newsam geloofde niet in slaap. Niet in tijden als deze. Hij had sterke morfine-achtige pijnstillers voorgeschreven gekregen voor zijn kogelwonden en gebroken heup. De pijnstiller zou hem helpen met slapen. Ed geloofde in pijn. Deze pijn was te echt om niet in te geloven. En hij weigerde de pijnstiller niet. Hij hield het in de palm van zijn hand vast. En toen de verpleegster de kamer verlaten had, stopte hij het onder zijn matras.

Hij had het ook gewoon kunnen weigeren, maar hij wilde dat het in zijn medische dossier kwam. Ergens had hij op dit bezoek zitten wachten. Dit soort mannen zouden eerst in Eds dossier kijken voordat ze binnen zouden komen.

Ed was gevloerd. Ed zat aan de pijnstillers. Ed genoot van een verdiende rust. Hij ademde diep, zoals een man die ver weg in dromenland was. Zijn ogen op een kiertje. Veel mensen sliepen zo. Zijn handen onder de deken. In zijn rechterhand hield hij een Beretta M9 met een vol magazijn. Het was geladen en klaar voor actie.

De mannen liepen naar het bed. Ze droegen donkere coltruien, donkere broeken en zwarte bivakmutsen die het hele gezicht behalve de ogen bedekten.

Het was duidelijk dat dit geen dokters waren.

Twee mannen stonden aan zijn rechterzijde, eentje links. Een van de mannen pakte een spuit. In het zwakke licht zag Ed hoe hij het omhooghield en de dop verwijderde. Een klein beetje vloeistof spoot eruit. Hij keek toen naar de andere twee mannen en knikte.

De twee mannen waren snel maar Ed was sneller. Ze renden naar de bedrand en probeerden zijn armen vast te houden. Hij haalde zijn pistool tevoorschijn voordat de man aan de rechterzijde iets kon doen. Hij richtte zijn pistool op het gezicht van de man, de loop raakte bijna zijn voorhoofd.

BAM!

Het geluid was oorverdovend in de gesloten ruimte van de kamer. Ed zag sterretjes van de flits.

Het hoofd van de man barstte uit elkaar. Bloed, botten en hersenen vlogen naar achter door de kamer. De man viel voorover op het rek van het ziekenhuisbed. Ed duwde hem terug met zijn pistool. Het lichaam viel op de vloer.

Hij zwaaide zijn wapen omhoog. Hij richtte het pistool op het midden van de borst van de man met de spuit. De man hield beide handen omhoog, zijn ogen wijd open achter het masker. De spuit nog steeds in zijn rechterhand.

BAM!

De loop van het pistool was dertig centimeter van de man zijn borst verwijderd. Door het schot vloog zijn hart en halve long door de rug naar buiten. De man viel op de vloer alsof hij in een valluik gelopen was.

De derde man was zo geschrokken dat hij niet eens geprobeerd had om naar de deur te rennen. Als hij geprobeerd had om direct de deur te bereiken, dan had hij het misschien gehaald. Maar in plaats daarvan stond hij nu in een hoek, drie meter van Ed vandaan. Ed richtte zijn wapen op het lichaam van de man. De man gluurde naar het raam. Achtste verdieping en geen brandtrap, herinnerde Ed zich. Veel geluk.

“Leuk pistool, nietwaar?” zei Ed. “Ik noem haar Alic. Wil je haar iets vragen?”

De man hield zijn handen omhoog. “Hé. Ik denk dat je een grote fout begaat.”

“Nee, jij bent de fout ingegaan, motherfucker. Wil je me vermoorden? Kom dan niet met een spuit om het er zogenaamd als een overdosis te laten uitzien. Wil je me vermoorden, dan kun je beter hier komen en mij meteen goed vermoorden, gewoon doden en klaar is Kees.” Hij schudde zijn hoofd en sprak met een lage stem. “Anders zie je wat er kan gebeuren.”

Ergens in het ziekenhuis ging het alarm af. De beveiliging zou hier binnen een minuut zijn. “Wie ben je?” vroeg Ed.

