Электронная библиотека » Джек Марс » » онлайн чтение - страница 8

Текст книги "Alles op alles "


  • Текст добавлен: 9 сентября 2019, 11:40


Автор книги: Джек Марс


Жанр: Триллеры, Боевики


Возрастные ограничения: +16

сообщить о неприемлемом содержимом

Текущая страница: 8 (всего у книги 21 страниц)

Шрифт:
- 100% +
Hoofdstuk 20

Nul uur

Tussen leven en dood


Hij zweefde, luisterend naar de geluiden. Hij hoorde muziek, zachte klassieke muziek met violen en de piano. De mensen die rond hem stonden hadden mechanische stemmen.

“Schaar. Scalpel. Afzuigen. Ik zei afzuigen! Kun je er niet meer uithalen?”

“Ja, dokter.”

Toen: “Hij heeft geluk gehad. Een centimeter meer naar links en de kogel had zijn slagader geraakt. Dan was hij binnen een paar minuten gestorven.”

Eldrick was niet geïnteresseerd in de dokters en hij was niet geïnteresseerd in het lichaam dat op de operatietafel lag.

Ze waren allemaal onder hem nu, en hij kon een glimp zien van het ding dat de dokters zo hard probeerden te redden. Het herinnerde hem aan een dode hond langs de weg. Het was het niet waard om het te proberen te redden.

Hij draaide zich om en door de deuropening zag hij zijn oma in de andere kamer. Ze stond bij het fornuis en roerde in een pan. Het rook erg lekker.

“LT, kom onmiddellijk hier.”

Hij rende naar binnen. Het was middag, buiten scheen de zon en hij wilde naar het park om te voetballen. Maar de geur van avondeten zorgde ervoor dat hij rilde van verwachting. Het was een gelukkige tijd, voordat alles fout ging.

“Heb je je huiswerk af, schatje?”

“Ja, oma.”

“Je zou nooit tegen me liegen, toch?”

Hij glimlachte.

Ze draaide zich om en haar gezicht was serieus. “Je bent stout geweest, of niet?”

Hij was geen kind meer. Hij was een volwassen man en zij het kleine oude vrouwtje dat aan borstkanker bezweek.

Hij knikte. “Ik ben fout geweest.”

“Kun je het goedmaken?”

Hij schudde zijn hoofd. “Ik weet niet of het ooit goed kan komen.”


09:30 uur

Het ziekenhuis, Johns Hopkins Bayview Medical Center – Baltimore, Maryland


“Daar komen er een paar,” zei Luke. Hij en Ed stonden in de gang van een ziekenhuis, ongeveer twintig meter verwijderd van een deur met APOTHEEK erop. Luke had net geprobeerd de deur te openen maar het was gesloten. In de gang liepen twee mannen in blauwe kleren met lange witte labjassen eroverheen in hun richting. Ze waren aan het kletsen en lachten.

Er waren overal bewakingscamera’s. Het maakte niet uit. Luke was van plan snel te werken. Hij zat toch al in de problemen, iets meer of minder maakte geen verschil meer.

“Pardon,” zei Luke. “Zijn jullie dokters?”

“Ja, dat klopt,” zei een van hen, een fitte man van middelbare leeftijd met een metalen bril op. “Wat kunnen we voor u doen?”

Luke stapte naar de man toe met zijn pistool in zijn hand. Hij drukte het tegen de man zijn buik aan. Hij hield het laag en onopvallend, weg van de videocamera’s. Hij legde een vriendelijke hand op de man zijn schouders. “Geen woord. Je collega ook niet.”

Ed stond achter de tweede man en Luke zag dat hij de loop van zijn revolver hard tegen de onderrug van de dokter duwde.

“We zullen jullie geen pijn doen als je precies doet wat ik zeg.”

De eerste dokter die nog geen minuut geleden zo zelfverzekerd was, was nu aan het beven. “Ik…” begon hij. Hij kon niet meer praten.

