Текст книги "Alles op alles "
Автор книги: Джек Марс
Жанр: Триллеры, Боевики
Возрастные ограничения: +16
сообщить о неприемлемом содержимом
Текущая страница: 20 (всего у книги 21 страниц)
Hoofdstuk 55
05:45 uur
United States Naval Observatory, Washington DC
Zijn naam was William Theodore Ryan. Hij was het achter-achterkleinkind van adellijke plantage-eigenaars. Zijn familieleden waren al generaties lang trotse Confederatie-aanhangers en rebellen. En hier zat hij, de president van de Verenigde Staten.
Hij had zich nog nooit zo moe gevoeld. Hij had afgelopen nacht nauwelijks geslapen. Voor zonsopgang had hij erop gestaan om van Site R terug naar Washington DC te vliegen. Het had geen zin om onder de grond te blijven zitten, toch? De dreiging was voorbij. En het zou het Amerikaanse volk laten zien hoe dapper hij was. Hij zou zich niet in een hol in de grond verstoppen terwijl meer dan driehonderd miljoen mensen door moesten gaan met hun leven boven de grond, waar ze kwetsbaar voor buitenlandse aanvallen waren.
Hij glimlachte bij die gedachte.
Hij zat in het zitgedeelte van het kantoor op de bovenverdieping van de officiële residentie van de vice-president. Buiten begon het lanzaam licht te worden. Het huis zelf was een schitterend gigantisch wit bouwwerk in Queen Anne-stijl, met dakkapellen en een torentje, en was gelegen in de glooiende tuinen van de Naval Observatory. Het dateerde uit het midden van de negentiende eeuw en was het thuis geweest voor vele generaties vice-presidenten. Nu zou het als het Witte Huis functioneren totdat het oorspronkelijke gebouw weer helemaal hersteld was.
Op de bank tegenover hem zat Edward Graves, de senator van Kansas. Later die dag zou Ed, op tweeënzeventigjarige leeftijd, de oudste vice-president worden in de moderne geschiedenis van de VS. Ed Graves was een militair expert, hij was al een eeuwigheid voorzitter van de Congressional Armed Forces Committee. Ed was al bijna twintig jaar zijn mentor.
Tussen hen in stond een zwarte luidspreker op de tafel. Die kraakte toen een staatssecretaris van de Joint Chiefs, de gezamenlijke stafchefs, hun een update van de situatie in het Midden-Oosten gaf. Het was een gespannen situatie, maar het leek goed te gaan.
“Meneer,” zei de stem, “op uw bevel zijn twee Amerikaanse F-118 gevechtsstraaljagers het Iraanse luchtruim in gevlogen om ongeveer 13:45 uur lokale tijd. Ongeveer een halfuur geleden.”
“Status?” vroeg Bill Ryan.
“Binnen twee minuten werden ze onderschept door drie Iraanse straaljagers. We denken dat het verouderde Russische Mig-straaljagers waren. Onze F-118’s vernietigden de Iraanse toestellen na een kort luchtgevecht. De radar pikte nog minstens een stuk of vijf andere Iraanse gevechtsvliegtuigen op die op weg waren naar dit gebied. Dus de F-118’s trokken zich terug naar het Turkse luchtruim. De Iraniërs vlogen terug toen ze de grens bereikten.”
“Oké,” zei Ryan. “Wat nog meer?”
“Twee afluisterposten, een in Japan en een in Alaska, hebben gerapporteerd dat maar liefst vijf of zes Russische raketsilo’s in Oost-Siberië hun status veranderd hebben naar volle paraatheid in de afgelopen twintig minuten. De silo’s hebben de belangrijkste stedelijke gebieden aan de westkust als primair doelwit, zoals Seattle, Portland en San Francisco. Ze hebben deze doelwitten bepaald en zich erop gericht.”
“Jezus. Waarom doen ze dat?”
“Dat weten we niet zeker, meneer. De timing lijkt samen te vallen met het binnenvallen van het Iraanse luchtruim, maar de communicatie die we opvangen suggereert dat er verwarring in het Russische Centrale Commandostation is. We geloven niet dat de silo’s maar wat aan het doen zijn, maar het schijnt dat ze de bevelen verkeerd hebben begrepen.”