De man glimlachte onder zijn masker. “Je weet toch dat ik dat nooit aan jou zou vertellen.” Ed was een uitstekende schutter. Het behoorde tot een van zijn vaardigheden die hij scherp hield. Op drie meter afstand kon hij alles raken wat hij wilde. Hij richtte zijn pistool op het rechterbeen van de man en schoot hem net boven de knie.

PANG.

Ed wist wat voor schade dit schot zou veroorzaken. Het grote bot daar zou aan stukjes scheuren. Opgeblazen in kleine fragmenten.

De dokters hadden tegen Ed gezegd dat de rechtertop van zijn pelvis gekraakt was, waarschijnlijk door een afgeketste kogel die daardoor veel energie verloren had voordat het hem raakte. De behandeling was bedrust, pijnstillers en fysiotherapie. Hij zou een tijdje een rollator moeten gebruiken en daarna krukken. Over een week of acht zou hij misschien nog wat pijn voelen maar hij zou zo goed als nieuw zijn. En over zes maanden zou het net zijn alsof het nooit gebeurd was.

Dit in tegenstelling tot de man op de vloer die het uitgilde van de pijn, hij zou namelijk nooit meer normaal kunnen lopen. Afhankelijk van het feit of Ed hem zou laten leven of niet.

Ed duwde het rek aan de zijkant van zijn bed omlaag. Er was een rollator dicht bij de stoel met wieltjes en een halve tennisbal aan de knoppen. Ed trok het dichtbij en trok zichzelf overeind aan de kant van het bed. Hij klemde zijn kaken op elkaar tegen de pijn.

Jezus. Als dit het leven van een bejaarde was, dan wilde hij er niet aan meedoen.

Hij keek naar de man die op de vloer in de hoek lag. Ed gebruikte de rollator om zijn weg te vinden, rond de twee lijken, naar de gewonde man.

“We hebben niet veel tijd,” zei hij tegen de man. “Eens kijken of ik die naam binnen een minuut of minder uit je kan krijgen.”

Hoofdstuk 40

23:05 uur

Fairfax County, Virginia – een buitenwijk van Washington DC


Luke sluimerde. De telefoon ging af. Hij schrok wakker, liggend op de bank. Hij had nog een whisky gedronken terwijl hij wachtte op een telefoontje van David Delliger. Toen was hij in slaap gevallen. Het was zeker Delliger die belde. Hij nam op. “Hallo?”

“Luke? Met Ed Newsam. Heb ik je wakker gebeld?”

Luke was even gedesoriënteerd. “Nee. Hoe laat is het? Nee, je hebt me niet wakker gemaakt. Ed. Hoe gaat het met je? Ik was van plan om morgen bij je langs te komen. Ik zal een bosje bloemen meenemen. Wil je een lekker broodje? Een vers broodje, niet een van die vieze exemplaren van het ziekenhuis.”

“Hoeft niet,” zei Ed. “Ik verlaat het ziekenhuis morgenochtend. Luister, we hebben problemen. Drie mannen hebben me zojuist proberen te vermoorden.”

Luke ging rechtop zitten. “Wat? Waar ben je?”

“Ik ben nog steeds hier in het ziekenhuis, omringd door een agent of tien. Ze brengen me naar een andere kamer met bewakers voor de deur.”

“Waar zijn de moordenaars?”

Er was een pauze. “Eh, die liggen op de vloer. Ze hebben het niet gehaald. Ik probeerde uit eentje een naam te krijgen maar hij was niet erg spraakzaam. Ik kon er echt niets aan doen. Bleek dat ze de verpleegster aan de balie hadden vermoord en haar onder de balie hadden geschoven. Ze droegen bivakmutsen toen ze binnenkwamen. Deze kerels zullen we niet kunnen identificeren. Spoken zijn het. Geesten.”

Luke haalde een hand door zijn haar. “Heb je ze alle drie gedood?”

“Ja. Dat heb ik.”

Een lange stilte volgde.