“Het is goed,” zei Luke. “Je hoeft niet te praten. Ik wil dat je de deur van de apotheek opent. Dat is alles wat je hoeft te doen. Open de deur en ga samen met mij een paar minuten naar binnen.”

De tweede dokter was rustiger. Hij was kalend en droeg een bril met dikke brillenglazen. Hij was dikker dan de eerste. “Het is goed. Als je drugs nodig hebt dan pakken we wat je nodig hebt, oké? Maar er zijn overal bewakingscamera’s. Je zult niet ver komen.”

Luke glimlachte. “We zullen niet ver gaan.”

De mannen draaiden zich als een groep om en liepen naar de deur. De tweede dokter haalde zijn sleutelkaart over de scanner en het lichtje sprong op groen. Luke opende de deur. Binnen waren er verschillende gesloten medicijnkastjes.

“Wat heb je nodig?” vroeg de dokter.

“Ritalin,” zei Luke. “Twee spuiten.”

“Ritalin?” zei de man.

“Ja, en schiet een beetje op. Er is haast bij.”

De dokter pauzeerde. “Mijnheer, u zult niet high worden van Ritalin. Als u aan ADD lijdt dan kunt u het makkelijk verkrijgen op recept. U hoeft niet al deze moeite te doen. Er zijn programma’s die kunnen helpen met de financiering, als dat nodig is. Bovendien, Ritalin is niet de eerste keuze -”

Luke schudde zijn hoofd. “We zijn geen kleine kinderen meer, dok. Laten we aannemen dat ik weet wat we doen en jij niet weet wat we doen. Oké?”

De dokter haalde zijn schouders op. “Zoals u wilt.” Hij opende een medicijnkastje, liet Luke de fles zien en bereidde de spuiten voor. Terwijl hij bezig was, legde Ed vier plastic tiewraps op de toonbank. Hij opende een lade en vond een paar kleine handdoeken en chirurgische tape. Hij legde het naast de tiewraps.

Toen de dokter klaar was met de spuiten, schoof hij ze over de toonbank.

“Goed zo,” zei Luke. “Bedankt. Nu wil ik dat je nog een ding doet voordat we vertrekken.

“Oké,” zei de dokter.

“Kleed je uit,” zei Luke. “Allebei.”

*

Luke en Ed, gekleed in chirurgische kleding en handschoenen, liepen door de menigte politieagenten die buiten de deur van de kamer van Eldrick Thomas stonden. Ze pauzeerden en deden hun chirurgische maskers op voordat ze naar binnen gingen.

Een bord met een geelzwarte driehoek hing aan de deur. STRALINGSGEVAAR.

Eronder hing nog een bord met instructies.


A. Bezoek beperkt tot 1 uur per dag. Geen zwangere vrouwen of personen onder 18 toegelaten.

B. Bezoekers moeten minimaal een afstand van 2 meter tot de patiënt houden.

C. Bezoekers moeten beschermende kleding aandoen. Een schort, schoenhoesjes en handschoenen. Het is verboden voor bezoekers om zaken aan te raken in de kamer.

D. Bezoekers mogen niet roken, eten of drinken in de kamer van de patiënt.


Een agent legde zijn hand op Luke’s arm. “Wanneer kunnen we verwachten dat hij wakker wordt?”

Luke gaf hem de serieuze doktersblik. “Je bedoelt als hij wakker wordt. We doen ons best. Jullie moeten gewoon afwachten.”

Ze gingen naar binnen. Thomas lag plat op een ziekenbed, hij sliep. Hij had kleine donkerrode vlekken in zijn gezicht en hals. Zijn polsen en enkels waren vastgebonden met plastic flex-boeien aan het metalen rek van het bed. Meerdere monitoren hielden toezicht op zijn vitale functies. Twee agenten met chirurgische maskers en handschoenen stonden in een hoek van de kamer, zo ver mogelijk bij Thomas vandaan.

“Jongens, kunnen jullie ons alstublieft even alleen laten met de patiënt?” zei Ed.

“We mogen de kamer niet verlaten,” zei een van de agenten.