Ryan keek naar Ed. Het was typisch van de Russen om zo’n streek uit te halen. Wat waren ze van plan? Een nucleaire oorlog over Iran beginnen? Maar hij moest toegeven dat het ergens wel spannend was om op de grens tussen oorlog en vrede te balanceren. Hij was niet eens acht uur president.
Ryan sprak tegen de stem. “Hebben wij raketten die op de Russische silo’s gericht zijn?”
“Ja, meneer, dat hebben we.”
“Zorg er dan voor dat die raketten in paraatheid worden gebracht en dat de Russen dit vernemen. Ze moeten hun jongens inteugelen. Als we hen ons arsenaal laten zien, dan begrijpen ze misschien dat we het menen.”
De stem aan de andere kant van de lijn twijfelde even. “Goed, meneer.”
“Verder nog iets?”
“Niet op dit moment, meneer.”
Ryan verbrak de verbinding en zette de luidspreker uit. Het was erg stil in de kamer. Hij keek naar Ed Graves. “Wat denk je?”
Eds handen rustten op zijn knieën. Ze waren krom en zaten vol levervlekken, als een oude boomstam. Eds gezicht was ruw en gerimpeld. Zijn grote neus was doorlopen met gebroken adertjes. Maar zijn ogen waren als twee laserstralen.
“Het is dwaas,” zei hij, “om twee vliegtuigen over de grens te sturen. Waarom testen wij ze? We weten waartoe ze in staat zijn en we weten ook waar wij toe in staat zijn. Zij hebben toch ons eerst aangevallen? Ze hebben onze president vermoord.”
Ed knipoogde overdreven. Bill schaamde zich bijna voor hem.
“Als dat waar is, dan moeten we ze aanvallen, en hard ook. We moeten terugslaan. We hebben de Vijfde Vloot in de Perzische Golf. We kunnen het Iraanse geschut in de Straat van Hormuz vernietigen. We willen ze geen kans geven om daar mijnen te leggen. Gewoon vernietigen. Poef. Dan sturen we bommenwerpers naar Teheran, met een escorte van gevechtsstraaljagers zodat ze veilig aankomen. Ik zou dit alles al vandaag in gang zetten.”
Bill knikte. “Ze zullen zich vechtend een weg naar Teheran moeten banen.”
Ed haalde zijn schouders op. “Onze jongens zijn de allerbesten. En daar betalen we ze toch voor? Om te vechten? Een of twee weken aanhoudend zware bombardementen op de stad en ik denk dat het hele Iran-probleem verdwijnt.”
“En de Russen?”
Ed Graves leek hier even over na te denken. Uiteindelijk haalde hij zijn schouders op. “Fuck de Russen.”
Er werd op de zware eiken deur geklopt.
“Binnen.”
De deur ging open en een jonge assistent kwam binnen. Zijn naam was Ben en hij werkte al een paar jaar voor Ryan. Normaal was hij al een energieke jongeman, maar vandaag was hij echt vol enthousiasme en opwinding. Zijn hele team klom hogerop in de wereld.
“Wat kan ik voor je doen, Ben?”
“Meneer, we hebben zojuist een identificatie van de vrouw binnen die in de opgeblazen SUV zat. De SUV die in de Tidal Basin terechtgekomen was, gisternacht. U vroeg me elk nieuws hierover aan u te rapporteren.”
“Ja, dat klopt. Wat heb je voor me?”
“Gebitsgegevens duiden op een vrouw met de naam Lize Redeemer.”
Dat was niet wat Bill Ryan wilde horen. “Redeemer?”
“Ja, meneer. Ze was een 33-jarige dakloze met een verleden van psychische problemen: schizofrenie, bipolaire stoornis, noem maar op. Ze had haar naam officieel veranderd naar Elizabeth Reid toen ze 18 werd. Het is nog onduidelijk waarom ze zich in die auto bevond.”
Ryan knikte. “Oké, bedankt.”
Toen de assistent de kamer uit was, keek Ryan weer naar Ed Graves. “We moeten Don Morris te pakken krijgen.”