“Je bent in gevaar, Luke. Daarom belde ik je. Dat gedoe met de president… het is foute boel. En deze kerels zagen er zeker niet Iraans uit. Ze leken meer op surfers uit San Diego. Als ze mij proberen te vermoorden dan zullen ze zeker ook achter jou aan komen.”

Luke deed de TV uit, hij leunde over de tafel heen en deed het licht uit. Hij kroop laag en rende naar de keuken. Daar deed hij ook het licht uit. Behalve op het zwakke oranje licht van de lichtknoppen en een LEDlichtje van de stereo na, was het nu donker op de eerste verdieping. Luke kroop naar de eetkamer.

“Luke? Ben je er nog?”

“Ja, ik ben er.”

“Wat ben je aan het doen?”

“Niets, joh. Alles is oké.”

Luke pakte een hoek van het blauwe eetkamertapijt vast en rolde het op. Eronder bevond zich een valluik dat ingebouwd zat in de hardhouten vloer. Luke legde de telefoon tussen zijn oor en schouder en pakte zijn sleutelbos. Er zaten kleine sloten links en rechts in het luik. Hij vond de kleine zilverkleurige sleutels die in de slotjes pasten en maakte het luik open.

“Ga je nog iets zeggen?” zei Ed.

“Ik ben me aan het voorbereiden, Ed. Ik denk dat ik moet ophangen.”

“Dat is waarschijnlijk een goed idee. Sterkte, bro.”

“Bedankt voor de tip.”

Luke liet de telefoon op de vloer vallen. Hij opende het luik en haalde een lange metalen kist eruit. Nog een speelgoedkist. Luke had er een aantal verstopt in huis. Hij toetste de code, die hij van buiten kende, in en opende de kist. Dit was een grotere kist dan de andere.

Een M16 geweer. Een Remington 870 geweer. Nog een paar pistolen. Een jachtmes. Drie handgranaten. Verschillende dozen met ammunitie, genoeg kogels voor de pistolen. Hij wreef over de granaten. Hij zou proberen, echt proberen, om het huis niet op te blazen. Zijn handen beefden ietwat, misschien van angst of misschien van bloeddorst. Hij begon de wapens te laden.

De telefoon ging weer. Hij keek naar het schermpje maar het was een geheim nummer. Hij zuchtte. Hij kon net zo goed praten met wie het dan ook was. Hij nam op, hopend dat het David Delliger of een late telemarketeer zou zijn.

“Luke? Met Don Morris.”

Luke drukte negen-millimeter ammunitie in een leeg magazijn, zijn vingers bewogen snel en automatisch. Terwijl hij bezig was, viel een stukje van de puzzel met een plof op zijn plaats. Don wist iets van wat er gaande was. Natuurlijk. Hij en de nieuwe president waren dikke maatjes die samen gingen vliegvissen.

“Hoi Don. Hoe ken jij de voormalige voorzitter van het Huis?”

“We studeerden tegelijkertijd aan Citadel, de militaire academie, Luke. Vele jaren geleden. Na het afstuderen ging ik bij het echte leger en Bill ging rechten studeren.”

“Ik begrijp het.”

“Luke, we moeten praten.”

“Oké.” Luke vulde een magazijn en legde het aan de kant. Hij begon met de volgende. “Maar als we met elkaar praten, laten we dan eerlijk zijn. Goed?”

“Ja, dat is goed,” zei Don.

“Begin jij maar.”

Don pauzeerde voordat hij sprak. “Goed. Ik neem aan dat je ondertussen weet wat er vandaag gebeurd is.”

“Ik zou zeggen dat het glashelder is, Don. En plotseling nog helderder door dit telefoontje.”

“Daar ben ik blij om, Luke. Dan hoeven we tenminste niet om de hete brei te draaien. We kunnen direct terzake komen. Jij bent net als ik een oude krijger met oorlogswonden. Je begrijpt dat dit gedaan moest worden. Het is in het belang van het land. Het is voor de toekomst van onze kinderen en onze kleinkinderen. We kunnen ons niet meer door de vijand laten sollen. De man in kwestie zou zonder ook maar een schot te lossen, het hele fort overgeleverd hebben aan de vijand. Dat is nu allemaal voorbij.”