Ed zei de magische woorden, woorden die een bureaucratische wedstrijd touwtrekken zou veroorzaken als de patiënt niet radioactief was. “Het spijt me, maar uw aanwezigheid is in direct conflict met de bepaling van medische zorg.” Toen glimlachte hij. “Bovendien is de kerel aan het bed gebonden. Hij zal niet zal niet ver komen. Geef ons een minuut, oké?”

De agenten liepen de kamer uit, blij om weg te komen.

Luke liep meteen naar Thomas toe. Hij pakte de spuit, haalde het dopje eraf, zocht naar de dikke ader aan de binnenkant van de elleboog op de linkerarm van Thomas en gaf hem de spuit.

“Ritalin dus?” zei Ed.

Luke haalde zijn schouders op. “Het haalt mensen direct uit een narcose. Niet echt toegelaten, maar het werkt altijd.”

Hij nam een stap naar achter. “Het zal niet lang duren.”

Een minuut ging voorbij, toen twee minuten. Halverwege de derde minuut dacht Luke een lichte beweging van de oogleden te zien.

“Eldrick,” zei hij. “Wakker worden.”

Eldricks ogen gingen langzaam open. Hij knipperde met zijn ogen. Hij zag er erg moe uit, hij leek wel honderd jaar oud.

“Mijn borst doet pijn,” zei hij, zijn stem nauwelijks meer dan gefluister. Hij keek langzaam om zich heen. “Waar ben ik?”

Luke schudde zijn hoofd. “Het doet er niet toe waar je bent. Gisternacht was je in New York. Je hebt radioactief materiaal gestolen van het Center Medical Center. Je werkte samen met Ken Bryant en Ibrahim Abdulraman. Beiden werden vermoord. Ook werden twee bewakers vermoord.”

Het geheugen vloeide terug in het gezicht van de kerel. Hij bewoog zich niet. Het leek alsof hij elke minuut zou kunnen sterven. Maar zijn ogen waren hard. “Agenten?” zei hij.

Luke knikte. “We moeten weten waar en wanneer de bomaanslag zal plaatsvinden.”

Eldrick Thomas keek naar Ed. Hij maakte een gebaar met zijn hoofd naar Luke. “Hé, bro. Zorg er even voor dat die duivel van een kaaskop ophoepelt.”

Hij sloot zijn ogen langzaam en opende ze toen weer. “Daarna vertel ik je wat ik weet.”

*

Luke wachtte in de gang, vijftig meter van de groep agenten vandaan. Het duurde niet lang voordat Ed naar buiten kwam. Hij liep snel.

“Kom op, man. We moeten gaan.”

Luke liep snel, hij hield Ed bij. “Wat is er?”

“Ik denk dat hij een hartaanval kreeg,” zei Ed. “Misschien was de Ritalin teveel voor hem. Ik weet het niet. Ik heb op het alarm gedrukt voordat ik ontsnapte.”

“Heeft hij iets gezegd?”

“Ja, dat heeft hij.”

“Wat dan?”

“Ik weet niet of ik het kan geloven.”

Luke stopte. Ed ook.

“We moeten blijven lopen,” zei Ed.

Luke schudde zijn hoofd. “Wat is het doelwit?”

Boven hun hoofd klonk een vrouwenstem uit de intercom van het ziekenhuis, kalm en mechanisch, bijna robotachtig. Code blauw. Code blauw. Derde verdieping, kamer 318. Code blauw. Dokters en medewerkers haastten zich langs de twee heen, hun schouders raakten elkaar.

“Het is getimed om samen te vallen met de Ramadan in Iran. Om 20:24 uur, dat is 10:54 in de ochtend onze tijd.” Hij keek op zijn horloge. “Dat is over ongeveer een uur.”

“Waar?” eiste Luke.

Ed keek met een donkere blik naar Luke. Voor het eerst kon Luke paniek op Eds gezicht zien.

“Het Witte Huis.”