Hoofdstuk 56
07:15 uur
Municipal Detention Center – Washington DC
“Hoe heb je geslapen?”
“Als een roosje. Ik zat in een cel met ongeveer zes andere mannen. Aardige kerels. Ik heb nooit geweten dat er zoveel onschuldige mensen in de gevangenis zitten.”
Luke stapte naar buiten het zonlicht in en de gevangenis uit. Het was helder en zonnig buiten. Zijn handen waren nog steeds geboeid. Don Morris leidde hem, samen met twee agenten die Luke niet herkende, de trap af naar een nieuw model zwarte personenauto die in de straat geparkeerd stond.
“Dat was een spectaculaire goocheltruc die je geflikt hebt. Ze konden pas met behulp van gebitsgegevens erachter komen dat het niet Susan Hopkins was die samen met jou in de auto zat. En dat was nog geen uur geleden. Ze weten nog steeds niet wie het is.”
“O?” zei Luke. “Ik had kunnen zweren dat het Susan was.”
Don bleef staan. Hij keek Luke aan. “Hou op met die onzin, Stone. Ik ben er niet voor in de stemming vandaag. En ik had gedacht jij ook niet. Je zult praten en je zult ons vertellen waar Susan is. Dat realiseer je je nu wel, toch? O, ik weet het al. Luke Stone is onbreekbaar. Het zal dagen duren voordat we informatie uit hem krijgen. Maar persoonlijk denk ik dat het vrij snel zal gaan. We hebben namelijk een voordeel, voor het geval je het vergeten was.”
“Je had gezegd dat je mijn gezin nooit iets zou aandoen.”
Don glimlachte. “Dat zal ik ook niet doen. Je gezin leeft en ze maken het goed. Dat moet je weten. Maar wij moeten weten waar Susan Hopkins is.”
“Don, Susan is de president van de Verenigde Staten.”
Hij schudde zijn hoofd. “Dat kun jij niet beslissen, Stone.”
“Nee, maar de grondwet wel.”
Don maakte een geluid. Hij schraapte zijn keel luidruchtig en keek naar de twee agenten. “Kunnen jullie ons een minuutje met rust laten?”
De twee mannen liepen een meter of dertig door. Daar stonden ze dicht bij een geparkeerde auto en staarden naar Luke en Don. Ze lieten duidelijk merken dat ze hen in de gaten hielden. Luke nam aan dat ze wisten dat hij Don kon doden, ook al waren zijn handen en voeten geboeid.
Don leunde tegen de zwarte personenauto aan. “Jongen, waar ben je mee bezig?”
Luke keek hem aan. Hij kende Don al heel lang en toch had hij hem nooit echt gekend. “Waar ben jíj mee bezig, Don? Waar ben jij mee bezig? Ik ben niet degene die zojuist heeft meegeholpen aan een staatsgreep.”
Don schudde zijn hoofd. “Luke, hoe je het ook noemt, het is voorbij. We kijken nu vooruit, niet achteruit. Bill Ryan is de president van de Verenigde Staten, of je dat wilt of niet. Jouw gezin is in gevaar, maar ze zijn nog niet dood of gewond. Je kunt ze terugkrijgen als je meehelpt. Als je je medewerking verleent. Ik kan het niet eens geloven dat je tegenwerkt. Je hebt al je kaarten verspeeld.”
“Wat krijg jij hiervoor, Don? Je doet dit toch niet alleen maar omdat jij en Bill Ryan oude maatjes zijn.”
Don knikte. “Oké, goeie vraag. Als het helpt om jouw medewerking te krijgen, dan zal ik je een antwoord geven. Ik ben het zat dat Amerika zwak is. Ik ben het zat dat Amerika twijfelt. Gedurende mijn militaire training was dat nooit het beeld dat ik van Amerika had en eerlijk gezegd zit het niet in mijn bloed. Ik kan het niet uitstaan. Ik ben moe om te moeten bedelen voor geld en middelen om het Special Response Team in leven te houden, jaar in, jaar uit. We deden fantastisch werk, dat heb je zelf gezien, je maakte er deel van uit. Al dat werk stond op het punt de goot in te gaan.”