Luke was klaar met nog een magazijn. Hij begon de derde te laden.

“En wat nu?” zei hij.

“We zetten enkele dingen recht. We zetten enkele mensen terug op hun plek en herinneren iedereen eraan wie de baas is.”

“En daarna? Wat gebeurt er met de overheid?”

“Hetzelfde als de vorige keer. President Ryan blijft de rest van de ambtstermijn zitten, in dit geval nog drie jaar. Misschien stelt hij zich voor een tweede periode verkiesbaar, misschien niet. Ik kan me voorstellen dat hij het wil maar dat is zijn besluit. Het volk besluit wie de volgende president is. Er is niets veranderd, Luke. De grondwet is nog steeds geldig. We hebben alleen maar op de reset-knop gedrukt.”

“De hele civiele overheid is een kop kleiner gemaakt,” zei Luke.

“Dat lossen we wel op.”

“Een simpele herkansing, hè Don? Net als kleine kinderen.”

“Tuurlijk. Je zou het een herkansing kunnen noemen.”

“Hoeveel mensen zijn de dood ingestuurd voor deze herkansing van jou?”

Het werd stil.

“Don?”

“Luke, ik zou zeggen één procent van één procent van één procent van de totale bevolking. Driehonderdvijftig mensen op een totaal van driehonderdvijftig miljoen. Dat is een schatting maar waarschijnlijk accuraat. Morgenochtend weten we meer. Niet echt een hoge prijs om te betalen, als je erover nadenkt.”

Luke kroop in het donker. Hij deed een schouderholster aan beide kanten, links en rechts, aan. Hij bond de M16 op zijn rug. De granaten stopte hij in de zakken van zijn cargobroek. Het hagelgeweer zou hij in zijn armen houden en als eerste afvuren.

Hij keek de woonkamer rond. De grote ramen waren nu niet erg handig. Hij woonde letterlijk in een glazen huis. Het zou onmogelijk zijn om deze plek te beschermen. Hij moest naar buiten, waarschijnlijk zou hij begeleid worden door een kogelregen.

“Luke?”

“Ik luister, Don.”

“Wil je iets vragen?”

“Oké, hier is een vraag. Waarom heb je mij in het midden van de nacht wakker gemaakt om aan dit alles deel te nemen? Ik was al zes maanden met verlof. En had al tien maanden geen opdracht meer gehad.”

Don lachte en dat langzame zuidelijke accent vloeide uit zijn mond als stroop. “Dat was mijn fout. Je bent een van de beste agenten die ik ooit gezien heb maar ik dacht dat je na zolang inactief te zijn geweest, nu langzaam en uit vorm zou zijn. En je begon dan ook langzaam gisteravond maar je pikte al gauw je oude tempo weer op. Ik had je onderschat, dat is alles. Het was de bedoeling dat jouw betrokkenheid bij de Iraniër zou eindigen.”

“Want dan zouden jullie de schuld kunnen geven aan de Iraniërs voor de aanslag op het Witte Huis?”

“Ja, zo simpel had het kunnen zijn.”

“En Begley? Wat voor rol speelt hij?”

Don lachte weer. “Ron Begley kan niet eens zijn eigen kont vinden met beide handen.”

“Dus hij wist van niets?”

“Oh god, nee.”

Nu moest Luke bijna lachen. Logisch. Arme Ron Begley was er om Ali Nassar te beschermen om redenen die hij niet eens begreep. Hij dacht waarschijnlijk dat hij de onschendbaarheid van diplomatieke immuniteit beschermde. Als we het hier niet respecteren, dan zullen ze het daar ook niet respecteren. Of probeerde hij gewoon Luke klein te krijgen?

“Don, waarom bel je me eigenlijk?”