Hoofdstuk 21

10:01 uur

De hemel tussen Baltimore en Washington DC


De piloten waren stoer. De helikopter vloog laag en snel. Het landschap vloog voorbij onder hen, zo dichtbij dat je het bijna kon raken. Luke merkte het nauwelijks. Hij schreeuwde door de telefoon. Het was een slechte verbinding en de lijn werd steeds afgesneden. Ze vlogen over verschillende zendmasten heen en de overgang van de ene naar de andere was slecht door de hoge snelheid.

“Ik wil dat je het Witte Huis evacueert,” zei hij. “Trudy! Hoor je me?”

Haar stem sneed door het geruis. “Luke, ze hebben een arrestatiebevel voor jou en Ed. Het is zojuist doorgekomen.”

“Waarom? Vanwege de dokters? We hebben hen niets aangedaan!”

Er was weer geruis en de lijn verbrak.

“Trudy? Trudy! Shit!”

Hij keek naar Ed.

“Hij zei dat ze een busje gebruikten van wasserij Dun-Rite,” zei Ed. “Het logo was een magnetische sticker. Ze haalden het eraf in Baltimore en veranderden de nummerplaten. Misschien zijn er bewakingscamera’s in de buurt waar Thomas is gevonden. Dan is het mogelijk dat ze het busje op die manier kunnen opsporen.”

Luke’s telefoon ging over. Hij nam op.

“Trudy.”

“Luke, voordat je iets zegt moet je weten dat Eldrick Thomas overleden is. Aan een zwaar hartinfarct. Jij en Ed zijn te zien op de videocamera’s. En in de video is duidelijk te zien dat je Thomas een spuit gaf met een of ander middeltje.”

“Ritalin, om hem wakker te maken,” zei Luke.

“Ed leunde dicht over Thomas heen net voordat hij stierf.”

“Trudy, Thomas was bezig om Ed informatie te geven. Begrijp je dat? Eldrick Thomas is nu niet het probleem. Het plan is om een aanslag op het Witte Huis te plegen. Al het bewijs wijst op een aanval met een drone. Ze zaten in het busje van wasserij Dun-Rite Wasserij maar ze hebben het logo verwisseld. We moeten dat busje vinden en we moeten het Witte Huis ontruimen, iedereen moet eruit. Nu.”

Er klonk weer geruis op de lijn.

“Dat zullen ze nooit doen… Luke? Luke?”

“Ik luister.”

“Ze bewaken Grand Central en station Hoboken PATH. Ze hebben de Midtown Tunnel afgesloten. Ik sprak met Ron Begley. Ze geloven niet dat het Witte Huis het doelwit is. Ze denken dat jullie Eldrick Thomas vermoord hebben. Jullie arrestatiebevel is voor moord.”

“Wat? Waarom zouden we Eldrick Thomas vermoorden?”

De lijn werd weer verbroken.

Luke keek naar Ed. “We laten de piloten het over de radio vermelden.”

Ed schudde zijn hoofd. “Heeft geen zin. Niemand zal ons geloven. En als we de piloten het laten melden, dan weet iedereen waar wij zijn. Nee. We moeten zelf naar binnen gaan. Onopvallend.”

Luke ging naar de cockpit en stak zijn hoofd naar binnen.

Hij kende deze twee, Rachel en Jacob. Het waren oude vrienden van hem. Ze hadden al jaren samen gevlogen. Beide waren voormalige militairen van het 160e Speciale Operaties Luchtvaart Regiment. Luke en Ed waren gewend aan vliegen met dit soort mensen. Dit regiment leverde de aangewezen piloten voor Delta Force.

Rachel was zo stoer als niemand anders. Als vrouw word je niet zomaar lid van de elite-eenheid van militaire piloten voor speciale operaties. Je vocht je weg naar binnen. Wat perfect was voor Rachel, haar vrijetijdshobby was kooivechten. Jacob daarentegen was als een rots in de branding. Zijn kalmte in de hitte van de strijd was legendarisch, surrealistisch. Zijn hobby was mediteren op een bergtop. De twee wisten misschien dat Luke geschorst was. Ze wisten misschien zelfs af van zijn arrestatiebevel. Maar ze wisten ook dat Luke Delta was en ze waren niet het type dat veel vragen stelde.