De puzzelstukjes begonnen voor Luke op hun plaats te vallen. “Dus Bill Ryan geeft je alle middelen en het budget dat jij wilt voor het SRT?”
Don schudde zijn hoofd. “Nee. Bill Ryan is een marionet, zoals je waarschijnlijk gemerkt hebt. Er zijn andere krachten aan het werk. En zij zouden willen zien dat Amerika’s glorie weer hersteld werd, net als ik. Dus vanmiddag zal Bill aankondigen dat ik zijn aangewezen persoon ben voor de positie van minister van Defensie.”
Luke staarde hem aan. Hij dacht terug aan de vorige nacht, David Delliger die doodgeschoten werd op het middenveld van het American football stadion van de Naval Academy.
“Weet je zeker dat je die baan wilt hebben? Ik ontmoette je voorganger gisternacht. Zijn ambtstermijn kwam vrij abrupt aan een einde.”
Don glimlachte. “Dave was niet de juiste persoon voor de positie. Hij was een militair maar hij was geen krijger. Tijden als deze vragen om een krijger. Ik weet zeker dat jij als geen ander dat kunt begrijpen.”
“Don, als we oorlog gaan voeren tegen Iran, dan komen de Russen -”
Don hield zijn hand omhoog. “Luke, lees me niet de les over de Russen. Ik vocht tegen de Russen toen jij nog in luiers poepte. Ik weet wat de Russen gaan doen. Niets. Helemaal niets. Ze zullen aan de zijlijn staan kijken. Nou, zeg me alsjeblieft waar Susan is.”
Luke zei niets.
“Rebecca en Gunner zullen vandaag sterven, Luke. Dat gaat gebeuren. En je kunt alleen jezelf de schuld geven.”
Luke draaide zijn hoofd weg. “Je bent een verrader, Don.”
In de straat, in de richting waar Luke keek, gebeurde iets vreemds. De twee agenten liepen snel deze kant op. Achter hen een groep mannen in pakken met zonnebrillen, ze volgden de twee agenten. Luke telde zeven mannen. Hij draaide en keek in de andere richting. Misschien waren ze wel ergens anders naar op weg.
Nee. Nog zes mannen kwamen van de andere kant. Luke keek naar de agenten die met Don waren. Opeens, sloegen ze op hol. Eentje vloog over de straat. Hij kwam halverwege toen een auto hem raakte. De auto kwam piepend tot stilstand. De agent rolde over de motorkap en viel toen op straat. Drie mannen renden naar hem toe met hun pistolen in de hand.
De andere agent rende over een grasveld richting een parkeerplaats. Vijf mannen renden achter hem aan.
Drie mannen kwamen op Don en Luke af, eentje van de ene zijde, twee van de andere kant. Ze hadden hun pistolen op ze gericht.
“Geheime Dienst,” zeiden ze.
Ze duwden Don op de grond, gezicht naar beneden. Ze namen zijn vuurwapens en deden handboeien om.
“Wat is de aanklacht?” vroeg Don.
“Waar zullen we beginnen?” zei de man. “Landverraad. Binnenlands terrorisme. Moord. Kidnapping. Samenzwering. Dat is een begin.”
Ze maakten Luke’s boeien los. Hij masseerde zijn polsen en begon gevoel in ze terug te krijgen.
“Staat op sommige van deze aanklachten niet de doodstraf?”
De man van de Geheime Dienst knikte. “Dat klopt.”
“Mijn vrouw en zoon zijn ontvoerd. Deze man weet waar ze zijn.”
Luke keek op Don neer.
“Als ik jou was,” zei hij, “Dan zou ik beginnen met opbiechten, en snel.”
Hoofdstuk 57
07:45 uur
United States Naval Observatory – Washington, DC
Een zwarte SUV reed de oprijlaan op en stopte voor de officiële residentie van de vice-president. De achterdeur opende en Susan Hopkins stapte uit. De Iraakse dokter had vannacht haar arm en pols in het gips gedaan. Maar hij had niet de capaciteit om haar gezicht te behandelen. Hij had slechts pijnstillers op de brandwonden gedaan zodat ze kon slapen.