“Nu komen we tot de kern van de zaak, jongen. Er is een tweede aanhoudingsbevel uitgevaardigd voor jouw arrestatie. Het lukte de stafchef van de voormalige president om vanuit Mount Weather te bellen voordat hij overleed. Hij noemde jouw naam met betrekking tot de ramp. Je wordt nu gezocht om hierover ondervraagd te worden. En ook voor jouw connectie met de moord in Baltimore vanochtend. Dat ligt weer op tafel. Het lijkt erop dat je al die tijd in zee bent geweest met de terroristen. Dat gestoei in Baltimore kwam door jou, om zo een van je partners uit de weg te helpen en alle sporen te wissen. En we hebben een buitenlandse bankrekening gevonden die we naar jou konden herleiden. Er staat meer dan twee miljoen dollar op de rekening.”

Luke glimlachte.

“Ik had beter van je verwacht, Don,” zei Luke. “Geld zetten op een valse bankrekening in mijn naam.”

“Ik denk dat het genoeg is,” zei Don.

“En Ali Nassar?” vroeg Luke.

“Jouw geldschieter? Die overleed ongeveer een uur geleden. Het was zelfmoord. Hij sprong van het balkon van zijn appartement. Vijftig verdiepingen, kun je het je voorstellen? Gelukkig viel hij op een betonnen dak dat op de derde verdieping uitsteekt. Niemand op straat raakte gewond.”

Luke haalde zijn schouders op. Hij was geen fan van Ali Nassar. Wat Nassar dan ook dacht dat hij gedaan had, hij wist dat het fout was. En hij moet geweten hebben dat zijn eigen dood altijd een realistische mogelijkheid was. Zo niet, dan was hij dommer dan hij eruit zag. “Dat komt goed uit,” zei Luke. “Nog eentje die in het stof bijt.”

“Juist.”

“En nu wil je dat ik me vreedzaam overgeef, neem ik aan.”

“Dat zou mooi zijn, ja.”

“Die kans is niet echt groot, of wel?”

“Luke -”

Vanuit Luke’s positie in de eetkamer kon hij uit de grote zuid– en westgerichte ramen in de woonkamer kijken. Het huis stond op een kleine glooiende helling van gras. De hoogte vergrootte Luke’s uitzicht. Het was een rustige buurt. De meeste bewoners parkeerden hun auto’s op de oprit of in de garage.

In zuidelijke richting stonden twee politieauto’s zonder uiterlijke kenmerken dicht bij elkaar geparkeerd op de hoek van de straat. Het waren snelle auto’s, dezelfde die de overheid in beslag nam van drugdealers. De ramen waren getint. Ze zagen eruit als ingedoken spinnen, wachtend op de buit. Richting het westen, in de noordelijkste hoek van het raam, zag hij een zwart busje in de volgende straat geparkeerd staan. Dat was alles wat hij vanuit deze positie kon zien. Waarschijnlijk waren er nog meer.

“Als er een aanhoudingsbevel voor mij uitgevaardigd is,” zei Luke, “waarom niet gewoon een aantal agenten sturen? Het enige wat ik zie zijn spoken.”

Don lachte. “Nou ja. Aanhoudingsbevel was misschien niet helemaal waar. Laten we zeggen dat we gewoon even met je willen praten.”

Tuurlijk. De politie was er helemaal niet bij betrokken. Als Luke nu naar buiten zou lopen om zich over te geven, dan zouden ze hem gewoon doden en laten verdwijnen. Hij zou ergens in een zwart gat gedumpt worden om nooit meer iets van te vernemen. Maar zo zou het niet aflopen.

“Ik zorg voor een bloedbad, Don. Als je achter me aankomt, dan zorg ik ervoor dat de mannen die nu rondom mijn huis staan, plus tien of twintig of dertig meer, het er niet levend vanaf brengen. Dat betekent een heleboel weduwen en weeskindjes. Ik daag je uit.”

Don’s stem was rustig. “Luke, ik wil dat je heel rustig naar me luistert nu. Dit is het belangrijkste wat ik je ooit heb verteld. Luister je? Kun je me goed horen?”