“Hoe dicht bij het Witte Huis kun je ons krijgen?” vroeg Luke.

“Heb je een lunchafspraak?” zei Rachel.

Luke haalde zijn schouders op. “Kom op.”

“South Capitol Street helikopterplatform,” zei Jacob. “Het is een platform voor de politie, de DC Metro Police. Normaal gesproken is het gesloten voor al het andere verkeer, maar ik ken ze. Ze zullen voor ons een uitzondering maken. Het platform ligt ongeveer vijf kilometer van het Witte Huis vandaan.”

“Ik heb ook een SRT-auto nodig die klaarstaat bij landing,” zei Luke. “Geen chauffeur, alleen de auto. Goed?”

“Begrepen,” zei Rachel. Ze keek over haar schouder naar Luke.

“Ik vertel je later alles.”

Luke ging terug naar het vrachtruim waar Ed bij de open laaddeur stond.

Luke schreeuwde naar hem. “We hebben een helikopterplatform vijf kilometer van het Witte Huis vandaan en we hebben een auto ter beschikking.”

Ed knikte. “Dat klinkt goed.”

De telefoon ging weer. Luke keek om te zien wie er belde. Hij had geen zin meer om te praten over arrestatiebevelen of wie wat geloofde. Dit keer hield hij het kort.

“Trudy, zet me door aan Mark Swann.”

Hoofdstuk 22

10:23 uur

Washington DC


“Dat redden we nooit.” Luke reed de SUV van de zaak door het late ochtendverkeer richting het Witte Huis. Hij kroop vooruit. Ze hadden hier geen tijd voor.

De telefoon zat aan zijn oor geplakt. Hij bleef bellen en kreeg eindelijk verbinding. Voor de derde of vierde keer achter elkaar kreeg hij haar antwoordapparaat. Ze had gezegd dat zij en Gunner van plan waren om naar de bioscoop te gaan.

Haar stem klonk blij en vol energie. Hij stelde zich voor hoe ze eruit zag: mooi, lachend, optimistisch en energiek. “Hoi, dit is Becca. Ik kan nu even niet opnemen maar laat een berichtje achter na de piep, dan bel ik zo snel mogelijk terug.”

“Becca!” zei hij. Hij haalde adem. Hij wilde haar niet ongerust maken. “Ik wil dat je iets voor me doet. Ik heb geen tijd om het uit te leggen. Wanneer je dit hoort, stap dan meteen in de auto en rij naar het zomerhuisje. Ga niet naar huis. Pak niets in. Neem direct de snelweg en vertrek. Alles wat je nodig hebt, kun je daar kopen. Ik zie jullie daar zo gauw mogelijk.” Hij stopte even. “Ik hou zoveel van jullie beiden. Beloof me dat jullie doen wat ik zeg. Twijfel niet. Vertrek meteen, zodra je dit hoort.”

Hij hing op. Naast hem zat Ed kaarsrecht. Een dikke ader klopte op Eds voorhoofd. Hij was aan het zweten.

“We moeten op een of andere manier dit verkeer omzeilen,” zei Luke.

Ed deed het handschoenenkastje open en haalde er een LED-zwaailamp eruit. Hij zette het op het dashboard en zette het licht en de sirene aan. Buiten de auto was het lawaai van de sirene ongelooflijk luid.

TATU-TATU-TATU.

“Gaan!” zei Ed.

Luke reed dwars over het midden heen de linkerrijbaan op. Hij reed tegen het verkeer in met zijn hand op de toeter. Hij trapte op het gaspedaal en toen hij bij het verkeerslicht kwam, gooide hij het stuur naar rechts en kwam hij weer terug op de rechterrijbaan. Hij trapte weer op het gaspedaal en de auto schoot als een raket vooruit.

“Schiet op! Schiet op!” schreeuwde Ed.