Ze had net een kwartier geleden met Pierre gesproken, nadat haar verzekerd werd dat het veilig was om te doen.
Hij had gehuild en zij huilde ook bijna. Ze had nog steeds niet met de meiden gesproken.
Ze liep het pad over richting het grote witte huis, ze droeg kogelvrije kleding onder haar pak. Chuck Berg en Walter Brenna liepen met haar mee.
Het was een schitterend huis en vanochtend zag het er nog mooier uit. Ze hield van het huis. De afgelopen vijf jaar was het haar woning geweest.
Ze liepen de hal binnen.
Een tiental mannen in blauwe militaire uniformen en kostuums, staarden naar hen toen ze binnenkwamen. Ze herkende enkele van de mannen. Het waren agenten van de Geheime Dienst. Allemaal Ryans mannen.
Ze staarden haar eerst aan alsof ze een geest zagen. Een van de mannen schudde handen met Chuck Berg.
Een zacht gefluister ging door de menigte heen.
“Kan ik u helpen?” vroeg een man in een militair uniform.
“Ik wil William Ryan spreken.”
“Wie kan ik zeggen dat er is?”
“Mijn naam is Susan Hopkins en ik ben de president van de Verenigde Staten.”
Er kwamen nog meer mensen de hal binnen. Het waren voornamelijk mannen in blauwe pakken met pistolen onder hun colberts. Een kleine vrouw in een dienstbode-uniform liep naar binnen. Susan herkende haar. Haar naam was Esmeralda maar iedereen noemde haar Esa. Ze werkte al meer dan twintig jaar in dit huis. Ze keek verbaasd. Ze keek naar Susan alsof Susan een van die katholieke verschijningen was waar gelovigen naartoe stroomden tijdens een bedevaart. Ze kon zo de huilende heilige maagd Maria zijn, staande in de grot van een klif.
“Mevrouw Hopkins?” zei Esa. “U leeft nog.”
Ze liep naar Susan alsof ze droomde. De twee vrouwen omhelsden elkaar. Eerst voorzichtig maar toen trok Susan Esa dichterbij. Plotseling begon Susan te huilen. Het voelde zich zo opgelucht, zo opgelucht om hier met deze vrouw te zijn op dit moment.
“Ik leef,” zei ze. “Ik ben in leven.”
Ze sloot haar ogen en bleef haar omhelzen.
“Jij bent niet de president,” zei een donderende stem.
Susan liet Esa los. Niemand minder dan William Ryan kwam de formidabele marmeren trap aflopen. Hij zag er flink en pittig uit, fit en energiek, veel jonger dan zijn jaren. “Ik ben de president. Gisternacht nam ik de ambtseed af, uitgevoerd door de opperrechter van de Verenigde Staten.”
Eenmaal de trap afgelopen, liep hij meteen naar Susan. Hij was erg lang en torende boven haar uit. Ze keek omhoog naar hem. Chuck Berg was aan haar rechterzijde en Walter Brenna aan haar linkerkant.
“Susan,” zei Ryan. “Aangenaam om je te zien, maar ik moet je verzoeken om dit huis te verlaten. Je hebt natuurlijk onder vreselijke druk gestaan de afgelopen vierentwintig uur en ik weet zeker dat je op dit moment niet in staat bent om de ambtseed af te leggen.”
Ondertussen had zich een menigte militairen en agenten van de Geheime Dienst in de hal verzameld.
Ryan gebaarde naar een aantal militaire mannen die dichtbij stonden. “Kunt u mevrouw Hopkins naar buiten begeleiden, alstublieft? Er is werk aan de winkel.”
Susan wees naar hem. “Arresteer deze man. Voor landsverraad en de moord op president Thomas Hayes. En nog driehonderd anderen.”
Dit was het ogenblik waarvan ze niet wist wat er zou gebeuren. Iedereen stond stil en staarde. Ergens op de achtergrond tikte een klok. Drie seconden, vier seconden.
Vijf.
Chuck Berg stapte naar voren. Hij pakte een paar stalen handboeien van zijn riem.