“Ik luister,” zei Luke.

“Ze hebben je vrouw en zoon.”

“Wat?”

“Al deze gebeurtenissen hebben niets met jou te maken, Luke. Jij diende als decoratie, jouw rol was een kleine afleiding in een veel groter drama. Als je gewoon naar huis was gegaan nadat ik je geschorst had vanochtend dan was dit alles niet nodig geweest. Maar je ging niet naar huis en als gevolg daarvan lopen Rebecca en Gunner nu groot risico. Het gaat ze goed en ze zijn niet gewond maar je moet naar me luisteren. Als je nu stopt, stopt met wat je doet en naar buiten loopt met je handen omhoog, dan komt het allemaal goed. Maar als je door blijft gaan met deze… dwaasheid…” Hij pauzeerde. “Dan weet ik niet wat er gaat gebeuren.”

“Don, wat zeg je eigenlijk?”

“Dit is niet jouw strijd, Luke, of de mijne. Dit is groter dan wij.”

“Don, als je mijn gezin iets aandoet -”

“Het is niet aan mij om die beslissing te nemen. Je weet dat ik jouw gezin nooit zou schaden. Ik hou van ze als mijn eigen gezin. Ik ben slechts de boodschapper. Vergeet dat alsjeblieft nooit.”

“Don -”

“Het is jouw keuze, Luke.”

“Don!”

De lijn was dood.

Hoofdstuk 41

23:15 uur

Queen Anne’s County, Maryland – oostkust Chesapeake Bay


Rebecca lag kaarsrecht in bed en staarde in het donker. Op het nachtkastje begon  de telefoon te rinkelen. Ze keek ernaar. Ze kon het schermpje zien vanaf het bed. Het was Luke. Maar ze kon niet bewegen. Dat zou haar verraden. Ze wist dat er iemand in huis was. Ze lag daar, als bevroren, haar hart bonkte in haar borst. Ze was wakker geworden van hun voetstappen beneden, zware lichamen die probeerden te sluipen. Dit was een oud huis en de vloer kraakte. Het was bijna onmogelijk om ergens te lopen zonder dat het kraakte.

Nu hoorde ze het weer, een zware voetstap. Er was iemand beneden. De persoon probeerde stil te zijn en te sluipen. Ze hoorde nog iemand, aan de andere kant van de woonkamer. Er waren minstens twee personen beneden. En buiten, onder het slaapkamerraam hoorde ze meer voetstappen over het gras. Mensen liepen rond het huis buiten.

Ze realiseerde zich iets. Het duurde even want ze had liggen slapen toen ze wakker schrok van de geluiden. Gunner lag in de andere kamer te slapen.

Oh god. Ze moest hem halen.

Wat kon ze doen? Luke bewaarde zijn wapens achter slot en grendel, op haar verzoek. Ze wilde namelijk niet dat Gunner ze zou kunnen vinden wanneer hij een keertje alleen in huis was.

Ze gleed het bed uit en voorzichtig zette ze haar voeten op de vloer. Ze trok haar nachtjapon over haar hoofd en uit. Ze deed dezelfde kleren als gisteren aan, jeans en een blouse. Een plan begon zich in haar hoofd te vormen. Ze zou naar Gunners kamer gaan, hem voorzichtig wakker maken, zijn raam openen en dan samen het dak op klimmen. Stilletjes zouden ze over het niet al te steile dak lopen en wanneer niemand hen zag dan konden ze naar beneden klimmen via de regenpijp en als een gek naar de buren rennen, 400 meter verderop.

Dat was het, dat was het plan.

Ze keek verschrikt op. Gunner kwam binnen, in zijn Walking Dead T-shirt en zijn pyjamabroek. Hij wreef in zijn ogen.

“Mam? Ik hoorde iets.”

Plotseling stond er een gigantische man achter Gunner. Zijn adamsappel stak vooruit. Zijn gezicht was gevoelloos en uitdrukkingsloos. Zijn ogen hadden een dode blik. Hij grijnsde zonder emotie.