Voor hen schoten auto’s aan de kant als een kudde dieren. Luke vloog met een snelheid van honderd kilometer per uur over de kruising heen.

De telefoon rinkelde.

“Swann?”

De stem had een subtiel accent. “Luke, Don Morris hier.”

“Don, ik moet de lijn vrijhouden.”

“Jongen, wat ben je aan het doen? Ze hebben me verteld dat je een man in het ziekenhuis in Baltimore hebt vermoord.”

Luke schudde zijn hoofd. “Ik heb niemand vermoord. Ze gaan een aanslag op het Witte Huis plegen, Don. Dat is de hele tijd het plan geweest.”

“Dat is niet waar, Luke. In de afgelopen tien minuten hebben ze twee Arabische jongens opgepakt, eentje op het Grand Central en de ander in Hoboken. Ze hadden allebei een zogenaamde snelkookpan-bom bij zich in een rugzak. De nationale veiligheidsdienst NSA, gaat momenteel hun identiteit en connecties na.”

“Een snelkookpan is geen vuile bom!” krijste Luke. Hij hoorde zelf zijn schelle stem. Hij klonk als een idioot. Hij had nauwelijks geslapen in vierentwintig uur. Hij was er zich van bewust. Zijn perceptie was misschien wat minder helder. Maar zoveel minder? Zou het kunnen? Hij keek naar de snelheidsmeter. Ze reden met bijna honderdveertig kilometer per uur door de stad.

“De snelkookpannen waren een truc,” zei Don. “De explosieven waren niet eens operationeel. De criminelen sturen de kinderen vooruit om te zien wat er gebeurt. Nu weten ze dat de doelwitten zijn gecompromitteerd.”

Luke probeerde langzamer te praten zodat hij en Don een rationeel gesprek zouden kunnen voeren. Hij wilde dat Don ook zou begrijpen wat voor hemzelf glashelder was. “Don, we hebben met Eldrick Thomas gesproken. Hij was een van de dieven. We hebben hem niet vermoord. Hij stierf aan stralingsvergiftiging. Hij vertelde ons dat het doelwit het Witte Huis zou zijn.”

“Luke, ik weet wie hij was. De inlichtingen die wij hebben is dat, naast al het andere, Eldrick Thomas een professionele oplichter was. Hij heeft jullie belazerd, dat is alles. Dat is wat oplichters doen, ze belazeren mensen. Ze bespelen mensen tot het bittere einde. Hij vertelt jullie dat het doelwit het Witte Huis is. De veiligheidsdienst wordt direct in staat van paraatheid gebracht en mensen denken dat hij meewerkt. Als hij het overleeft dan krijgt hij misschien strafvermindering. De man heeft meer tijd van zijn leven in de gevangenis dan erbuiten doorgebracht. Toch denk jij dat degenen die het brein achter deze aanslag zijn, een onbenullige gangster als Eldrick deze informatie zouden toevertrouwen.”

Luke zei geen woord.

“Je kunt de operatie nu nog afblazen ,” zei Don. “Kom terug naar het hoofdkantoor. Ik kan je daar ontmoeten. Als jij zegt dat je hem niet vermoord hebt, dan geloof ik je. Ik zal er alles aan doen om je te beschermen. We laten een psychiater verklaren dat je een PTSS-episode had. Een psychotische aanval. Je dossier zal dat ondersteunen. Misschien word je een paar dagen opgenomen als patiënt maar dat zou alles zijn.”

Luke kon niet geloven wat hij hoorde.

“Ik moet deze lijn openhouden,” zei hij.

“Je treedt ver buiten de grenzen en als je nog verder gaat dan sta je er alleen voor.”

Er kwam een telefoontje binnen.

“Don, ik moet ophangen.”

“Luke! Waag het niet op te hangen.”

Voor hen was de poort naar het Witte Huis. Ed zette het blauwe licht en de sirene uit. Luke reed iets langzamer. Hij hield de telefoon zo dat hij het scherm kon zien. De persoon die probeerde te bellen was Swann.