Hij liep naar Ryan. “Mijnheer, u heeft het recht te zwijgen.”
Een militair blokkeerde zijn pad. Chuck duwde de man opzij. Plotseling brak er een trek-en-duw gevecht uit. Susan stond in het midden terwijl grote sterke mannen rondom haar elkaar heen en weer duwden.
Ineens voelde ze een scherpe pijn.
Iemand had op haar voet gestaan.
De geheim agenten waren in de meerderheid. In vergelijking met de militairen was het drie tegen één. Alle mannen van de Geheime Dienst deden hun werk.
Ryan vocht tot het einde. Hij ging vechtend onder, maar onder ging hij. In een paar seconden lag hij met zijn gezicht naar beneden op de gepolijste houten vloer. Twee agenten van de Geheime Dienst hielden hem vast op de grond.
De Geheime Dienst zette Ryan op zijn voeten. Zijn gezicht was rood van inspanning. Hij staarde naar Susan terwijl ze hem naar de voordeur leidden.
“Ik ben de president van de Verenigde Staten!” schreeuwde hij.
Susan zwaaide afwijzend naar hem.
“Mijn huis uit,” zei ze.
*
Pierre en de meisjes waren in het vliegtuig op weg naar haar toe. De gedachte gaf haar hoop en blijdschap. Dat had ze nu nodig.
President zijn zou een uitdaging zijn. De samenzwering tegen Thomas Hayes was verstrekkend en diepgaand. Op dit moment was het onmogelijk te weten wie erbij betrokken was en in welke afdelingen van de overheid ze zich bevonden. Voorlopig zou haar eigen veiligheid binnen de grenzen van de Verenigde Staten op het spel staan. Tijdens alle publieke verschijningen zou ze kogelvrije kleding moeten dragen.
De problemen in het Midden-Oosten zouden niet van de ene op de andere dag verdwijnen maar hopelijk had ze al stappen in de goede richting gemaakt. Ze had vandaag kort met de Russische president gesproken. Hij zei, met behulp van een tolk, dat hij erg blij was om te horen dat ze leefde. Hij verzekerde haar dat hij met haar samen zou werken om de problemen met Iran op te lossen.
Maar aan de horizon bevonden zich nog grotere problemen. Die middag zat ze op haar kantoor met twee bezoekers.
“Ik wil het Special Response Team blijven financieren,” zei ze. “Maar ik wil het onder de paraplu van de FBI vandaan halen.”
Luke Stone stond bij het raam, hij keek uit over de tuinen van het U.S. Naval Observatory.
“Onder wiens paraplu zou het dan komen?”
Ze haalde haar schouders op. “Het zou een tak van de Geheime Dienst kunnen zijn. Of gewoon een onafhankelijke organisatie die direct aan de president rapporteert.”
“Dat klinkt goed,” zei Ed Newsam. Hij zat in een rolstoel en zijn slechte been lag op het bureau. Hij hield een onopgestoken sigaar in zijn handen. “Het klinkt als muziek in mijn oren.”
Stone draaide zich om. “Tot gisteren was ik met verlof. Ik weet niet eens of ik nog wel voor het Special Response Team werk.”
“Dat is grappig,” zei ze. “Ik had namelijk jou in gedachten voor de positie van directeur. Ik had je verkeerd ingeschat, Stone. In de afgelopen vierentwintig uur heb je mijn leven keer op keer gered.”
Stone schudde zijn hoofd. “Ik moet mijn vrouw en zoon vinden. Het complot is ontrafeld en de samenzweerders hebben hen niet meer nodig. Elke minuut die voorbij tikt -”
Susan knikte. “Ik weet het. We hebben al onze middelen ingezet om ze te vinden. Ik beloof je dat we hen zullen vinden. Maar in de tussentijd kun je niet weggaan bij het SRT. Er zijn maar weinig mensen die ik kan vertrouwen op dit moment en jullie staan boven aan die lijst.”
Ze liep door het kantoor en keek naar buiten. Chuck Berg en een andere agent stonden nog geen tien meter verderop. Ze deed de deur zachtjes dicht.