Zijn stem was prettig. Hij klonk geamuseerd.

“Hallo, mevrouw Stone,” zei hij. “Hebben we u wakker gemaakt?”

Gunner gilde, hij was geschrokken door de diepe stem vlak achter hem. Hij rende naar Becca en ze duwde hem achter zich. Haar adem leek in haar keel te blijven hangen. Haar ademhaling klonk als een locomotief.

“Het komt allemaal goed, mevrouwtje,” zei de man. “We zullen u niets doen. Nog niet.”

Ze dacht aan Luke. Hij was altijd zo paranoïde, waarschijnlijk door de vreselijke dingen die hij heeft gezien. In de dagen dat hij nog wekenlang naar het buitenland werd uitgezonden, leerde hij haar zelfverdediging. Maar wat hij haar leerde was geen kickboksen of karate. Hij leerde haar niet een salto te maken of hoe je een karateklap uitdeelde. Nee. Hij nam levensechte, zware, anatomische correcte oefenpoppen mee naar huis. Hij leerde Becca hoe je de ogen eruit moest steken door je vingers diep in de oogkassen te rammen. Hij leerde haar om de neus eraf te bijten. Helemaal eraf! Door je tanden diep in het vlees te zetten en de neus van het gezicht te scheuren. Hij leerde haar hoe je testikels kon verplettteren, niet alleen maar knijpen maar vermorzelen. Hij leerde haar hoe je een hand in iemands mond duwde, helemaal tot de keel. Hij leerde haar hoe je iemand kon schaden voor de rest van z’n leven, vooral iemand die groter en sterker was dan zijzelf.

Ze herinnerde zich Luke’s zonnige glimlach terwijl hij haar dit alles leerde. “Als er ooit een dag komt dat je geen andere keuze hebt dan te vechten, dan moet je die andere persoon onschadelijk kunnen maken. En niet alleen maar een klein beetje. Je moet ervoor zorgen dat die andere persoon permanent onschadelijk wordt gemaakt zodat hij niet kan opstaan en hetzelfde of erger terugdoen.”

Was zij ertoe in staat? Zou ze deze man onschadelijk kunnen maken? Als ze alleen was geweest, dan waarschijnlijk niet dacht ze. Maar nu had ze Gunner bij zich.

De man liep op haar af. Hij kwam heel dichtbij. Hij droeg laarzen, een kaki broek en een T-shirt. Hij drukte zijn lichaam tegen haar aan maar hij raakte haar niet aan met zijn handen. Zijn borst raakte lichtjes haar gezicht. Ze kon zijn lichaamswarmte voelen. Hij drukte zijn handen tegen de muur achter haar. Het lichaam van de man duwde haar naar achter.

“Vind je dat lekker?” zei hij. Hij ademde zwaar. “Ik kan je verklappen dat je man je absoluut niet zal missen.”

Gunner maakte een geluid achter haar, als een krijs van een dier.

Becca schreeuwde, zoals Luke haar geleerd had. De schreeuw ontketende haar energie. Ze ramde beide handen omhoog tegen de man zijn testikels. Ze greep ze door zijn broek heen vast en kneep zo hard als ze kon. Ze pakte ze in een ijzeren greep vast en probeerde ze van zijn lichaam af te scheuren.

De ogen van de man stonden wagenwijd open van de schok. Hij hapte naar adem en viel met een dreun op de vloer. Er kwam een geluidloze gil uit zijn open mond. Hij hield zijn handen op z’n kruis. Zijn broek had bloedvlekken op die plek. Ze had hem toegetakeld. Ze had hem flink toegetakeld.

Ze draaide zich om naar Gunner. “Kom op! We moeten hier vandaan.”


Страницы книги >> Предыдущая | 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 | Следующая
  • 0 Оценок: 0

Правообладателям!

Это произведение, предположительно, находится в статусе 'public domain'. Если это не так и размещение материала нарушает чьи-либо права, то сообщите нам об этом.


Популярные книги за неделю


Рекомендации