Luke antwoordde. “Swann. Heb je ervoor kunnen zorgen dat de Geheime Dienst ons toegang verleent?”

Swann twijfelde. “Ik denk het.”

“Je denkt het?”

“Hou toch op, Luke. Jullie hebben allebei een arrestatiebevel voor moord boven jullie hoofd hangen. Goed zo, het ziet ernaar uit dat jullie Yankee Witte Bevoegdheid, Categorie Een, hebben gekregen. Dit betekent dat jullie direct met de president en vice-president samenwerken. Maar het is een valse bevoegdheid. De databank van de Geheime Dienst zou het binnen dertig seconden kunnen natrekken en vergelijken met de misdaad-databank. Dan hebben ze jullie meteen door. Iemand zou een dubbele controle kunnen uitvoeren en erachter komen dat de bevoegdheid nog geen vijf minuten oud is. Ik kan geen garanties geven. Jullie kansen zijn fifty-fifty. Hoe ver weg zijn jullie?”

“We zijn er nu. We rijden de oprijlaan op.”

“Oké dan. We zullen zo weten hoe goed ik ben.”

Luke hing op. Hij schakelde terug naar Don.

“Don?”

Don had opgehangen.

Het wachthuisje was recht voor hen en werd beschermd door betonnen barrières. Er stond een stopbord en een bord met Verboden toegang. Vier mannen in pak stonden bij de ingang. Op een ander bord stond OPGELET. VERBODEN TOEGANG VOOR ONBEVOEGDEN. 100% ID-CONTROLE.

Luke keek naar Ed. Eds gezicht was gladjes en glanzend van zweet.

“Klaar?” zei Luke.

“Zoals altijd, klaar.”

Luke voelde een druppel zweet op zijn borst. Zometeen zouden ze hun weg naar binnen bluffen om toegang te krijgen tot het Witte Huis. Ze zouden zo ver mogelijk proberen te komen met behulp van de valse toegangsbevoegdheid die Swann geregeld had. Daarna zouden ze hun weg erdoorheen rammen. Ze zouden proberen om het hele veiligheidsapparaat van de Geheime Dienst te omzeilen en de president op eigen hand te evacueren. Twee mannen van een andere eenheid die bovendien uren geleden al geschorst waren. En dit alles gebaseerd op het woord van een dode beroepscrimineel die misschien alles bij elkaar gelogen had.

Even kon Luke bijna Dons reactie begrijpen. Van buitenaf leek het een krankzinnig idee.

Een bewaker verscheen bij Luke’s linkerelleboog. Luke had op de automatische piloot naar het wachthuisje gereden.

Verstijfd gaf hij zijn en Eds legitimatie aan de man. De man liep weg en kwam een minuut later terug.

“Het spijt me,” zei hij. “Beide zijn afgewezen. U heeft geen bevoegdheid.”

“Misschien is het een teken,” zei Ed.

“Kunt u het alstublieft nog eens proberen,” zei Luke.

Voor hen ging het hek open. De beveiliger verscheen weer.

“Het spijt me,” zei hij. “Waarschijnlijk een storing in het systeem.”

Luke reed zachtjes door de poort van het Witte Huis.

*

Swann was goed. Ongelooflijk goed.

Ze liepen het gebouw via de West Wing binnen, voorbij een legitimatiecontrole en door een gang met pilaren in Griekse stijl. Hun voetstappen weerklonken op de marmeren vloer. Ze sloegen rechts af en voor hen was de deur naar de Oval Office, het kantoor van de president.

Twee geheim agenten stonden op wacht bij de ingang.

“Hallo, mannen,” zei een van hen. “Dat is ver genoeg.”

Luke hield zijn badge omhoog. “FBI. We hebben Yankee Wit toegangsbevoegdheid. We moeten dringend met president Hayes spreken.”

“De president is in vergadering.”

“Maar dit wil hij waarschijnlijk niet missen.”