“Om je de waarheid te vertellen, heb ik een nieuwe dringende opdracht voor jullie. Ik vernam het zelf pas een halfuur geleden. Helaas zien onze vijanden ons in een zwakke positie op dit moment en dat willen ze gebruiken om ons aan te vallen. De komende achtenveertig uur zullen cruciaal zijn.”
Stone en Newsam keken elkaar aan.
“Kom op, jongens. Ik heb jullie nodig.”
“Mogen we weten waar het überhaupt over gaat?”
Ze knikte. “Dat wilde ik net gaan vertellen. Maar eerst wil ik dat jullie ja zeggen.”
Een lang moment was het stil.
“Ja.”
*
Luke liep van de verzorgde tuinen van het U.S. Naval Observatory richting de parkeerplaats. Naast hem duwde Ed Newsam zijn rolstoel vooruit. Met zijn enorme armen duwde hij af en toe de wielen rond.
“Kom je ooit uit dat ding?” zei Luke. “Ik vind dat je een beetje een zwakkeling aan het worden bent. Kun je geen fysiotherapie ofzo doen?”
“Stone, ik zit pas sinds gisternacht in deze rolstoel.”
Luke haalde zijn schouders op. “Tja, ik kan het niet helpen dat ik me zo voel. Het lijkt wel alsof je er al een maand in zit.”
Luke’s telefoon ging. Hij pakte het en keek naar het nummer op het schermpje. Heel even had hij de hoop dat…
Hij nam op. “Trudy. Wat heb je voor me? Hoe gaat het met de computer van Don?”
Haar stem klonk melodieus, vrolijk. Ze had waarschijnlijk niet geslapen in de afgelopen achtenveertig uur en ze was waarschijnlijk niet eens naar huis gegaan in al die tijd. De twintig koppen koffie hielden haar op de been. Maar winnen deed iets met mensen, zelfs winnen door valsspelen, het bracht de muziek in mensen naar boven.
“Het is Swann eindelijk gelukt om de encryptie van Dons documenten te breken. Luke, hij was de hele tijd op de hoogte van alles. Hij werkte vanaf het begin mee aan het complot. Erger nog, hij en Bill Ryan hadden al e-mailcorrespondentie over een mogelijke staatsgreep voordat Thomas Hayes zelfs president was.”
“En je denkt iemand te kennen.”
“Ik dacht dat ik hem beter dan wie dan ook kende,” zei Trudy.
Luke negeerde die opmerking. Hij en Trudy hadden een gecompliceerde relatie. Hij had geen zin om er nu op in te gaan.
“Wat nog meer?” vroeg hij.
“Luke, Don praatte. Hij gaf het adres van een CIA-onderduikadres, een safe house. De mensen die het leiden zijn geesten. Ze staan niet op de officiële loonlijst. Don denkt dat jouw vrouw en zoon daar vast worden gehouden.”
Luke hield op met lopen. Zijn hart bonsde hard.
“Wat?”
Instinctief voelde hij of zijn pistool nog in het holster zat. Hij keek omlaag naar Ed Newsam. Ed keek naar hem en was zich bewust van Luke’s lichaamstaal. Ed’s hand zocht naar zijn eigen vuurwapen.
“Ik heb het adres van het safe house en we sturen agenten ernaartoe. Ze zullen genadeloos binnenvallen, zonder waarschuwing. Als jouw gezin daar is, dan zullen ze alles doen om ze in veiligheid te brengen.”
“Trudy, geef me het adres.”
“Jij mag er niet naartoe gaan, Luke. Je bent niet objectief. Je zult een gevaar voor de operatie en je collega’s zijn.”
“Trudy…”
“Luke…”
“Trudy, geef me het adres.”
Er volgde een lange stilte. Zijn hele lichaam deed ondraaglijk veel pijn bij de gedachte dat hij Becca en Gunner kon verliezen.
“Vertel, alsjeblieft,” smeekte hij.
Weer een lange stilte.
En toen gaf ze het.
Правообладателям!
Это произведение, предположительно, находится в статусе 'public domain'. Если это не так и размещение материала нарушает чьи-либо права, то сообщите нам об этом.