De kerel schudde zijn hoofd. “Wij zijn hier niet over ingelicht. U zult moeten wachten terwijl we dit natrekken.”

Ed wachtte niet. Hij gaf de eerste man een stomp op zijn keel, toen draaide hij en raakte de tweede man op zijn kaak met een elleboog. De eerste man viel op de vloer, grijpend naar zijn keel. Ed bukte, ramde zijn hoofd tegen de stenen vloer en stond daarna meteen weer op. De tweede man probeerde zijn pistool te pakken toen Ed hem in zijn gezicht sloeg. De man was bewusteloos toen hij in elkaar zakte.

Luke en Ed stormden het Oval Office binnen.

Aan de andere kant van de kamer stond de president met de vice-president. Ze leken een enorme kaart die over het bureau van de president lag te bekijken. Achter hen waren drie hoge ramen die uitkeken op de rozentuin. Een man nam foto’s van het geheel. Een jonge kalende man stond in de buurt. En er stonden nog een handvol andere mensen in de kamer.

Toen Luke en Ed binnenkwamen, stond de president meteen rechtop. Hij was erg lang.

Vier geheim agenten trokken hun wapens.

“Stop! Op de grond!”

In het midden van de kamer lag een beige, ovaal vloerkleed met het embleem van de president. Luke liep eroverheen met zijn handen omhoog.

“FBI,” zei hij. “Ik heb een belangrijke mededeling voor de president.”

Hij werd van achteren aangepakt. Binnen een seconde lag zijn wang op het vloerkleed.

Zijn armen werden pijnlijk achter zijn rug vastgehouden. Op zijn gezicht stond de voet van een man. Een meter bij hem vandaan lag Ed in dezelfde positie.

“FBI!” schreeuwde Luke. “Federale agenten!”

Ze hadden zijn badge en legitimatie. Ze pakten Luke’s wapen uit het holster. Hij voelde hoe ze zijn broek omhoogtrokken en zijn extra pistool en mes wegpakten.

“Wat is er aan de hand?” zei de president.

Drie man hielden Luke vast. Een zware arm drukte tegen zijn nek. Hij kon zich niet bewegen en hij kon moeilijk praten. “Mijnheer. Ik ben Agent Stone van het Special Response Team van de FBI. Dit is Agent Newsam. U bent in gevaar. We hebben betrouwbare inlichtingen dat een aanslag met een vuile bom op het Witte Huis is gepland. De aanval zou samenvallen met het begin van de Ramadan in Teheran, en dat is in minder dan vijftien minuten.”

President Hayes liep naar Luke toe. Hij torende boven Luke uit.

“Dat is niet waar,” zei een vrouwenstem.

Luke stak zijn nek zover mogelijk uit en zag Susan Hopkins, de vice-president. Ze was erg mooi, als een voormalig televisiepresentatrice. Ze droeg een grijs pak met een krijtstreep en haar blonde haar was geknipt in een korte bob. “We hebben zojuist bericht ontvangen dat de terreurdreiging onder controle en onschadelijk gemaakt is in New York City.”

“Er is niet genoeg tijd om u alles te vertellen,” zei Luke. “We moeten het hele gebouw ontruimen en we hebben in principe geen tijd meer. Als we het mis hebben, dan zou dat erg genant zijn. Het Witte Huis ontruimd na een valse bommelding. Maar als we gelijk hebben… Daar wil ik niet eens aan denken.”

Iedereen keek naar de president. Hij was een man die gewend was aan het maken van moeilijke beslissingen. Het duurde zeven seconden voordat hij zijn besluit nam.

“Iedereen eruit,” zei hij. “Initieer de evacuatieplannen voor alle medewerkers. Over tien minuten wil ik geen enkele persoon meer in dit gebouw hebben.”


Страницы книги >> Предыдущая | 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 | Следующая
  • 0 Оценок: 0

Правообладателям!

Это произведение, предположительно, находится в статусе 'public domain'. Если это не так и размещение материала нарушает чьи-либо права, то сообщите нам об этом.


Популярные книги за неделю


Рекомендации